Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
Het is de bedoeling dat we vandaag weer een (paar) heilbot(ten) gaan vangen. Het zit in de planning dat we vandaag, hier in het hoge noorden bij Skjervoy weer zo'n goudbruin gestippelde heilbot aan de lijn gaan krijgen.
Dus het zou zomaar kunnen dat het vandaag een topdag gaat worden. Alle seinen staan op groen. Prachtig weer, weinig wind, schitterende omgeving, comfortabele boot, tiptop hengels, kisten vol kunstaas en vijf fanatieke vissers aan boord. Kom maar op met die vis.
Maar voordat je de haven uitvaart om te gaan vissen ... moet je niet vergeten om éérst even te gaan rondneuzen in het haventje. Dat is altijd leerzaam. Bij kades, dukdalfen, trailerhellingen en aanlegsteigers met je polaroid-bril de bodem bekijken. Kijken hoe diep het is, hoe helder het water is, of de bodem begroeid is en tussen de steigers zoeken naar kabels met eetbare mosselen (als ze aan een paal of kabel vastzitten bevatten ze minder zand dan mosselen van de bodem).
En dan als natuurliefhebber (en natuurlijk-aas-zoeker) even de moeite nemen om je laarzen aan te trekken en tussen de stenen op zoek gaan naar... krabben, zeesterren, anemonen, heremietkreeftjes, mosselen, zagertjes, zeepieren, garnalen, zandspieringen, platvisjes, grondeltjes, meuntjes, bliekjes, lipvisjes enzovoort.
Er zat hier ook een spider-crab verscholen tussen het blaasjeswier en even later zweefde een zee-arend door de lucht... en 's avonds liep er een zee-otter met een gullen-karkas in zijn bek. Zo'n ondergelopen getijde-zone lijkt altijd een stilleven, want er is geen duidelijk leven zichtbaar. Er vliegt geen vogel door de lucht en er spartelt geen vis aan een lijn. Maar... ondertussen krioelt het er wèl van de beestjes. Je ziet ze niet... maar ze zijn er wel.
De enige beesten die je wel duidelijk voorbij ziet komen zijn altijd de kwallen. Waar in Noorwegen je ook bent aan zee, waar je ook kijkt en hoe groot het fjord ook is... Ooooveral ziet je kwallen in het water. Ontelbaar veel grote en kleine kwallen. Tijdens het vissen zie je vaak een konstante aanvoer van kwallen die in een gestage stroming onder de boot door schuiven. Soms angstwekkend grote jelly-aliens (gele haarkwal) met giftige draden van een paar meter lang.
Maar... dus... als wij nu onze pilkers aan een dunne gevlochten lijn vertikaal laten zakken...en de lijn rechtop strakhouden...dan worden er waarschijnlijk een heleboel kwallen doormidden gesneden... dus dan wordt onze lijn en kunstaas besmeurd met slijm en gemeen stekende netel-cellen. Aha... vandaar die jeuk aan mijn handen!
We trappen het gaspedaal in en stuiven naar een stek die ons was aangeraden door de buurman. Want daar-en-daar waren gisteren een paar heilbotten gevangen... en daar lusten wij wel pap van. Je hebt tegenwoordig binnen 1 seconde een GoogleMaps waypoint gekopieerd en doorgestuurd, dus na een korte info-babbel met de buurman (met één blikje bier kun je een heleboel stekken lospeuteren) is het vinden van een bewezen stek een makkie geworden.
Maar... er is op die stekken wel vaak concurrentie met andere vissers. Als er binnen een straal van tien kilometer bijvoorbeeld drie stekken zijn die op de waterkaart duidelijk opvallen, dan kun je verwachten dat die stekken ook regelmatig worden afgevist. Dat elke visser die daar in de buurt komt even een kunstaasje laat zakken op de bekende 'hotspot'' en die stek dus eigenlijk wordt overbevist. Maar gelukkig zorgen faktoren zoals het getij, de windkracht en de windrichting er wel voor dat de omstandigheden steeds veranderen, zodat je niet alle dagen op dezelfde stek kunt vissen. De stroming en de wind zijn altijd de baas.
Aan boord is het altijd gezellig. Niet dat we konstant bier zuipen en moppen tappen, maar het altijd aanwezige haantjes-gedrag zorgt er wel voor dat de conversatie scherp blijft. Elke domme opmerking wordt akuut afgestraft met een lawine aan kommentaar, elke dubbelzinnige opmerking wordt standaard beantwoord met een nóg schuinere opmerking, en elke halve voorzet wordt meteen keihard ingekopt. Zo gaat dat nou eenmaal... met een paar mannen bij elkaar in een boot. Zodra de kippen uit de buurt zijn gaan de hanen harder kukelen.
En dan krijg je dit soort conversaties:
A: Zeg... zou je mij die onthaaktang even kunnen aangeven ?
B: Ja hoor, dat zou ik wel kunnen.
A: Ehh... wil je hem dan even aangeven ?
B: Ja hoor, dat wil ik best wel doen.
A: Hee hallo... zou je mij dan nú even die onthaaktang willen geven ?
B: Oh... je wilt hem nú meteen hebben? Zeg dat dan.
A:: ... Grrr...
A: Zeg... heeft er iemand voor mij misschien een stevige wartel ?
B: Ja, er heeft vast wel iemand een stevige wartel voor jou.
A: ... Maar wie dan ?
C: Nee, ik heb alleen maar slappe wartels.
D; Ja, ik heb misschien wel een stevige wartel in mijn trommel.
A: ... Maar in welke trommel zit die dan ?
D: Die zit in 1 van mijn 3 trommels in de kajuit.
A: Ehh... moet ik die dan zelf zoeken... of pak jij hem ?
D: Ja ik pak hem wel.... maar ... moet dat vandaag nog ? ... Ik wou net een bak koffie inschenken.
A: ... Grrr...
Ondertussen staan we heerlijk te vertikalen, te bonken en te drillen en terwijl de uren verstrijken wordt er aan boord een flinke kist vol maatse gullen gevuld. Dat worden de verse filets die (los van elkaar verpakt) in de vriezer gaan, voor de krokante kibbeling die we thuis op tafel zetten. Dat wordt weer smullen. ( culinaire tip: normaal paneermeel is van beschuit, maar bij AH verkopen ze ook paneermeel dat gemaakt is van broodkruim en dat maakt je kibbeling nóg krokanter).
Nou wordt er wel eens beweerd dat de grootste vissen op dieper water zwemmen, dus af en toe wordt het verleidelijk om zo'n zware pilker eens naar een héél diepe kuil te laten afzinken... en dan kijken welke monsters daar rondzwemmen. Wat vind je van 130 meter ? Diep genoeg?... Of zullen we het talud afzakken naar 200 meter ?
Maar dat wordt wel een héle langdurige hijs-partij... als er straks een knappe vis aan zou hangen. Op zulk diep water maak je wel meer kans op schelvis, heek, lom en leng, maar daar blijken ook vaak grote scholen roodbaars rond te hangen, (die in de donkere diepte vooral worden aangetrokken door fluo-kralen).
En dan kan het gebeuren dat je een gruwelijke partij staat te draaien aan die molenslinger... voor een lullig klein roodbaarsje. Maar dat hou je meestal niet lang vol. Te veel werk voor te weinig resultaat. Ze zijn wel erg lekker, maar dan moet je toch de grotere roodbaarzen hebben, en die vind je waarschijnlijk op nóg dieper water... maar dat wordt te dol. Ik heb bij Smola ooit een lom van 40 cm gevangen op een diepte van 180 meter... maar daar is geen lol aan. Nooit meer doen.
Tussen de 20 en 50 meter is meer dan genoeg. Daar barst het meestal van de vis, daar kun je met lichtere hengels en lichtere loodgewichten perfekt vissen en daar zul je uiteindelijk ook meer vangen, want alle tijd die je verspilt aan langdurig afzinken is verloren tijd. Plus het nadeel dat de boot ondertussen verder is gedrift... waardoor de lijn schuiner gaat staan en dan zul je eerder vastlopen aan de bodem. Nee, vissen op diep water is zonde van je tijd.
En zeker voor heilbot hoef je helemaal niet zo diep te vissen. (mijn grootste heilbotten van 130 en 147 cm lagen allebei op 12 meter diepte). Dan zijn de bodemstruktuur (bijv. een zanderig plateau) en de stroming (bijv.een geul tussen twee eilanden) veel belangrijker.
Maar... even hoor... weet je wat er gebeurt als je zo'n diepzee-roodbaars teruggooit ? Dan blijft hij drijven... en dan zijn er een kilometer verderop een paar super-scherpe ogen die dat zien ... en dan komt een zee-arend een kijkje nemen.
Hij bleef even boven de boot rondcirkelen... maar die roodbaars was hem toch te min (te veel gemene stekels) en daarna was er een duizendste seconde waarop hij exact in het tegenlicht van de felle zon vloog, en toen kwam de bruine zeearend voorbij als een zwart silhouet.
Maar... een zeearend is zelden in zijn uppie. Soms zitten ze urenlang gezellig bij elkaar op een rots te niksen, maar zodra ze gaan vliegen worden ze achtervolgd door krijsende meeuwen en worden ze weggejaagd door andere vogels en die hun territorium verdedigen. Deze schijnbaar machtige roofvogel liet zich zelfs wegjagen van een eiland waarop twee scholeksters hun nestje hadden gebouwd. Nee... hij ziet er mooi en machtig uit, maar hij is zeker niet de baas.
A: Zeg jongens... zullen we eens gaan verkassen ?
B: Ja, dat zou kunnen.... ( pauze)
A: Hee hallo... zullen we eens gaan verkassen ?
B: Ja... straks misschien... (nog langere pauze)
A: Maar ... hier vangen we niks... dus ik zeg: wegwezen.
B: Weet jij dan een betere stek ?
A: Ja ik weet wel een betere stek.
B: Okee, dan mag jij zeggen waar we nu heen gaan.
A: Laten we dan teruggaan naar die gullen-bult waar we gisteren zo veel vingen.
B: Ja maar.... (en daarna volgt er meestal een keuze uit de volgende mogelijkheden)
Dat is te ver varen.
Dat kost teveel tijd.
Dat is niet meer de moeite waard.
Daar waait het harder dan hier.
Daar gaat de boot sneller driften.
Daar staat de stroming nu de andere kant op.
Het is niet gegarandeerd dat daar nu weer gullen op die bult hangen.
En we hadden toch ook andere plannen...?
We willen toch eigenlijk liever een heilbot vangen...?
A: Ehhh... ja... dat is waar.
A: Dus... ??
D: Laten we eerst eens een bak koffie inschenken.
De tijd verstrijkt... Het wordt de hoogste tijd voor een heuse heilbot. Opeens horen we weer dat heerlijke geluid... het gieren van een slip. Onze maestro heeft (eindelijk) zo'n ijzersterke platterik aan de lijn. Ik begrijp niet dat er uberhaupt molens en reels worden gemaakt zónder hoorbare slip.
Dat is echt een gemiste kans. Puur zonde. Het gieren van een slip is juist het allermooiste geluid dat je kunt horen. Slechts één visser kan voelen hoe hard die vis trekt en hoe krom die hengel bonkt, maar alle andere vismaten kunnen dan tenminste horen hoe hard die slip giert. En dat is puur genieten. Wèg met alle molens en reels waarvan de slip niet duidelijk hoorbaar is.
Hier hoef ik verder weinig aan toe te voegen. Het vangen van een heilbot is het absolute toppunt van sportvis-plezier. Het is een vis die je als Hollandse kaaskop niet vaak in je leven zult vangen en elke ontmoeting met zo'n zware platjakker blijft voorgoed in je geheugen gegrift. Het is 'the holy grail of Nordic seafishing'.
Maar ja,... dan denk je toch automatisch... de volgende keer graag een nóg grótere heilbot. Zijn we dan nooit tevreden ? Moet het altijd nóg groter en nóg beter en nóg meer ? Nee. Word je gelukkiger van een grotere vangst ? Niet echt. Deze heilbot is al voor negen-en-negentig- procent de perfekte vis van je dromen en hij is de ultieme beloning voor alle moeite die je hebt gedaan Dat is meer dan genoeg.
A: Zeg mannen... wordt het zo langzamerhand geen tijd om te kappen?
B: Wat... nú al ?
C: ... stilte...
D: ... stilte...
A: Hee lui, zullen we onderhand eens gaan nokken ?
B: Nog even doorvissen !
C: Nog één zo'n dreun op mijn hengel graag...
D: Ehh... Tja... Ach... Nou... wat zal ik zeggen...
A: We moeten straks nog de boot poetsen en alle hengelzooi opruimen.
B: Zucht... kreun... nee hè.
C: Nou vooruit dan ... tis mooi geweest.
D : Ik ben al aan ut aftuigen.
A: Mannen...hijsen! Binnendraaien. We gaan.
B: Zucht... baal... baal.
C: Tja... het is niet anders.
D: Tijd voor een bak koffie.
Aan het einde van zo'n vistrip baal je altijd dat het (nu alweer) is afgelopen, maar tegelijk besef je extra... hoe gelukkig je eigenlijk bent. Daarom sluiten we vandaag af met een paar spreuken over geluk. Om nog even bij stil te staan.
Geluk is pas zichtbaar als het voorbij is.
Geluk is gemaakt van heel veel droom en een beetje werkelijkheid.
Mensen zijn zo gelukkig als ze zelf bedenken.
Geluk kun je alleen vermenigvuldigen door het te delen.
Er is geen pad naar geluk, geluk is het pad.
Succes is krijgen wat je wil... geluk is willen wat je hebt.
Als extra smaakmaker kun je hieronder het filmpje bekijken ...van een waanzinnige vreetpartij op zee. Daar zijn honderden kijsende meeuwen en duizenden springende makrelen op jacht naar miljoenen wegvluchtende harinkjes. Een hectisch tafereel dat plaatsvond rondom onze boot in het Noorse Skjervoy. Dat was echt een gekkenhuis. Waanzinnig.
Mijn excuses voor het nogal enthousiaste kommentaar, maar zoiets maak je niet vaak mee.
Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Schotland, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via >deze link<
Vissersgroeten van Geert Luinge. Email : g.luinge2@upcmail.nl
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK


