De IJsjig

De IJsjig

Door Evert Oostdam

Wie denkt aan ijsjigs, denkt meteen aan kou en Scandinavische vissers, zittend op het ijs en met kleine hengeltjes peuterend op baars. Dat het vissen met ijsjigs echter ook in Nederland en België toe te passen valt, zet Evert Oostdam in dit artikel uiteen. En het mooie is; het hoeft er zelfs niet eens voor te vriezen!

Sommige Nederlanders kennen de ijsjig van artikelen over de wintervisserij in Scandinavië, enkele anderen hebben er misschien wel eens mee gevist. Maar echte bekendheid als kunstaas bezit het van lood gemaakte en van een coating of verf  voorziene kunstaasje nauwelijks. In de jig zijn in de kop en staart twee haken gegoten en hangt er een dregje onder de buik.


De ijsjig is zeer wel ook in Nederland inzetbaar. 

Midden op de rug bevindt zich een bevestigingsoog voor de speld. Verder is er nog een staartje uit kunststof geplaatst, dat de ijsjig de nodige actie geeft. Toen ik enige tijd geleden enkele ijsjigs in mijn handen gedrukt kreeg, vroeg ik mij af of ze in ons land wellicht ook inzetbaar konden zijn. Jiggen en verticalen zijn namelijk in principe dezelfde technieken.

Missers

Als je verticaal op snoekbaars vist, weet je als geen ander dat je soms een behoorlijk aantal aanbeten mist. Een harde tik op de hengel zonder dat de vis hangt. Dit zette mij jaren geleden al eens aan het denken. Hoe zou dit toch kunnen?

Door met deze theorie eens aan de slag te gaan, ben ik gaan vissen met nieuwe shadjes rechtstreeks uit de verpakking. Na iedere aanbeet verving ik de shad voor een nieuwe en bekeek ik de aangevallen shad als onder een microscoop. Toen bleek dat meer dan 50% van de aanbeten op de kop van het shadje waren gericht.

Een jeugdvriend van mij, die ook altijd al aan het experimenteren was, zocht ook steeds naar manieren om zijn vangsten te verbeteren. Hij kwam met ijsjigs op de proppen en toen we hierna samen enkele keren visten, hij met ijsjigs en ik met traditionele shadjes, viel mij op dat hij veel minder last had van missers en daardoor ook gemiddeld meer ving.


Klein, speciaal kunstaas. 

De ijsjig bleek echter ook geen wondermiddel te zijn wat betreft het aantal aanbeten, alleen verzilverde mijn vriend met de ijsjig veel meer aantal aanbeten dan ik met mijn traditionele shadjes.

Ga je dan de vorm van een ijsjig eens nader bekijken, dan stel je vast dat er eigenlijk nauwelijks een verschil bestaat tussen de kop en de staart. Op zowel de kop als de staart zit immers een haak. En pakt de vis in het midden, dan hangt er nog eens een klein dregje onder de buik. Door deze setting en de stand van de haken is de kans op het haken van een vis daarom zeer groot.

Negentig procent

Op dit moment is naast de verticaalvisserij ook het dropshotten onder snoekbaarsvissers hot. Door de bijna gewichtloze aanbieding van de shad is deze manier van vissen erg succesvol gebleken en mede daarom erg populair aan het worden. Uiteraard hebben mijn visvriend en ik ook aangaande deze visserij een soort wedstrijd onder elkaar gehouden. De ijsjig versus de dropshotmontage. Wat bleek?

Negen van de tien keer kwam de ijsjig als winnaar uit de bus. Niet omdat mijn vismaat er meer aanbeten op kreeg, maar gewoon omdat bijna elke aanbeet een vis in de boot bracht. Moet ik dit in procenten uit drukken, dan kom ik al gauw uit op een succesfactor van ongeveer 90% voor de ijsjig.


In bijna 90% van de gevallen wordt bij een aanbeet op een ijsjig de vis ook daadwerkelijk geland. 

Op sommige dagen werd de jig echter ook compleet genegeerd door de snoekbaars, terwijl er op een normale shad wel aanbeten volgden. De ijsjig is immers maar een klein stukje kunstaas en vermoedelijk werd dit door de wispelturige snoekbaars in dat geval dan ook niet bekeken.

Verboden?

Nu ging het gerucht dat de ijsjig verboden zou zijn in Nederland. Ik heb deze vraag daarom maar officieel gesteld bij Sportvisserij Nederland. Samen hebben wij de regelgeving doorlopen en Sportvisserij Nederland zag geen problemen, maar durfde ook geen 100% garantie te geven, omdat dit kunstaas vergelijkbaar was met het zogenaamde ‘tjoekvisje’.

Ik heb daarom in samenspraak met Sportvisserij Nederland contact gezocht met het Ministerie van LNV. Kunstaas mag volgens de wettelijk bepalingen in Nederland voorzien zijn van drie haken respectievelijk dreggen (drietandhaken). Het aantal haken op een ijsjig: 1 enkele neushaak, 1 enkele staarthaak en 1 dreg vallen dus binnen de wettelijke bepalingen volgens het LVN.

Het vissen met de ijsjig is redelijk eenvoudig. Je kunt hem op precies dezelfde manier vissen en aanbieden als een normale shad op een loodkop. Ook de hengel hoeft niet te worden aangepast. De inzet van een ijsjig valt overigens af te raden op een bodem met veel obstakels.

 
De ijsjig is waarschijnlijk ook een interessant kunstaasje voor roofbleivissers.

Door de setting van de enkele haken in combinatie met het buikdregje zit je namelijk sneller vast aan de bodem dan met een shad of dropshotmontage. Verschillen in kleurstellingen heb ik overigens niet kunnen ontdekken. Meestal kreeg ik voldoende aanbeten, ongeacht de kleur.

Voor mij is de ijsjig daarmee een welkome aanvulling in mijn kunstaaskoffer voor het vissen op snoekbaars. Hoewel de snoekbaars en uiteraard ook baars niet altijd vol overgave gaat voor de ijsjig. Wel ving ik tijdens een visdag ook een beste roofblei van 82 centimeter op dit kunstaas.

Ook de roofblei ziet dit kunstaas dus kennelijk wel zitten. Ik denk dat de ijsjigs dan ook prima ingezet kan worden om gericht op roofblei te vissen. Door de compacte vorm is de jig namelijk zeer geschikt om er lange worpen mee te maken, waarna je hem dan supersnel kunt binnenvissen. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik dat nog niet terdege heb uitgeprobeerd, maar mijn gevoel zegt mij dat het wel moet lukken.

IJsjigs zijn verkrijgbaar in verschillende gewichtsklassen van 5 gram tot wel 35 gram en zowel te gebruiken op stilstaand als op stromend water. Door de slanke vorm hebben de jigs weinig last van weerstand door stroming en kan er dus secuur de bodem mee worden afgepeuterd. Geeft u een ijsjig daarom eens een serieuze kans.

Deze bijdrage is een van de

opnieuw weer zeer lezens-

waardige artikelen die te lezen

zijn in de nieuwe uitgave

van Dé Roofvis.



Dé Roofvis no. 75 is vanaf 

medio december 2009 

te koop in de kiosk en de beter

gesorteerde hengelsport-

speciaalzaken.


Kijk voor interessante abonnementsaanbiedingen op
www.hengelsporthuis.com