image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip deel 28: Kvenvaer,  Hitra, Noorwegen.

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat.

Hallo vismaat. We zijn weer in Kvenvaer op het eiland Hitra in Noorwegen, waar we in de vorige afleveringen een flinke kist vol vis hadden gevangen. Gullen van over de meter en kneiters van pollakken hadden onze stokken kromgetrokken en de sfeer was opperbest.

Laten we vandaag voor de afwisseling eens een kijkje gaan nemen in het fileerhok, waar onze collega-vissers midden in de nacht (met een blik bier binnen handbereik) bezig zijn om hun vangst te fileren en netjes in te pakken. ... Wat zeg je ?...Netjes ? ... Ammehoela ! Wat staan die gasten soms te klungelen en wat is het vaak een smeerboel.

Misschien ben ik te kritisch, maar af en toe springen de tranen in m'n ogen als ik zie hoe sommige vissers met hun vangst omgaan en hoe smerig en waardeloos ze staan te fileren. Het gaat te ver om hier een cursus visfileren te bespreken ( je kijkt gewoon op youtube naar de prima video's van visfileren.nl ) maar de meest gemaakte fouten zullen we toch even kort doornemen.

P.S... de foto's en de tekst lopen deze keer niet helemaal synchroon, omdat je in een fileerhok nou eenmaal weinig mooie foto's kunt maken,  maar zo kun je hopelijk toch nog wat sfeer proeven van de omgeving en de visserij.

Voordat er iets te fileren valt... zul je ze eerst moeten vangen... maar daar hadden we vandaag weinig moeite mee. Op half water hing een grote school vis en als je op de juiste diepte je kunstaas liet zwemmen duurde het niet lang of er stond weer een hengel krom tot in het handvat.

Natuurlijk proberen we zoveel mogelijk gevangen vis terug te zetten, maar er zijn altijd wel een paar vissen die minder fraai gehaakt zijn of die zijn overleden door het drukverschil,  dus die gaan mee naar huis om in de keuken iets lekkers van te maken.

De meest gemaakte fout bij het schoonmaken van de vangst is niet zozeer het foute snijwerk, maar wel het gebrekkige spoelwerk. Ik bedoel: als je net een mooie schone filet hebt afgesneden... dan ga je die toch niet in de stront van de vorige leggen !

Maar veel amateur-fileerders doen dat helaas wel . Ze spoelen bijna nooit hun snijplank af, waardoor het een bacteriële baggerzooi wordt waar ze telkens de schone filets weer inleggen. Goor, smerig  en zonde van de vis. Je moet tussendoor telkens flink spuiten met de waterslang om het schoon te houden en de vuile vis met ingewanden op een ándere plank snijden dan de schone filets waar je het vel vanaf haalt.

De tweede fout die je vaak ziet is de stand van het mes ten opzichte van de vis. Er wordt meer gezaagd dan gesneden en daardoor krijg je slordige rafelige filets. Het mes wordt te veel loodrecht op de vis geplaatst, maar een mes snijdt veel beter als het een hoek maakt, dus probeer met je mes een lange schuine doorgaande beweging te maken zonder te veel heen-en-weer gezaag.

Ten derde zie je vaak dat ze eerst één zijde van de vis eraf snijden terwijl de andere zijde er nog aan zit. Ik bedoel dit: als je een vis fileert is het handig om eerst aan allebei de kanten de filet langs de rugzijde in te snijden (dat gaat makkelijker doordat de vis dan nog dikte heeft, je hem beter kunt vasthouden en het mes onder de juiste hoek kan snijden) en pas daarna de filets van de graat te halen.

Op de foto zie je wat ik bedoel. Na deze snede ga je eerst de vis omdraaien en dezelfde snede aan de andere kant maken, voordat je de eerste filet eraf snijdt. Daarna leg je die schone filet met de velzijde op een andere schone plank, dan zorg je dat het handvat van je fileermes naast/buiten de plank zit, zodat je het vel onder het platte mes door kunt trekken, waarna je een perfekt schone filet overhoudt.

Even afspoelen, in een vergiet laten afdruipen en zo droog mogelijk los van elkaar oprollen in een lange  plastic zak ( in de Noorse supermarkt verkopen ze rollen van honderd 8 liter plasticzakken voor een drol). Met afplakband en een viltstift schrijf je erop welke vissoort het is en die gaan natuurlijk (los van elkaar) plat op de bodem van de vriezer... voor later.

Tenslotte zie je nog veel visfileerders staan hannessen en glibberen op een veel te gladde ondergrond. Zonder goede stroeve snijplank lukt het ècht niet. Ik heb ooit geprobeerd om op een nat roestvrijstalen aanrecht een spekgladde leng te fileren, maar dat is onmogelijk.

Als je geen grip hebt en de vis gaat wegglijden... dan wordt het fileren met een vlijmscherp mes ècht linke soep. Niet doen. Als handschoen kun je zo'n stalen fileerhandschoen gebruiken, maar ook de rubberen van de bouwmarkt voldoen prima en natuurlijk behoort ook een goede messenslijper tot de visfileerdersstandaarduitrusting.

Maar... zorg er óók voor dat er nog ergens een droge tafel is om de filets te verpakken. Op de foto van het fileerhok zie je op de achtergrond een hele flinke vrouw die op haar blote teenslippers in het vuile spoelwater staat te dansen..., maar zij moet zorgen dat de plastic zakken waarin ze de filets verpakt niet nat gaan worden, anders vriest alles aan elkaar en heb je een bonk ellende.

Soms zit er tussen de gullen ineens eentje die veel snotteriger is dan de rest. Ik weet niet hoe dat komt, maar de filets van zo'n vis zijn niet erg aantrekkelijk, net zoals de gullen waarvan de lever vol zit met wormen

en soms vang je vissen waarvan de kieuwbogen vol zitten met parasieten, dus niet alle vis die je vangt is geschikt voor consumptie. Zelfs niet in het relatief schone water voor de Noorse kust. Dus let op wat je eet.

Hoewel we deze week vooral succes hadden met kleiner kunstaas, vielen de lichtgevende glow-in-the-dark shads goed in de smaak bij de kabeljauwen. Vooral in dieper en/of donkerder water zijn zulke shads erg opvallend, dus daarvan hebben we er altijd een paar in de trommel zitten.

Voor de koolvis gebruiken we het liefst een slank kunstaas dat snel zinkt en dat daarna snel omhoog kan worden binnengedraaid, voor de leng een montage waar de kleur oranje in voorkomt, voor de schelvis iets met de kleur roze waar een kleinere haak aan zit en voor de pollak moet het liefst een slank kunstaasje zijn dat op half water zwemt. Daar zijn ze gek op.

Tenslotte nog een tip voor de perfectionisten onder ons. De mooiste filets en de meest verse vis krijg je als je de vangst aan boord meteen in de koeling gooit. Dat kan vrij makkelijk. Bij aankomst ga je eerst op zoek naar 3 grote plastic limonade-flessen, die vul je met water (niet helemaal voldoen vanwege het uitzetten) en die leg je in de vriezer. De volgende morgen zet je 2 bakken in de boot om de vis in te bewaren.

In de onderste gaan die drie koelelementen plus de gevangen vis, de tweede bak zet je er bovenop, zodat de vis koel blijft en in de schaduw ligt... en in die bovenste bak kun je dan de gaff, de onthaaktang, het lijnbreekstokje en/of andere spullen leggen die niet los aan boord moet slingeren. Super handig, zo'n gratis koelkist aan boord.

We komen aan het eind van onze vistrip, maar gelukkig komt de zeearend nog even afscheid nemen. Alleen... nou wordt 'ie wéér achterna gezeten door een vogeltje dat drie koppen kleiner is. Deze kauw stort zich als een kamikaze naar beneden en hij pikt de arend gemeen in zijn staart. Opsodemieteren! Dit is mijn territorium.

En dan... een paar minuten later... (doordat een teruggezet pollakje aan het oppervlak bleef drijven) zie je de zeearend opvliegen vanaf zijn uitkijkpost... hij cirkelt hoog boven het water... en opeens komt 'ie in een glijdende duikvlucht naar beneden... met zijn ogen gefocust op de prooi en zijn scherpe klauwen in de aanslag

In een split-second grijpt hij de vis uit het water. En na een lange week vol visavonturen... na dagen vol kromme hengels... en na vele uren van afwachten... was er uiteindelijk één duizendste van een seconde waarop die zeearend met zijn prooi eindelijk recht voor mijn camera kwam langsvliegen. Klik. Op heterdaad betrapt.

We moeten helaas weer terug naar huis, dus de hengels worden afgetuigd, de boot schoongemaakt, de koffers ingepakt en de visfilets meegenomen... en met de laatste zonsondergang nemen we voorlopig weer afscheid van Noorwegen.

Als ik morgen op de Hollandse snelweg weer eens in de file sta, of als ik vanwege de zinderende hitte ergens zit te zweten bij de airco, dan ga ik lekker terugdenken aan die heerlijk ruige Noorse rotskust, waar de frisse zeewind en het spattende zeewater altijd rust en verkoeling brengen.

Ach was ik maar in Noorwegen gebleven.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK