Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
Vandaag zal ik je eens vertellen welke problemen, akkefietjes en incidenten we hebben meegemaakt tijdens onze vistrip naar Tregde in het zuidelijkste puntje van Noorwegen.
Want daar beleefden we niet alleen een paar mooie vis-avonturen in een boot op zee en vingen een rijke variatie aan kleurige vissoorten, maar er waren ook een paar hele vette blunders die we maakten. Stommiteiten die we uithaalden. Kort gezegd... er ging nogal eens wat fout... en ik zal je vertellen hoe dat kwam.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen... We zijn met de boot tegen een ijzeren paal aan gevaren. Als schipper heb ik een grote stommiteit begaan. Ik heb een ijzeren paal over het hoofd gezien die ik wel had moeten zien. Stom stom stom. Het spijt me. Zal het nooit meer doen.
Maar...weet je hoe dat nou kwam? Ik wil mijn domme fout absoluut niet goedpraten, maar het was een toevallige optelsom van zicht-belemmerende faktoren, zoals... een laagstaande zon met schitteringen op het water en fel tegenlicht, een console met een vuile ruit met spetters en opgedroogde zoutkristallen, een vismaat die voorin zat, waardoor er een dooie hoek ontstond, een smalle doorgang met ondieptes en andere scheepvaart, en de GPS stond op dat moment niet ver genoeg ingezoomd op de waterkaart, waardoor het baken op de kaart niet duidelijk zichtbaar was ... en toen... BOEM ! Wat een plotselinge dreun was dat ! Alsof er een bom explodeerde. Die had ik dus ècht niet zien aankomen.
Als je die paal hierboven op de foto ziet, dan zeg je... zo'n paal zie je toch duidelijk staan. Jij ongelooflijke oelewapper ! Inderdaad. Maar... de weers-omstandigheden waren op dat moment heel anders dan nu op de foto. Met fel tegenlicht... plus een vieze ruit... plus een dooie hoek... kan het toch zomaar gebeuren. Al heb je nog zo veel ervaring en vis je al zó veel jaren in een boot op zee... Shit happens anyhow.
Door de dreun tegen de paal sloeg de voorkant van de boot omhoog... en vloog vismaat Arie een meter de lucht in. Die klapte terug op het harde polyester met een bos sleutels in zijn kontzak,
dus die had daarna een blauwe bips en een bloedende sleutel-wond. Ikzelf smakte wel voorover maar raakte net-niet de console van de boot en dat was mazzel. Dus de lichamelijke schade viel gelukkig nogal mee.
Maar... wat helaas ook door de lucht vloog... waren niet alleen de meeuwen, maar ook mijn twee kostbare, rijk gevulde-, behoorlijk volgepropte-, toen-nog-goed-gesorteerde vis-trommels ! Die klapten keihard op de grond en spatten in plastic scherven uiteen... waardoor twee tellen later de hele boot gevuld was met honderden losse onderdelen. Overal lagen losse pilkers, shads, pluggen, klosjes, busjes, loodjes, dobbers, lijnen, kralen, haken enzovoort. Alles door mekaar. De hele mikmak. Wat een ongelooflijke chaos was het in die boot !
En wij stonden natuurlijk stijf van de adrenaline. Dus... nadat we bijgekomen waren van de schrik... heb ik alle rotzooi maar bij elkaar geharkt en in een bak geflikkerd en heb de rest van de week - voor straf- zitten vissen met een vreselijke alles-door-mekaar troepzooi-viskist. Eigen schuld, dikke bult.
Dat onverwachte incident kostte ons uiteindelijk 10.000 Noorse kronen (ongeveer 850 euro), dus daar waren we niet blij mee. Weer een harde les geleerd. Voortaan toch nóg beter opletten en nóg verder vooruitkijken en nóg verder inzoomen op de kaart en tijdens het varen liever geen persoon voorin die het zicht belemmert, want zoiets willen we beslist geen tweede keer meemaken.
Ach ja, zo beleef je nog eens wat. Waar gehakt wordt vallen spaanders, zakmaarzegge.
Zoals bijvoorbeeld ook die ene boei die ik niet had gezien... Een boei van een kreeftenkooi met een lang touw dat in het water lag. We voeren er bijna overheen en dat touw kwam vlak langs de buitenboordmotor, maar ik kon het nog net ontwijken. Dacht ik. Maar even later bleek dat de fishfinder geen goed signaal meer gaf (allemaal schuine lijnen)... en toen bleek dat de transducer scheef was gegaan door dat touw, dus die moest weer (voorzichtig!) worden teruggeduwd. Dat lukte uiteindelijk wel, maar het was toch weer een slordig foutje. Shit happens... okee... maar niet te vaak hè
We schrokken ook even toen er in de haven opeens een scherpe brandlucht opsteeg en vreesden dat er een boot in de fik stond. Maar dat bleek dus een vreugdevuur te zijn, ter viering van 21 juni, de langste dag van het jaar. Dan stappen de Noren 'savonds in hun boot en gaan gezellig met z'n allen rondjes varen tussen de eilanden. Voor de lol, met natuurlijk de nodige alcohol aan boord (wat voor elke schipper streng verboden is... en de boetes in Noorwegen zijn niet mals). Alleen... die zogenaamde vreugdevuren komen dus helemaal niet uit de verf. Daar is niks an. Ik bedoel... een vuur is mooi om naar te kijken... als het donker is. Maar niet als het nog hartstikke licht is. En als je dan ook nog een paar smerige pallets en geverfde planken erop gooit, dan wordt het een ordinaire vuilverbranding. Dus wij hadden weinig vreugde van dit vuur.
Tussen de steigers van de jachthaven was het water bruin gekleurd en bedekt met een laag vuiligheid. Het leek alsof er door mensen vieze troep in het water was gegooid, maar nee... dit is puur natuur. Dit is de algenbloei waar we in het voorjaar juist op zitten te wachten. Want die algen worden gegeten door fytoplankton, dat gegeten wordt door zooplankton, dat gegeten wordt door garnaaltjes, die gegeten worden door harinkjes, die gegeten worden door makrelen, die gegeten worden door koolvissen, die gegeten worden door kabeljauwen, die gegeten worden door heilbotten... die uiteindelijk weer worden opgegeten door garnalen... enzovoort.
Die hele cyclus wordt hier in zuid Noorwegen rond half mei in gang gezet door de algenbloei. Dan komen er grote scholen haring, makreel en koolvis naar de kust
en daar zullen uiteindelijk ook de grotere vissoorten achteraan komen. Met andere woorden: zodra je tussen de steigers een troebele bruine algensoep ziet... dan gaat hier in het zuiden van Noorwegen het visseizoen pas echt beginnen. En tussen de steigers zagen we al vis jagen, dus...kom maar op met die makrelen !
In ons appartement aan de haven zaten we pico bello en je hoort mij niet klagen over de accomodatie, maar... wat ik dan niet begrijp... als de eigenaar van het pand ter informatie een landkaart aan de muur hangt, zodat de toeristen kunnen zien waar ze zich bevinden... dan heb je toch niks aan een kaart waarbij 1 centimeter 1 kilometer is? Dan kun je nog niks zien!
Daar heb je als varende toerist he-le-maal niks aan. Dat kan veel beter. We moeten veel verder inzoomen en alleen kijken naar het gebied dat binnen boot-bereik ligt. Op de waterkaart hieronder kun je als visser en schipper wèl duidelijk zien hoe het onderwater-landschap eruit ziet... en dan is het vinden van een goeie stek een makkie.
Bij A zie je bijvoorbeeld een mooie baai die beschut ligt tussen de eilanden. Daar loopt het talud af van 20 naar 50 meter en daar vingen we knappe gullen van een centimeter of 80 (die
hingen notabene 10 meter boven de bodem op half water) dus dat is bij alle windrichtingen een fijne stek.
Bij B zie je ondiepe rotspartijen die ver uitsteken in zee... en daar zouden wel eens een paar zeeforellen kunnen rondhangen... Je kunt hier alleen vissen als er erg weinig wind en weinig branding is,
want er zijn gevaarlijke rotsen onder water waar je absoluut niet op wilt varen. Daar moet je minstens 5 meter water onder de boot houden (fishfinder op ondiepte-alarm) en tijdens het vissen (werpen naar de ondieptes) laat je de motor stationair draaien, zodat je weer snel kunt wegvaren als het te ondiep wordt.
We vingen daar inderdaad een paar mooie zeeforellen op een windstille zonovergoten dag en dat was echt geweldig mooi. Een zeeforel vangen op licht kunstaas (15 grams blauwe Toby lepel) is een knap kunstje en beslist geen appeltje-eitje. Ze zijn zeer explosief (zet die slip wat losser!) en ze springen tijdens de dril wild kopschuddend boven water, dus een gehaakte zeeforel is nog lang geen gevangen zeeforel.
Bij C zie je twee onderwater-bulten, waar meestal wel een school koolvis en/of pollak rondhangt. De stroming bepaalt waar de school zich ophoudt... meestal in de luwte van (achter) de bult of precies in de geul tussen twee bulten. Midden bovenop zo'n bult is de bodem altijd keihard (want anders zou het zijn afgesleten door de stroming) dus dat zijn waarschijnlijk stenen met schelpen, pokken, anemonen, zeesterren, mosselbanken enzovoort, en dat zijn plekken waar vaak lipvissen rondhangen.
Dat zijn felle knokkers met een lange adem en een gevlekte lipvis van 40 vecht harder dan een gul van 80. Ze zijn donders sterk en je kunt ze makkelijk weer levend terugzetten (en ze zijn ook minder lekker dan andere vissoorten) dus lipvissen zijn geweldige sport-vissen. Voor de afwisseling. Altijd welkom.
Op de kaart bij D zie je de stek waar onze Duitse collega's dagenlang hebben rondgedobberd, met onhandig lange hengels, veel-te-dikke lijnen en loodzware pilkers op heel diep water. Ze kwamen wel met een paar flinke lengen aan wal, maar hun lompe manier van vissen is niks voor ons. Veel te grof. Veel te zwaar pompen en hijsen met 300 grams pilkers en verenpaternosters op meer dan 100 meter diep. Tot je er een hernia van krijgt. Daar is geen lol aan. En sowiezo... elke vis die je zo diep vangt zal onherroepelijk dood gaan, dus dat moet allemaal weer de vriezer in, dus die gasten staan 'savonds nog urenlang kisten vol mini koolvisjes te fileren. Maar daar hebben wij geen zin in. Das wollen wir überhaupt nicht.
Wat dat betreft was er nog een andere gozer die het niet zo slim aanpakte. Die dacht dat het handig was om vanaf een vuurtoren te gaan vissen. Hij klom optimistisch omhoog langs de ladder (verdomd lastig met een hengel in je hand) en liet vanaf de railing een kunstaasje zakken... maar... toen zat hij meteen vast aan de bodem. (nogal logisch, want onder die toren ligt het vol met stenen, schelpen, mosselbanken enzovoort). Enfin... niet getreurd... hij monteert een nieuwe pilker en gooit die een eind verder weg. Hij wacht een paar tellen en begint te draaien, maar... zit meteen wéér vast. (nogal logisch, want het talud loopt hier stijl omhoog en overal zijn scherpe randen). Dus die gozer heeft daar nog een paar minuten vreselijk staan klungelen... en toen is ie maar weer die klote-trap afgeklauterd en terug in zijn bootje gestapt en balend afgetaaid. Ondertussen hadden wij vanuit onze boot rondom die vuurtoren gevist... en dat lukte dus duidelijk wèl. (nogal logisch, want onderaan het talud zit een knik en daar barst het van de pollakken).
Er was nog een tegenvaller die ik je even moet vertellen. We waren in vorige vakanties een paar keer naar Farsund gereden (60km) om daar een stelletje doornhaaien te vangen... en dat was de vorige keren erg goed gelukt. We hadden toen zelfs op een middag meer dan 20 doornhaaien staan drillen, dus onze verwachtingen waren hooggespannen..
Maar... deze keer... geen enkele aanbeet. He-le-maal niks. Ruim 4 uur geconcentreerd zitten vissen met twee hengels met sterk ruikend aas... Nul, niks, nada. We snappen er geen ene bal van. Komt het door het weer ? Het verkeerde water-getij ? Of hebben we nu toevallig pech gehad... en hadden we de vorige keren puur geluk ? Vissen blijft gissen.
En dan nog een laatste geval van pech-hebben. We hebben er al zo vaak in gestaan... die altijd-en-eeuwige kilometer-lange file voor de Elbtunnel bij Hamburg. Of je nou heen- of terug reist naar Noorwegen... met de auto beland je bij Hamburg meestal in een lange file, die op de heenweg zoveel vertraging kan geven, dat je de ferry van Hirtshals naar Kristiansand gaat missen. Dus dan zit je met een gespannen blik naar de kilometerteller en de klok te kijken en breekt het zweet je uit. Zeg... we gaan toch zeker niet te laat komen voor de oversteek naar ons vissersparadijs ?! Staan we straks voor een dichte slagboom en moeten we vannacht in de auto slapen ?! En kunnen we morgen dan wel met de boot ? Zo zal elke vistrip altijd gevuld zijn met steeds-weer-nieuwe hindernissen en problemen en het avontuur verloopt nooit zoals je vantevoren had verwacht.
Tenslotte had ik nog dolgraag mijn duikbril, snorkel en wetsuit aangetrokken om zwemmend een kijkje te nemen op de bodem van onze visstek (altijd zeer leerzaam), maar het miegelde daar van de kwallen, dus dat plan ging ook niet door. Enfin, we hebben nu wel zo'n beetje alle netelige situaties en negatieve minpunten van deze vistrip opgenoemd, dus de volgende keer zullen we eens kijken naar de positieve visvangsten. Dan gaan we het hebben over handige onderlijnen en slimme trucs die duidelijk wèl werkten. Tot dan.
Je kunt de vorige afleveringen van deze praktijk-serie over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, Ierland, Wales, Schotland, Normandië, Bretagne en de Middellandse Zee nog eens teruglezen en de foto's bekijken via deze link
Vissersgroeten van Geert Luinge. Email : g.luinge2@upcmail.nl