image description

De haken en ogen van een vistrip: Ierland deel 4

Tekst en fotografie:  Geert Luinge

Hallo vismaat.

Vandaag gaan we zwerven langs de ierse zuidwestkust, op zoek naar vis en avontuur. We hebben in de achterbak van mijn volgepropte stationcar een partij hengels klaarliggen die snakken naar frisse lucht en we rijden door het ierse landschap ... op zoek naar een goeie visstek. Maar dat is nog niet zo simpel.

Het ierse landschap is enorm weids, ruimtelijk, open en uitgestrekt. De kleuren van het gras, de heuvels, de rotsen en de zee zijn 'Fifty shades of green... mixed with fifty shades of blue'  en overal langs de weg staan herinneringen aan vroeger tijden. Barre tijden. Oude vervallen huizen, onbewoonbare krotten, ingestorte ruïnes... je ziet ze overal.

In ierland is het de gewoonte om je oude huis te laten staan terwijl je het nieuwe opbouwt. Dat was vroeger inderdaad een logische werkwijze, omdat je dan zo weinig mogelijk stenen hoefde te verplaatsen. Maar tegenwoordig staat het toch wat slordig en troeperig, als je iets nieuws neerzet voordat je het oude hebt opgeruimd.

Datzelfde zie je bij de haven, waar een oud verroest scheepswrak ligt... precies in het uitzicht van de roze lounge van de high-society-tea-club. Dus de chique dames zitten de hele dag tegen een ouwe bak roest aan te kijken. In Holland zouden ze meteen een rechtzaak aanspannen tegen de eigenaar van het wrak en een schadevergoeding eisen voor 'het bederven van het uitzicht' , maar in ierland kan dat gewoon.

Wat ook heel goed kan in ierland: een pintje pakken, een glaasje nippen, een potje pimpelen, een zooitje zuipen, beestachtig borrelen, stevig innemen, zwaar tanken, ongenadig doorzakken en straalbezopen het café uit strompelen. Maar dat waren wij niet van plan.

Misschien hadden we wel het plan om als opstapper met een sportvisboot mee te gaan, maar ja... dan staat het geschreven in de oude antieke ierse taal, waar je als buitenlander geen bal van snapt.

Ik spreek een aardig mondje Engels en kan ook een normale ierse boer wel verstaan, ... maar kun je mij vertellen...? .. als ik nou dat telefoonnummer draai... krijg ik dan de schipper van een sportvis-huurboot aan de lijn ? ... of is dit misschien de kraam van de fish-and-chips bakker ? Ik weet het niet. Verdomd lastig al die verschillende talen.

Mijn ongeduldige hengels lagen te rammelen in de achterbak, mijn vissershanden begonnen te jeuken en ik moest dringend op zoek naar een stek. Het landschap was prachtig met overal Fuchsia's en bloeiende Montbretia langs de weg, maar ... lag er achter de volgende bocht nou eindelijk een plek waar ik bij het water kon komen ?

Nou nee, niet echt. De rotsen en kliffen gaan hier in een gapende afgrond naar beneden en achter de vredig grazende koeien zie ik een wild schuimende zee opspatten, waar je geen schijn van kans maakt om bij het water te komen.

Een eind verderop lukt dat gelukkig wel. Daar is een kiezelstrand waar weliswaar een flinke bries staat, maar ik tuig vol goede moed mijn strandhengel op in een poging een zeebaars te vangen.

Meteen na het inwerpen zie ik mijn lijn opzij gaan, doordat het lood blijkbaar geen bodem houdt. Dus ik monteer een zwaarder lood met ankers zodat het zaakje tenminste blijft liggen, maar... na een paar minuten begint de hengeltop ernstig door te buigen en... dat komt niet door vis.

Vele kilo's zeewier, waterplanten, apenhaar of hoe je het maar wilt noemen hangen aan mijn onderlijn. De voorslagknoop zit vol wier en die loopt vast in het topoog, waardoor ik niet eens meer kan binnendraaien. Binnen een paar minuten is mijn optimistische visplan alweer naar de kloten. Hier valt domweg niet te vissen. Te veel losgeslagen plantentroep in het water. Wegwezen.

Gelukkig vind ik na een middag zoeken en rondrijden een mooi sleufje waar wat stroming staat en daar laat ik midden in de kolkende stroom een shadje zakken... Boem ! Knappe gul ! Even later, zelfde plek... Boem ! Nog knappere gul... en ga-zo-maar-door. Aan de lopende band. Er hing een hele school gullen in dat gleufje.

Allemaal met hun kop in de stroming op dezelfde plek. Als ik er eentje stond te drillen schrok de rest even weg, maar na een paar minuten kwamen ze weer met hun kop in de stroming naar me toe zwemmen. En dat alles recht onder m'n voeten. Vlak voor m'n neus in het kraakheldere water. Prachtig !

Maar het was ook de bedoeling dat we een paar àndere vissoorten zouden vangen en dat gaat toch het beste met natuurlijk aas, dus stond deze jongen zich een hernia te spitten op de plaatselijke slikken.

Dat lukte aardig, maar je moest wel oppassen dat je niet ergens wegzakte en goed zoeken naar de plekken waar de meeste strontjes lagen. Na een half uur spitten lagen er 30 verse zeepieren in de emmer, dus toen konden de hengels worden opgetuigd en... wat gaan we nu weer vangen ?

Terwijl je daar zo staat te wachten op een aanbeet is er altijd weer die twijfel. Ligt mijn aas wel op de goede plek ? Hangt het niet ergens in de planten ? Hebben de krabben het er al afgesnoept ? Zit hier überhaupt wel vis ? Moet ik niet gaan verkassen ? Wat doet het getij ? Hoe laat is het eigenlijk ?

