Tekst en fotografie: Geert Luinge
Zo'n 2000 jaar geleden was heel Gallië bezet door de Romeinen. Héél Gallië ? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden en in dat dorpje (het werkelijk bestaande plaatsje Erquy in Bretagne) woonden toendertijd niet alleen Asterix en Obelix, maar ook een hele goeie visserman, Kostunrix.
Met veel moeite, geploeter en gezwoeg deed hij zijn best om met zijn boot op zee verse vis te vangen en die te verkopen in het dorp, maar zijn buurman zei altijd dat zijn vis stinkt...maar dat is onzin. Nietes! Welles! Nietes ! Pats-Boem !...kreun... twietwiet...
Enfin... in de buurt van dat dorpje hebben we deze keer onze caravan neergezet, met uitzicht over zee. We gaan de komende week vèt veel vissen en hopelijk een partij zeebaarzen verschalken. Of misschien een paar mooie schollen, grieten of tarbotten vangen ? Dus we gaan flierefluitend op pad langs de Bretonse kust en met nieuwsgierige vissersogen (en een stationcar vol hengelzooi) kijken wat daar te beleven valt. Het eerste wat opvalt zodra je in Bretagne aan zee staat is het enorme getijde-verschil. Zodra we aankomen op de camping ga ik een kijkje nemen op mijn toekomstige visstek. Dat ziet er prima uit... denk je dan.
Maar... nadat ik mijn vismobiel heb neergezet, de voortent en de haringen stevig in de grond heb geramd, de hengels uitgepakt en opgetuigd, een boodschap gedaan en een bak soep naar binnen gewerkt... loop ik optimistisch naar mijn nieuwe stek, maar... die ziet er nu héél anders uit. Hier zie je twee keer dezelfde plek, maar dan een paar uur later.
Bij Saint Malo kan het hoogteverschil tussen eb en vloed bij springtij zelfs oplopen tot 14 meter, dus elke visser die in de haven zijn boot aan de steiger zou willen binden moet rekening houden met het feit dat de hele haven bij eb gaat droogvallen.
De Bretonse sportvissers die hier tegenwoordig een boot hebben zijn zeer beperkt in hun mogelijkheden. Sommige havens lopen totaal leeg, waarbij de boten de helft van de dag op hun zij in de slik liggen, bij andere havens is er een sluisdeur neergezet om het zeewater vast te houden, maar in beide gevallen ben je dan dus de trotse eigenaar van een mooie dure zeewaardige boot, maar je kunt niet gaan vissen vanwege het getij. Da's toch een raar probleem:... Wel een boot, maar geen water.
Er zijn dan twee mogelijkheden: òf je gaat heel kort vissen (een paar uur voor- en na hoogwater), maar dan moet je wel zorgen dat je op tijd terug bent... en dat is geen prettig idee, òf je moet ervoor kiezen om een heel getij op zee te blijven, dus vertrekken en aankomen bij hoogwater. Maar dan ben je buitengaats overgeleverd aan de elementen en zul je vanwege het getij vaak ook 's nachts moeten vissen.
Nee, de moderne bootjesbezitters en luxe jachteigenaren die hier nu in de haven liggen hebben nog steeds hetzelfde probleem als Kostunrix in zijn gammele houten roeibootje tweeduizend jaar geleden.
Op het informatiebord bij de receptie van de camping had iemand een best mooie tekening opgehangen (zoiets heet een aquarel), die het wel waard was om een foto van te maken. Hij paste wel aardig bij dit verslag. Gelukkig heeft Bretagne een kuststrook die zeer gevarieerd is. Op de foto's van de omgeving zie je verschillende kustvormen, die je grofweg kunt indelen in drie verschillende types.
Er zijn ruige rotsen (zoals op de eerste foto) waar je vrijwel niet kunt vissen (daarover later), er zijn harde zandstranden waar het water keihard op- en afgaat (op foto 2 ga ik vanavond vissen) en er zijn zachte slikgeulen waar je gevaarlijk wegzakt in de blubber. Daar kun je moeilijk vissen, maar daar zitten wel de zeepieren die je wilt steken.
Na het avondeten haal ik (eindelijk) mijn hengels tevoorschijn, trek mijn waadpak aan en rijd naar de strand-stek op de foto hieronder, (nee andersom, eerst autorijden en dan waadpak aantrekken), ik haal mijn speciale strandkar tevoorschijn en zet mijn viskist erop en gooi die vol visspullen (nee andersom, eerst die troep erin en dan pas die kist op de kar zetten), ik loop naar de waterlijn en begin daar mijn onderlijn te beazen (nee andersom, eerst beazen en dan pas naar de waterlijn lopen, want het is hard opkomend tij).
... maar ik geloof dat ik een beetje in de war begin te raken, door al dat opschuiven. Rustig relaxen is er niet bij, want er zijn 3 dingen die je steeds achteruit zult moeten verplaatsen: je hengel, je hengelsteun en je viskist en dat kan niet tegelijk.
Als je bedenkt dat ik die avond 10 keer achteruit ben opgeschoven, waarbij ik dus telkens 6 keer heen-en-weer ben gelopen om mijn spullen te verplaatsen, plus nog de afstanden die ik steeds wadend het water in liep om zo vèr mogelijk te kunnen werpen... dan snap je dat ik rond middernacht een aardige strandwandeling had gemaakt en totaal gesloopt was.
Uiteindelijk had ik een uitgewaaide rooie kop en een zoute bek vol zand, maar .... wèl een geinig zeebrasempje en een paar mooie zeebaarzen gevangen ! Gna gna.
Die zeebaarzen ving ik aan een geclipte wapper onderlijn met twee haken als pennel-rig (dus een haak aan het eind èn een haak aan het begin van het aas). Dat gooit niet alleen verder dan een onderlijn met 3 afhouders (en dat kan veel uitmaken op zo'n vlak strand) maar het paste ook beter bij de ontzettend grote zeepieren/tappen die ik had gestoken.
Nu ga jij waarschijnlijk zeggen: hé, maar je mag toch niet zoveel zeebaarzen meenemen !? Dat klopt, in Holland, met de huidige wetgeving. Maar deze nachtfoto is al wat ouder, uit de tijd dat de zeebaarzen nog volop aanwezig waren.Tegenwoordig zou ik die zeebaarzen niet meer meenemen. Ik zou alleen een foto maken en hem daarna weer gauw terugzetten. Ja, de tijden zijn wel veranderd.
De volgende dag had ik de smaak goed te pakken, dus ik was van plan om daar met hoogwater weer te gaan staan en dan met afgaand tij te vissen. Maar... op weg naar die strandstek rijden we door het dorp... (waar we langs het huis van Kostunrix komen) en er is een wegomlegging vanwege een groots dorpsfeest...
Ik draai het raampje open en ruik heerlijk gebakken spek (hele varkens aan het spit !) en het dorpsplein staat vol met gezellige mensen en lekkere hapjes... dus we besluiten om 'eventjes' te gaan kijken hoe zo'n Obelix-feest er tegenwoordig uitziet.
Bij de kraam van Kostunrix kon je smullen van overheerlijke Moules Marinieres (roomboter, sjalotjes, knoflook, witte wijn, slagroom en mosselen ) en zijn vis stinkt inderdaad niet, maar zijn mosselen waren wel kleiner en veel duurder dan bij ons thuis.
Voor dit feest had druïde Heinekix een geestrijk vocht gebrouwen, dus die tapte Bière ala Pression en schonk du Vin Chateau Migraine en ondertussen stond druïde Unix te roeren in een grote pan met soep, maar daar zat helemaal geen maretak in !
De bomen zitten hier nog steeds vol met maretak (parasiet-plant die sap aftapt van een boom) en als je erbij kunt komen om ze te plukken heb je inderdaad een krachtig geneesmiddel in handen, want dat wordt nog steeds gebruikt als middel tegen hartklachten, hoge bloeddruk en zelfs tegen kanker. Maar tegenwoordig koop je dat gewoon bij Drogix en Apothix.
De Bretonse crêpes van Bakmix waren een heerlijk tussendoortje, maar de frites van Macdix was nogal vet (... mijn frites is niet vet ! Welles! Nietes! ), en de brouwseltjes van Douwix en Pickwix waren nogal prijzig, maar daarna zaten we behoorlijk vol en kon ik eindelijk mijn weg vervolgen naar de visgronden.
Op het strand waren de omstandigheden nu heel anders. Het water ging af, het zand was overal nat en zacht (dus een klapstoel zou meedogenloos wegzakken in het natte zand), maar deze keer had ik een lichte spinhengel bij me en een rugzak voor de spullen, want dat gezeul van gisteravond leek me toch niet de slimste manier om hier te vissen. Vol goede moed heb ik staan gooien en smijten met allerlei kunstaas, maar de baarzen waren er niet. Die komen waarschijnlijk vanavond pas als het gaat schemeren.
In een ultieme poging om tenminste nog iets te vangen knoopte ik terplekke een simpele onderlijn, een wartelloodje en een wapperlijn met een stukje zeepier aan mijn spinhengel en liet die langzaam over de bodem scharrelen... Boem !... Beet !... Bingo !... Bot !
Op de terugweg kwamen we weer door het dorp... en het feest was nog lang niet afgelopen. De bard en zijn orkest maakten inderdaad een vreselijke doedelzakkenherrie, want toen de plaatselijke dorpsfanfare (?) dweilorkest (?) langskwam hoorde je uitsluitend valse noten en kreeg je akuut een fluitende hoofdpijn.
Ik zag zelfs een vrouwelijke doedelzakkeniste (?) doedelzakkeneuse (?) lopen met oordoppen in, dus die vond het zelf ook niet al te best klinken.... en het was nog lang rumoerig in het dorpje aan de Bretonse kust.
De trouwe lezers vragen zich misschien af ... of onze poes weer deel uitmaakte van het team en of er misschien weer dooie muizen in de voortent tussen mijn visspullen lagen. Jazeker ! Alleen was het jammer dat de Bretonse spitsmuizen die hier rondsjokken echt ontzettend sloom zijn. Die rennen helemaal niet hard weg, zoals de Deense veldmuizen, en die verstoppen zich lang niet zo goed als de Hollandse huismuizen. Nee, qua muis was het matig. Maar gelukkig huppen hier wèl spannende vogeltjes rond de tent ! ... (dat zien we de volgende keer)
De rest van de week bracht ik door achter de hengels, op het strand, bij de rotsen en tussen de slikken. Ik ving nog een handvol zeebaarzen, botten, scharren en ponen die me blij maakten, ik zag een paar lepelaars die met hun spatelsnavels stonden te sabbelen in een plasje, ik zag een egel, een vos en een marter langskomen en in de verte hoorde je de koekoek roepen, dus ik was helemaal happy, daar aan de kust van Bretagne. Laat mij maar lekker schuiven.
Toen Kostunrix eindelijk terugkwam met zijn roeiboot had hij een lekkere bak vol verse vis gevangen, dus die bood hij meteen te koop aan in zijn winkel in het dorp. Maar wat denk je ? ... begint die vervelende buurman wéér te zeiken ! Je vis stinkt !! Nietes!... Welles!... Nietes!...Patsboem!... kreun... twietwiet...
Volgende week gaan we verder op zoek naar vis- en avontuur in Bretagne, en ik hoop dat vriend Kostunrix ons dan een paar goeie stekken wil aanwijzen, want er zijn hier zó veel mooie- maar tegelijk ook moeilijke stekken, dat het lastig is om een keuze te maken wáár je gaat vissen, en welke risico's je durft te nemen.
Tot dan.
Vissersgroeten van Geert Luingix
g.luinge2@upcmail.nl