Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat.
Hallo vismaat. Deze keer neem ik je mee naar het zuidelijkste puntje van Noorwegen, waar we met vier man vanuit een boot een ongelooflijke partij vis hebben gevangen.
Nog nooit... in al die 45 jaren waarin we in Noorwegen hebben gevist... was er zó veel vis op de stekken aanwezig en hebben we zó vaak met kromme hengels gestaan.
Maar laten we bij het begin beginnen, want de nieuwe overtocht (sinds april 2022) met de boot van Eemshaven naar Kristiansand was helemaal geweldig. Niks te klagen. Alles okee.
De MS Romantika biedt onderweg vertier in allerlei vormen. Een casino, diverse bars, koffiecorners, een lopend buffet, een alacarte restaurant, teevee rooms, speelhokken, live muziek, een taxfree-shop enzovoort. Dik voor mekaar. Helemaal top. De boot vertrekt 's middags om 15 uur... dan ga je rustig relaxen, hapje eten, gezellig borrelen en heerlijk snurken in een niks-mis-mee slaapcabine. Dan stap je de volgende ochtend uitgerust en okselfris uit je bed en ben je rond 10 uur in Noorwegen en kan de vakantie meteen beginnen. Kortom: een aanrader.
Onze eindbestemming was het prachtige visgebied rond Tregde, op slechts 60 km afstand van Kristiansand, waar we bij TregdeFerie een luxe 6 persoons huis hadden gehuurd en een vette boot voor de hele week. Dus... maak je borst maar nat... hier gaat een stevig potje gevist worden.
We hadden net de sleutel van ons nieuwe huis gekregen en waren nog bezig met het uitladen van de auto toen er een Noorse boskat voor de deur kwam staan... en deze zielig miauwende baal hooi heeft ons de rest van de week achtervolgd. Tot diep in de nacht stond hij naast ons in het fileerhok te miauwen, terwijl hij met zijn harige vacht als een dweil door het visafval veegde...
Maar weet je wat nou zo gek was? Hij verdomde het om vis te eten. Geen zin in. We hebben hem vanalles aan vis-onderdelen en lekkernijen voorgezet, maar hij wou helemaal niks. Zeker een vegetarische kat ?
In de boot hadden we genoeg ruimte, want we hadden onze eigen bootstoelen meegenomen (en op een stevige koelbox kun je ook redelijk goed zitten) dus dat was comfortabel genoeg.
Ik had mijn eigen anker meegenomen (15kg met ketting en breeklijn) met 40 meter ankerlijn en aan boord hadden we natuurlijk ook zwemvesten (wel aantrekken!), een reservetank benzine, een ehbo trommel, eten-en-drinken, extra regenkleding, een schepnet, een gaff, een ploertendoder, een lijnbreekstokje, een hakensteker, een onthaaktang, grote trommels vol kunstaas, dikke mappen vol onderlijnen en een zware koelbox vol met natuurlijk aas.
En dan natuurlijk nog eens 12 hengels. Tja... gewoon een lichte, een middel en een zware stok per persoon per dag. Das niet zo raar. Maar... dat betekent dat er altijd 8 hengels ergens half opgetuigd onhandig in de weg liggen... en dat is wel een dingetje. Zodra je namelijk hengels rechtop gaat zetten... kun je er niet meer langs tijdens het drillen en dat is verdomd onhandig. Daar hebben we al een paar dikke vissen door verspeeld. We leggen die 8 hengels voortaan liever plat bij elkaar. Dan wordt het soms inderdaad een warboel en een knopenzooi... maar dat hoort nou eenmaal bij het vissen. Hoe meer spullen je aan boord hebt... hoe minder ruimte ... en hoe groter de troep. Zo gaat dat. Zolang er maar geen onderlijnen met haken en losse pilkers met dreggen door de boot gaan zwerven, want dan krijg je ongelukken.
Natuurlijk hadden we ons huiswerk goed gedaan, dus de geplastificeerde waterkaarten met de stekken zaten in een degelijke map bij de soorten-scorelijst, en samen met de gps en de fishfinder konden we elke bult en elk taluud haarfijn uittekenen, dus ... katintbakkie.
En we hadden (weer eens) mazzel, want het was deze week prachtig weer, met relatief weinig wind. Dus dat betekende dat we het wijd op konden. Naar open zee is het hier ongeveer een half uur varen en daar liggen een paar mooie bulten... waar misschien een school vis in de buurt hangt? Nou... daar lag wel vis op ja! Een gigantische school koolvissen die zo groot was dat ze eigenlijk niet allemaal op de bult pasten. Daardoor hingen ze tweehonderd meter verderop nog steeds op half water, dus het barstte van de vis.
Ik weet niet of het hier in Noorwegen een extreem warm voorjaar is geweest waardoor er een extra groot voedselaanbod was, maar het was echt absurd. Niet normaal, zo veel vis.
We vingen koolvissen aan de lopende band, die een kop groter waren dan in de vorige jaren en zodra je een (kunst)aasje liet zakken...stond je binnen een paar tellen met een kromme hengel.
Het aantal keren dat we met vier hengels tegelijk stonden te drillen was niet te tellen. Geloof me, het was bizar. Het rammelde echt van de vis. En als je dan een onderlijn met vier haken laat zakken... dan heb je al gauw een full house.
Die koolvissen mogen lekker mee naar Holland, dus die gaan we vanavond netjes fileren en keurig inpakken in de vriezer, want tegen een portie knapperige koosvis-kibbeling zeggen wij geen nee. Okee, kabeljauw is nog lekkerder, maar die konden we deze week nergens vinden en hier zijn we ook dolblij mee. Nou hadden we deze keer Jeroen en Yuri aan boord, twee jonge gasten die in Holland al heel wat grote karpers en metersnoeken hebben gevangen, dus dat zijn jongens met veel ervaring op zoet water. Maar hier op zee is het een ander verhaal. Dan praat je over aantallen. Honderden vissen. Thuis in Holland zit je uuuurenlang op een enkele aanbeet te wachten... terwijl je hier in Noorwegen op zee (vandaag) maar iets hoeft te laten zakken... en binnen een paar seconden zit er vis aan. Dat is nogal een verschilletje. Urenlang wachten op een enkele karper- of snoek-aanbeet... of... binnen tien tellen een tros klapperende koolvissen en/of pollakken binnenboord hijsen. Dat was dus een extreem snelle overgang van zoet naar zout... maar onze jongens lustten er wel pap van !
Je snapt dat we een beetje overdonderd waren door dit klaterende succes... en dat we er voorlopig nog geen genoeg van hadden. De mannen noemden het 'koolvis-hakken' en gingen helemaal uit hun dak. Nu zou ik je dus een kist vol koolvissen kunnen laten zien en een aanrecht vol filets, maar we vingen zo veel vis dat we het merendeel weer springlevend hebben teruggezet, want... je kunt ook te veel vis vangen.
Toen ik die jongens zo bezig zag met hun lopendebandwerk... heb ik als test een grotere shad gemonteerd... om te kijken of er ook grotere exemplaren tussen zaten. Dan voel je dus wel konstant tikken op het kunstaas, maar ze hangen niet doordat de haak te groot is. De staart van de shad wordt eraf gebeten en een twister wordt van de haak getrokken.
Dan gok je op die ene grotere vis... maar de meeste vissen in de school zijn even groot... en dan wordt jouw vangkans aanzienlijk kleiner. Dus dan sta je daar een uur lang met een grote shad visloos te wapperen... en toe te kijken hoe zij de ene na de andere vis binnenhalen. Dan toch maar weer een kleiner pilkertje laten zakken... even jutteren... (ik haal best fel op en neer, want als je zo'n pilker met een felle ruk omhoog trekt... dan voel je hem trillen in het water... en dat horen/voelen de vissen ook...dus komen ze er eerder opaf...)... Bonk!... een fraaie pollak.
Maar ja, hoe lang hou je dat vol ? Los van lichamelijke verschijnselen zoals een lamme arm van het drillen treedt er (bij mij althans) al vrij gauw een zekere mate van verzadiging op. Vissen is leuk, maar... het spelletje moet niet te makkelijk worden. Het moet wel een uitdaging blijven. Kortom... na zoveel-honderd koolvissen en pollakken werd het tijd voor iets anders. We kozen voor een stek die wat minder op open zee en wat meer in de luwte van een eiland lag... en toen vingen we meteen een andere soort. (en op de achtergrond staat de volgende hengel alweer krom).
Vriend Arie heeft inmiddels al heel wat sterke vissoorten aan de lijn gehad, maar voor een dikke lipvis is hij altijd te porren. Die knokken als een bezetene. Ze zijn ijzersterk en niet moe te krijgen en... een lust voor het oog. We vingen (op kunstaas) gevlekte- en koekoeks lipvissen in allerlei maten en kleuren... en elke bonte verschijning werd steeds met luid gejuich ontvangen. Lang leve de lipvis !
De lipvis is echt een visje om verliefd op te worden. Vooral kinderen zijn er gek op. Wie als vader met zijn vrouw en kinderen tijdens een Noorse vakantie op een makkelijke manier een paar schattig gekleurde visjes wil vangen ... die zoekt eerst een paar mosselen of een ander natuurlijk aasje... en gaat dan in het heldere water (meestal vlak bij de kant tussen de waterplanten) op zicht een paar van die kakelbonte lipvisjes vangen (en weer springlevend terugzetten). Dan kan samen vissen echt leuk en bere-gezellig zijn. Quality time.
Maar ja... zelfs als je op een plek achter mekaar van die kakelbonte lippers vangt... dan wil je tòch weer een eindje verderop gaan kijken... of daar misschien iets anders rondzwemt. Meestal hangt de te-vangen-vissoort totaal af van de stek die je uitkiest.
We konden in principe kiezen uit drie (totaal verschillende) stekken, die je hierboven ziet aangegeven met A, B en C. Op een bult op het wijd (A) waar meestal veel golfslag staat, waar de boot snel drift, dus waar je alleen kunt vissen als er weinig wind is...(en waar dus vaak grote scholen koolvis rondhangen). Of in een smalle sleuf achter een eiland (C), waar je kompleet uit de wind ligt ( waar het dus bleek te barsten van de lipvis). Of daar tussenin (B), bij de buitenste steile rotswand vlakbij open zee, waar je (alleen bij oostenwind) heerlijk in de luwte vlakbij de rotsen kunt vissen... waar vaak hele beste pollakken rondhangen.
Met een sandeel imitatie op half water lukte het donders goed (eerst een eind naar de bodem laten zakken en dan snel omhoog draaien) en reken maar dat zo'n pollak een robbertje kan vechten.
Terwijl ik als schipper druk bezig was om de boot vlak langs de rotsen te sturen... stoven de pollakken pijlsnel onder de boot door... en stond vriend Arie te drillen met zijn hengel onderwater. Wat een knokker!
We stonden daar dus heerlijk onbekommerd te vissen en te genieten, toen er (weer eens) iets gebeurde wat we niet hadden verwacht... Op de fishfinder verscheen plotseling het bericht 'Battery on Low voltage' ofwel... de accu van de boot was bijna leeg. Oeps... das niet zo fraai. Daar is stront aan de knikker en dat kunnen we op zee niet gebruiken. Gelukkig wou de motor nog wel een keertje starten, maar wij moesten hier gauw wegwezen bij die gevaarlijke rotsen. Daarom besloten we om 1) een flink eind te gaan varen zodat de accu weer kon opladen en 2) de motor voorlopig niet meer uit te zetten en 3) in de richting van de thuishaven te gaan varen. Je weet immers nooit of het hele systeem er straks ineens mee nokt... en dan ben je zwaar de Sjaak. Op zee wil je geen onnodig risico lopen en absoluut geen panne krijgen. Veel te link. Maar gelukkig viel het mee, want toen we vlakbij de haven op de display keken was het voltage alweer toegenomen, dus toen konden we met een gerust hart ons aas laten zakken. We hadden namelijk afgesproken dat we zo veel mogelijk verschillende vissoorten gingen vangen, dus het werd tijd voor iets anders. Een paar scharren bijvoorbeeld.
Met een sappig geurend flappertje uit de buik van een makreel, een vers-gepelde garnaal of een stripje zalmvel, aan een venijnig klein haakje, met een paar opvallende kralen ervoor, aan een lange wapperende onderlijn, ergens op een zanderig stuk waar wat stroming staat. Op twintig meter diepte laten we de boot langzaam driften terwijl onze loodjes over de bodem schuifelen... dan is het een minuut stil... en dan ... Trrr Trrr... daar trilt een hengeltop. Meteen de beugel open en lijn geven... even wachten.. dan de beugel dicht... strakdraaien en hengel heffen... Bingo! Twee tegelijk.
Dus we gaan gauw weer een eindje opvaren...we leggen de boot stil op dezelfde plek... laten ons aas zakken... de boot drift langzaam over de stek... effe wachten... Trrr Trrr ... Kets ! ... volgende schar. Steeds op exact dezelfde plek waar we die andere ook vingen. Op een paar vierkante meter. Scharren blijken vaak vlak naast elkaar op hetzelfde stuk zand te liggen... en als je eenmaal zo'n plek gevonden hebt wordt het een feestelijk scharrenbal.
Maar helaas komt aan elk feest een eind... en na zo'n lange dag op zee (in de middag ging het harder waaien) was onze energie eigenlijk ook wel op. Totaal versleten wou ik neervallen op de bank, maar nee... nu toch eerst een lekkere pan kibbeling bakken voor de mannen Dat moet ook gebeuren. Dus hup, meteen aan de slag in de keuken.... Maar... dan sta je daar dus aan het aanrecht... vreselijk heen- en weer te schommelen! Dat is maf man. Het evenwichtsorgaan in je oor is overbelast door het urenlange gehobbel in de boot op de golven en je staat nog minstens een half uur te wiebelen op je benen (dus ook oppassen bij het piesen). Sowiezo is je lichaam vermoeid van dat geschommel in de boot, plus dat irritante gesuis van de wind, plus dat felle getuur tegen de zon in, plus dat konstante gekijk op de fishfinder, plus dat drukke geschipper tussen de rotsen. Kortom... dat totale gevis... dat is knap vermoeiend. Maar gelukkig ozo bevredigend !
Als ik eindelijk in bed lig... blijven m'n gedachten nog urenlang rondzingen... en in mijn mooiste droom zie ik een héle grote schar aan het oppervlak verschijnen. Of wordt het misschien toch een schol... of zo'n andere mooie gestippelde platterik? Gaat het morgen gebeuren ? We gaan ons best doen. Elke dag heeft weer een nieuwe verrassing in petto.
Vissersgroeten van Geert Luinge: email: g.luinge2@upcmail.nl
In de vorige afleveringen van deze allround-praktijk-serie over het vissen in het buitenland lees je de avonturen die we beleefden in Noorwegen, Denemarken, Bretagne, Normandie, Ierland, Wales en de Middellandse zee ... via > deze link <