En dan opeens... nèt voordat je van plan was om te nokken... die harde aanbeet van een grote vis... die verdomme losschiet ! Je staat de hele middag (bij het verkeerde getij) te wachten en wil er nèt mee stoppen, maar in blessuretijd gaat er ineens een kneiter aanhangen die dan ook nog eens losschiet. Gvdgvd. Dan wil je nog lang niet naar huis. Dan ga je dóórvissen ( het is nu blijkbaar het juiste getij) en dan wordt er voorlopig niet gekoffieleut of geboterhamd. Nu is het tijd om te scoren.

Een mini-gulletje in de kleur oranje en een poon in de kleur grauw. Niet groot, wel geinig. ( er zijn ook rode ponen, maar die herken je aan hun blauwe vinnen). Toch gek... zo'n poon is aan het eind van zijn leven misschien twintig centimeter groter dan hij nu is... maar dat minigulletje kan uitgroeien tot een monsterkabeljauw van 35 kilo zwaar en 130 cm lang. Kwestie van tijd. Kwestie van genoeg eten en zorgen dat je zelf niet opgegeten wordt.

En dan die lipvissen. Dat zijn mooie sportvissen. Je kunt ze in ierland aan de kust overal vangen. Het is een explosieve vis die keihard door de slip kan gaan, ze kunnen tot 50 cm sterk worden en hun bont gekleurde vlekkenpatronen zijn een lust voor het oog. Vooral vrouwen en kinderen zijn gauw verliefd op dit visje, vanwege de mooie kleuren en omdat je hem in elke haven met een simpel tuigje makkelijk kunt vangen.

Hierboven zie je een 'Ballan wrasse' en hieronder het mannetje van de 'Cuckoo wrasse' . Je vangt ze met slanke goudkleurige pilkertjes van een gram of 15 , of met een fladdertje vis of stukje garnaal onder een werpdobber waarmee je een flink eind kunt gooien. Want lipvissen zitten altijd bij waterplanten (meestal blaasjeswier) en bij rotsen met scherpe pokken, mosselen en zeesterren erop... maar daar zit je dus gauw vast.

Daarom vis ik hier met een fel gekleurde nylon lijn die drijft op het oppervlak, zodat ik goed kan zien waar de lijn heen loopt en met een lange hengel van minstens 4 meter, zodat ik de lijn langs de rand van de waterplanten kan loodsen.... en dan... de dobber plopt onder... ik draai de bocht uit mijn lijn en hef de hengel en... Bingo ! ... volgende beauty aan de lijn.

Omdat je lipvis vrijwel altijd vangt in ondiep water... heeft de vis nauwelijks te lijden. Er is weinig drukverschil geweest, dus elke lipvis die je vangt kan springlevend worden teruggezet...en dat is een pluspunt.

Als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de visserij op roodbaars op diep water, waarbij elke vis die aan het oppervlak komt akuut dood gaat door caissonziekte ( in het Engels: 'the bends'  in het Nederlands: trommelzucht) dan is de visserij op lipvis aan het oppervlak een vrolijke, schone en weidelijke manier van vissen waar ook niet-vissers vaak wel de bekoring van inzien.

Er kwam ook een school harders langszwemmen die de aandacht trok, maar daar had ik me al vaker op stukgebeten, dus ik was niet van plan om te gaan omtuigen vanwege de harders. Gewoon met natuurlijk aas blijven doorvissen op de andere soorten.

Maar opeens zie ik die top trillen en mijn hengel staat te klapperen in de steun. Harder ! Die had notabene een forse haak vol zagers van de bodem opgepikt. Nog nooit meegemaakt. En... harders kunnen knokken ! Deze had slechts het formaat van een blankvoorn, maar was vijf keer zo sterk.

Ik had dat hardertje onbeschadigd willen terugzetten, maar precies op het moment dat ik hem zou teruggooien gleed ik uit over een gladde steen en de vis belandde perongeluk ergens tussen het blaasjeswier... Dat hadden de meeuwen héél gauw in de gaten...

De volgende dag was het miezerig druilerig weer. Je ziet me hier staan op een gewèldige stek. In theorie dan. We waren speciaal een eind omgereden omdat ik op deze specifieke hotspot mijn zinnen had gezet en gedroomd had over de zalmen, zeeforellen en/of zeebaarzen die ik daar zou gaan vangen. Op de landkaart had ik vantevoren deze stek rood omcirkeld, want hier zou het gaan gebeuren !

Niet dus. Helemaal noppes. Zero. Urenlang in de zeikende regen staan gooien met lepels en pluggen, maar geen stóótje. Zwaar teleurgesteld afgedropen. Vet balen. Doffe domper.

Op de terugweg naar de auto struikel ik over een gemeen stuk prikkeldraad, waardoor er een scheur in mijn waadpak zit, eenmaal bij de camping aangekomen moet ik helaas constateren dat het dak van onze tent lekt en als ik 's avonds in bed wil stappen blijkt ook mijn luchtbed lek te zijn. Lekker dan ! Zucht. Soms komt alle ellende tegelijk.

Maar ook in ierland komt er zonneschijn na regen, dus de volgende ochtend stond ik weer vrolijk paraat met de spinhengel, toen er een school pollakken langskwam die mijn dag goedmaakte. Met slanke lepels, lichte pilkertjes en sandeelshads op half water was het een feest. Ze waren misschien niet groot, maar wel beresterk en bloedmooi.

Enfin, je hebt inmiddels begrepen dat ik álle soorten vis interessant vind, dus de volgende keer zullen we eens een uitstapje gaan maken naar het zoete ierse binnenwater. Snoeken, baarzen en forellen in kraakhelder water? We gaan het zien.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK