image description

De haken en ogen van een vistrip: Tackle top 10.

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat.

In deze serie 'Haken en ogen' gaat het meestal over de problemen, de handicaps en de hindernissen die we tegenkomen tijdens onze vis-avonturen aan de waterkant. Maar deze keer zullen we eens kijken wat er wèl lukte, wat duidelijk wèl werkte en welke montages juist een daverend succes waren, tijdens onze laatste vistrip naar Tregde in het zuiden van Noorwegen.

Daar lieten we niet alleen een zooitje kunstaas te water, maar hingen ook regelmatig een vers natuurlijk aasje aan onze uitgekiende onderlijnen, en dat lukte verdomd goed. Ofwel... we hebben een hele berg vis gevangen. Verschillende soorten van verschillende formaten aan verschillende onderlijnen. Het was een vis-vang-feest met honderden harde aanbeten. Dus als ik jou nou een paar tips uit de praktijk van het zeevissen mag meegeven... dan zal ik onze Top 10 van meest succesvolle hengels en onderlijnen even verklappen.

1) We tuigen een strakke spinhengel op van 2.40 m met een 4000 molen (relatief groot vanwege hoge inhaalsnelheid), met 10 honderdste gladde ronde dyneema (vrijwel rekloos, kinkvrij en werpt geweldig), met een voorslag van 60 cm 35 honderdste fluorocarbon (met dubbele uni-knoop) en aan het eind een speldwartel (niet te groot maar wel zo sterk). Dat is zegmaar onze liefste hengel. Daarmee hebben we inmiddels wel een stuk of duizend makrelen staan drillen en dat werkt perfekt. Gaat nooit vervelen. Genieten met een grote G.

2) Ons favoriete kunstaas voor het werpend vissen op zeeforel, pollak en makreel aan het oppervlak is de 15 grams Toby lepel in de kleuren zilver-blauw en koper-bruin. Die heeft een mooie waggelende aktie en je kunt er toch een flink eind mee gooien. (een 10 grams lepel is vaak nèt iets te licht om te werpen en een pilkertje zinkt meestal te snel) We houden het oppervlak goed in de gaten, want zelfs een klein kringetje kan een grote vis verraden en vlak voor het einde van de worp stoppen we de lijn af. Dan wachten we 3 tellen, draaien de lijn strak en gaan langzaam binnendraaien met af en toe versnellen. Het duurt meestal niet lang ... dan voel je een tik ... dan weer een felle tik... en dan vlak bij de boot... Beng! Onze spinhengel gaat heerlijk krom op een glimmend gouden pollak.

3) We werpen het liefst vanuit een stilliggende boot naar de oever. Dit in tegenstelling tot het trollen (varend slepen achter de boot), waarbij je meestal parallel aan de oever blijft varen. Als je gaat trollen kun je nooit alle hoekjes, bochtjes en inhammetjes uitkammen, omdat de boot in een rechte lijn moet varen (anders krijg je gekruiste lijnen) en omdat je altijd minstens 10 meter uit de kant moet blijven (anders krijg je botsingen). Maar werpend vanuit een stilliggende boot kun je het kunstaas wèl vlakbij de oever presenteren. Met een beetje werptechniek gooi je zo'n lepel makkelijk 30 meter verderop vlak naast een rots of wierbed en zo kun je de hele oeverzone perfekt uitkammen.

4) Als je op die lepel geen aanbeet zou krijgen... wat me sterk lijkt... kun je de vangstkans nog vergroten door 40 cm voor die lepel een zijlijntje te knopen, met daaraan een subtiel vliegje of streamertje, gebonden met veren en glitters op een langstelige haak. Met zo'n dropper-vlieg maak je veel meer kans op een aanbeet... bijvoorbeeld van een flitsend groene geep.

Ja, het krioelde daar (eind juni) echt van de gepen. Maakt niet uit waar je ingooide, overal zwommen ze aan het oppervlak. Maar ja.. je wilt toch liever een zeeforel vangen, dus je gaat een paar kilometer verkassen... maar daar barst het óók van de geep en een eind verderop ook. Ongelooflijk, hoeveel gepen er op zo'n moment kunnen rondzwemmen. Dus dan gaan we toch maar wat dieper vissen.

5) Onze topper op het gebied van vertikaal vissen is een slank snelzakkend pilkertje van 40 gram. Daarmee kun je alle stekken t/m 30 meter diepte goed bevissen en met een 60 honderdste fluoro voorslag kunnen we alle vissen die hier rondzwemmen wel de baas. Deze week vingen we op zo'n pilkertje maar fiefst 12 verschillende vissoorten, dus dat zit wel snor. Het is hier in Noorwegen het meest allround kunstaas waarmee je vertikaal kunt vissen en het is op een nieuwe stek altijd het eerste kunstaas dat we uit de trommel halen.

