Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
We hebben dit jaar in juni weer een vistrip gemaakt naar Tregde in het zuidelijkste puntje van Noorwegen en daar hebben we een mooi avontuur beleefd. We hebben een aardig zootje vis gevangen en verschillende vissoorten mogen bewonderen, maar... zoals je weet zijn er altijd weer hobbels op de weg, kinken in de kabel, hindernissen, handycaps en toevalligheden die zo'n vistrip een onverwachte wending kunnen geven. We hebben weer veel bijgeleerd en ik zal je onze ervaringen vertellen aan de hand van wat foto's waar een verhaal aanvast zit. Zoals bijvoorbeeld deze.
Het zijn 'gewoon' twee kapotte schroeven, van buitenboordmotoren die op de rotsen zijn gevaren. Maar... de verhalen die daar achter zitten zijn meestal èrg vervelend geweest en het was zeker geen geslaagde visdag. We weten niet precies wat er gebeurd is, maar het was waarschijnlijk een gevaarlijk (en kostbaar) drama, met plotselinge motorpech van vissers in een boot op zee... Misschien wel met een aanwakkerende wind die de boot naar de scherpe rotsen blaast... en dat betekent: crisis aan boord, stress, machteloosheid, frustratie en angst. Ja, een onschuldig dagje vissen kan lelijk uit de hand lopen en een groot ongeluk zit vaak in een klein hoekje. Die kapotte schroeven hebben het allemaal meegemaakt.
Als je hier eventjes niet goed oplet en onverwachts over een rotsige ondiepte zou varen... en de schroef slaat kapot tegen de rotsen... dan ben je overgeleverd aan de grote boze zee. Dus... vanaf nu gaan we het héél voorzichtig aanpakken. Geen zin in ellende. Graag veilig uit en thuis. Seefetie furst.
De boot lag amper tien meter naast de huiskamer dus dat konniebeter, en al gauw waren de opbergvakken gevuld, de hengels opgetuigd en de kunstaastrommels paraat. Alleen zijn we deze keer met 5 man, dus dat wordt inschikken en de troep handig organiseren in de boot, anders breek je je nek over andermans trommels, kisten en hengels. We hebben aan boord een prima koelsysteem, want gisteravond hebben we een laag water in een visbak in de vriezer gezet en tweeliterflessen bevroren èn ook nog eens een iso-matje om bovenop de vis te leggen. Perfekt systeem. Eigenlijk onmisbaar als je zomers overdag in de zon vist en verse vis mee naar huis wilt nemen. Aanradertje.
We kiezen samen een vissoort die we het liefst willen vangen (bijvoorbeeld kabeljauw) en aan de hand daarvan de stek waar we gaan vissen (kuil van 40 meter tussen de eilanden). Dan kan de diesel gestart worden (Skager 6.60m 22 ft 20 pk max 15 km/uur), de zwemvesten aangetrokken, de trossen los en dan rustig uitparkeren tussen de havensteigers.
Hier kan trouwens al veel fout gaan... want er was een vent in een gehuurde boot ... die gaf een dot gas terwijl de motor omhoog stond (waardoor andere vissers een zoute douche kregen) ... toen wou hij wegvaren maar zat het aanlegtouw nog vast... daarna zette hij de boot volgas in z'n achteruit... waardoor hij bijna tegen een steiger botste... en toen gaf hij zo'n asociale dot volgas vooruit... dat zijn vrouw van haar stoel kukelde en het 'gezellige dagje op zee' begon met een grondige scheldpartij. Ik weet niet of die vent uberhaupt wist hoe de kaartplotter en de fishfinder werken, maar het zou me niet verbazen als er morgen drie kapotte schroeven aan de schuur hangen. Maar dit terzijde.
Wij blijven steeds goed op de kaart kijken naar de dieptelijnen, vermijden alle ondieptes (en zetten het ondiepte-alarm voor de zekerheid op 3 meter), we varen rustig en kijken met z'n allen ook recht vooruit, want er liggen hier best veel kreeftenkooien en netten-boeien in zee, dus daar wil je niet overheen varen en... dan kan het visavontuur beginnen. Goed zin in.
Maar... er is bij de keuze van de visstek één allesbepalende faktor, en dat is... de wind. Altijd weer die wind. Kou en regen is ook geen pretje, maar daarop kun je je kleden met een fleecevest en een regenpak dus dat is no problem, maar een stevige wind is echt een zware handicap. Vanaf een Beaufoortje of vier wordt het op zee al gauw vervelend hobbelig en gaat de boot onvisbaar hard driften. Je kunt nog zo veel van plan zijn, je kunt nog zulke mooie onderlijnen en geweldig kunstaas in de aanbieding hebben... als de boot te snel drift... wordt het verdomd lastig om uberhaupt iets te vangen. Ergo... vis altijd zo veel mogelijk aan hoger wal en voorkom dat je aan lager wal belandt. We hebben op vorige vistrips wel zitten klooien met een driftzak, maar dat is toch een hoop gedoe en een natte zooi in de boot en een vervelend lastig touw in het water en een risico voor de motorschroef, dus daar zijn we geen fan van.
Maar gelukkig viel het de eerste dagen mee met de wind en konden we een lekker potje vissen, vooral omdat er hier eilanden zijn waarachter je (een beetje) uit de wind kunt liggen (hoe meer bomen op een eiland, hoe minder wind erachter), maar pal achter zo'n eiland wordt de boot meestal naar de kant toe geduwd door de draaiwind en dan drift je dus talud-op waardoor je vaak vastzit.... maar zodra je wat verder weg van het eiland komt steekt die verdraaide wind weer op... en dan drift de boot weer veel te snel om secuur te kunnen vissen. Vooral de laatste dagen van deze visweek waren erg winderig, dus als schipper heb ik urenlang zitten turen naar de dieptelijnen op de waterkaart en de stroomrichting van het getij en de driftrichting van de boot en de symbolen op de fishfinder... om de beste wind-luwe stekken uit te kiezen, maar dat was geen appeltje eitje.
Er was een stek waar we bij oostenwind perfekt konden driften en best veel hebben gevangen, maar de volgende dag woei het uit het westen en dan zit je daar aan lager wal, waar het kan spoken met hoge golven, dus... niet doen. Dan maar plan B of C of enzovoort. Neem van mij aan: de wind is verreweg de belangrijkste faktor en de grootste spelbreker bij elke vistrip op zee. De wind wint.
Hierboven zie je weer eens hoeveel vis er vaak op half water hangt. Het kan geen kwaad om dan je kunstaas in etappes naar beneden te laten zakken en zodra je de bodem bereikt ook weer in etappes omhoog te draaien, zodat je meer op half water vist. En dan... voel je weer zo'n heerlijke 'bonk'... dan gaat de hengel in een curve... en klinkt er een enthousiast Yes ! over het water.
Het drillen van zo'n vis is meestal geen probleem, tenminste... als je genoeg ruimte hebt in de boot en de lijnen van de andere mannen niet in de weg zitten. En dan heb je nog de reserve-hengels waarmee tijdelijk niet gevist wordt... die staan vaak onhandig rechtop in de weg tijdens het drillen. Vooral als de vis opzij zwemt ... of onder de boot door... of als je wilt gaan werpen met kunstaas... dan staan die rechtoppe hengels gruwelijk in de weg. Die kun je dan beter ergens horizontaal neerleggen, maar ja... elke boot is weer anders... wáár leg je die kwetsbare hengels dan neer ? Moeilijkmoeilijk. Misschien met electradraad schuin vastbinden aan de railing? Kan ook... maar... Of dan toch maar rechtop zetten? Blijft een probleem.
Aan de kromming van de hengel en het bonken op de top kun je vaak al voorspellen welke vissoort het zal zijn. Dat doen wij dus ook altijd. De drillende visser zegt altijd hardop welke vissoort het is... en hoe groot ongeveer... voordat de vis zichtbaar wordt. Dat maakt het drillen extra spannend. Maar... een vis kan ook vals gehaakt zijn en dan kan een klein visje overdwars ineens aanvoelen als een zware kanjer, dus dat voorspellen-wat-eraan-zit blijft altijd een lastige opgave. Laat ik nou voor de grap eens kort opschrijven... hoe je (volgens onze 50 jarige zeevis ervaringen) tijdens de dril al vantevoren kunt aanvoelen welke vissoort je aan de lijn hebt.
Zo vecht bijvoorbeeld een...
- Pollak... bij de bodem snel zijwaarts zwemmend en op half water korte felle runs door de slip.
- Koolvis... vang je zelden op de bodem, meestal op half water harde lange runs door de slip,
met meer snelheid en uithoudingsvermogen dan een pollak.
- Kabeljauw... bij de bodem een zwaar bonkende weerstand,
dan langzaam meekomend en aan het oppervlak vrij passief.
- Schelvis... meestal een rare aanbeet en relatief rustige dril, maar konstant trillen en schokken in de lijn.
- Lipvis... bij de bodem eerst meekomend alsof er niks aan zit... en dan begint op half water een stevige knokpartij met meerdere felle runs. Klein van postuur, maar erg sterk.
- Leng/Lom/Heek/Roodbaars... meestal gehaakt op diep water, bij de bodem zwaar gebonk en gekronkel met veel weerstand, maar op half water stoppen ze met knokken en komen vaak als een slappe dweil bovenwater.
- Doornhaai/hondshaai... haakt meestal zichzelf door hard wegzwemmen met het aas... dan veel gebonk en gekronkel... en aan het oppervlak een paar krachtige runs door de slip. Maar dan begint het gevecht pas echt, want het ont-haken van een haai is meestal lastiger dan het haken. Dat wordt een taaie worstelpartij met een kronkelende vechtjas van schuurpapier met gevaarlijke stekels en een bek vol tanden. Hou die maar eens recht voor de camera.
- Heilbot... meestal een rare onduidelijk aanbeet alsof er troep aan de lijn hangt, dan een zware weerstand, dan opeens een gierende slip, dan een passieve stilstand op de bodem, dan weer een gierende slip... enzovoort. Aan het oppervlak is het een explosie van water en in de boot een klapperende krachtpatser. Hier in Tregde hebben wij in al die jaren (nog) geen heilbot gevangen, maar we kwamen langs een beroepsvisser die heilbot-staarten aan zijn schuur had hangen en we hebben ze wel degelijk in het fileerhok op tafel zien liggen, bij vissers die errug diep visten, dus ze zitten er wel. Hier in het zuidelijkste puntje van Noorwegen een heilbot vangen van een meter? Moet kunnen.
- Schar/Bot/Tong... bij de bodem tijdens de dril voel je even een trillertje, dan tijdens het binnendraaien weinig weerstand en makkelijk meekomend... dan weer een trillertje... en dan opeens een zware weerstand doordat de platvis zich overdwars schrap zet.
- Geep... tijdens het binnendraaien meerdere tikken en missers, eenmaal gehaakt springen ze boven water. In de boot is het een sterke kronkelaar, een snavel vol tandjes en een hand vol groene schubben.
- Zeebaars... een plotselinge slapvaller of juist een keiharde dreun, daarna lange explosieve runs met fel bonken en kopschudden. Gestekelde krachtpatser met lange adem. Linke soep bij het landen en onthaken.
- Zeeforel... keiharde aanbeet, meteen snoeihard door de slip, zeer felle runs met wilde luchtsprongen aan het oppervlak... schieten vaak op het laatste moment nog los (ook door te strakke hengels). Een grote zeeforel die wèl in het schepnet belandt is een zeldzaamheid. De moeilijkst te drillen vissoort.
- Makreel... opeens een rare slapvallende lijn... dan super snelle trillende runs van links naar rechts... aan het oppervlak een klapperende staaf dynamiet... en in de boot een trillende vibrator.
Maar pas op... zodra er iemand een makreel haakt... schieten de lijnen van links naar rechts kriskras door elkaar ... en wordt het vaak een breiwerkje. Er zwemmen hier 's zomers plenty makrelen, maar altijd in kleine schooltjes die plotseling onverwachts opduiken, dus dan vang je allemaal tegelijk opeens een makreel... en twee tellen later zijn ze alweer voorbij. Of... je wilt even relaxed vissen op schar en je laat twee zeepieren naar de bodem zakken... maar halverwege wordt het zaakje onderschept door een paar makrelen, die er samen een flitsende vechtpartij van maken, die vakkundig je onderlijn in de knoop leggen en zeer waarschijnlijk door de lijn van je buurman heen gaan zwemmen.
Ja, eerlijk is eerlijk, we hebben deze week flink staan kloten met lijnen-door-mekaar en vreselijk-in-de-war, want dat is de prijs die je betaalt als je met 5 man in een boot gaat vissen. Eigenlijk is het te krap. Eigenlijk kunnen de middelste drie van de vijf niet optimaal vissen en zit je vaak in de war met de buren. Maar wij waren al dolblij dat we uberhaupt met z'n vijven op stap konden, dus we namen dat beetje ongerief en dat beetje inschikken voor lief en graag op de koop toe. Gezelligheid en vriendschap zijn immers veel belangrijker dan de uiteindelijke visvangst.
Het enthousiaste meeleven met de dril, het gespannen toekijken, het aan-de-kant-gaan voor elkaar, het helpen bij het scheppen en gaffen, maar ook het leveren van (kritisch) kommentaar en zelfs het (jaloers) afzeiken van de vangende vismaat... dat hoort er allemaal bij. Dat is goud waard. Hoe meer zielen hoe meer vreugd... en in een boot op zee is het altijd èxtra gezellig. En... hoe meer vissers, hoe meer kans op aktie en spektakel.
Tenslotte wou ik je nog even de zeeduivel laten zien, die vandaag gevangen werd door een vismaat in een andere boot. Dat was een unexpected alien encounter met een duivelse vis. Monsters bestaan echt ! Het zal weinig moeite kosten om in slaap te vallen na zo'n vermoeiende visdag, maar vannacht... in mijn droom... gaat die zeeduivel met zijn gapende muil een brute hoofdrol spelen. Die gaat ergens super-gecamoufleerd op de bodem liggen en wapperend met het lokaas-sprietje op zijn neus de aandacht trekken... en er gaan zielige prooivisjes verdwijnen in die getande laadklep. En toen opeens... kwam er een kunst-aasje voorbij zwemmen... en toen...
We gaan afsluiten met een laatste blik op het haventje waar de boot aan de steiger ligt. Klaar om morgen weer een nieuw avontuur te beginnen. Ik hou je op de hoogte. Welterusten.
Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link
Vissersgroeten van Geert Luinge