En dan komt het spannendste moment van deze hele vertikaal visserij. Het moment waarop die pilker voor 't eerst de bodem raakt op een nieuwe stek. Je weet vrij zeker dat daar vis rondhangt (want die heb je op de fishfinder duidelijk in beeld gezien) en dan ga je nu dus... in de komende seconden... die harde dreun op je hengel krijgen... Heerlijk, die spanning !

Dus .... nu even goed gefocust en geconcentreerd afwachten... met een paar felle rukjes die pilker laten dansen boven de bodem... wat lijn meegeven en checken of je de bodem nog raakt... twee molenslagen opdraaien...weer een paar rukjes geven en dan.. Bonk!

Aha, we zijn weer eens lucky. Er komt als verrassing een schelvis boven water. Dat is niet alleen een hele lekkere vis, maar hij zwemt ook meestal in grote scholen bij elkaar, dus al je ergens een schelvis vangt dan zitten er op die stek vast en zeker meer. De meeste vis die je hier met zo'n pilkertje zult vangen is makreel en koolvis, maar zodra je dichter bij de kant komt ( bij steile rotsen met pokken en wierbedden) dan wordt de kans groter dat je zo'n goudbruine pollak aan de lijn krijgt.

6) Nu kun je de kans op een aanbeet weer extra vergroten met een garnalen-muppet. Die bind je aan een afstaande lijn ongeveer 50 cm boven de speldwartel met de pilker. Gewoon in 60 honderdste nylon een dwarse lusknoop maken en de lus openknippen. Zo'n muppet heeft een stevige haak met een groot oog (anders past die dikke lijn er niet doorheen) en daaraan zitten veertjes en frutsels en glitters die zo veel mogelijk lijken op een garnaal. Dat werkt goed man !

Je vangt meer soorten omdat je ook met een kleiner aasje vist, je krijgt meer aanbeten omdat er onderwater meer concurrentie strijd ontstaat, en een vis zal eerder toehappen omdat hij kan kiezen tussen een grotere pilker of een kleinere garnaal.

Een klein nadeel... soms hangen er twee zwaar knokkende vissen aan die ene onderlijn, en dan wordt het (met je lichte spinhengel) een probleem om dat zaakje boven water te hijsen. Twee makrelen tegelijk... okee... moet kunnen... maar twee pollakken van een halve meter wordt wel errug heavy.

Voor de verandering zullen we nu weer eens overschakelen naar natuurlijk aas, want we hebben verse makreel aan boord en een stripje makreel-buik-spek is het ultieme aas waarmee je hier op zee kunt vissen. Het is steviger en taaier dan de zij-filets en álle vissoorten zijn er gek op. Zo'n stripje makreelbuik kun je trouwens makkelijker knippen met een schaartje dan snijden met een mes (geeft ook minder smurrie) en als je dat op een dikdradig kort-stelig haakje prikt ben je echt goed bezig.

Dus als er dan een hongerige meeuw naast de boot neerstrijkt die jou heel zielig aankijkt, dan wil je hem best wel de rest van die makreel geven. Maar... gaat die héle makreel naar binnen? Jazeker. Geen enkel probleem.

En je moet niet raar opkijken als diezelfde meeuw straks nóg zo'n hele makreel naar binnen werkt. Net zo makkelijk. Alleen bij het opstijgen en wegvliegen komt ie in de problemen met z'n volle buik, dus dan gaat ie eerst maar eens een potje zitten schijten op een rots. Die heeft weer genoeg brandstof ingeslagen voor de komende dagen.

We zullen de volgende keer verder gaan met onze Tackle Top 10 , maar voordat we afsluiten wou ik je voor het nieuwe jaar nog een doordenker meegeven. Hieronder zie je het fossiel van de verre voorvader van onze huidige zeebaars. Lepidotus Elvensis, die leefde in het Jura, de tijd van de dinosaurussen, meer dan 100 miljoen jaar geleden. Ik herhaal... 100 miljoen jaar geleden !

Denk daar eens over na. Probeer dat eens te beseffen. Hoe lang geleden dat is. Hoeveel er ondertussen gebeurd is. Hoeveel tijd er is verstreken... tussen het moment waarop die vis daar leefde... en het moment waarop jij op diezelfde aardbol mag rondlopen. Waanzinnig. Absurd. Niet te bevatten.

Als je daarover gaat nadenken... wordt jouw eigen leventje, dat hooguit 100 jaar duurt, wel èrrug kort en eigenlijk totaal onbelangrijk in het grote geheel. Dus... laten we er maar volop van genieten, zo kort als het duurt ! Genieten van het leven en van elkaar. Beseffen hoe gelukkig we eigenlijk zijn. Genieten van onze hobby, met een hengel aan de waterkant. En vooral: genieten van de natuur, de planten, de dieren, de vogels en de vissen. Zoals bijvoorbeeld de bijzondere schoonheid van een doodgewone makreel.

Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Schotland, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via deze link

Vissersgroeten van  Geert Luinge.  Email : g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Zicht op zeebaars: Wat een topweer vandaag…
Willem Moorman -
image description
Zicht op zeebaars: Kleur bekennen!
Willem Moorman -