image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip deel 26: Kvenvaer,  Hitra, Noorwegen.

Tekst en fotografie: Geert Luinge

Hallo vismaat.

We waren te laat. We hadden te lang gewacht. We hadden met Kerst nog steeds niet definitief een vistrip geboekt voor het komende jaar...  en dat was niet zo slim. Maar je begrijpt vast wel hoe zoiets gaat.

Vier mannen die graag in Noorwegen een week op zee willen vissen,  maar... wat mag dat kosten ?... en ... wannéér gaan we ? Er moet druk overlegd worden over de datum, de vakantieplanning, met de partners, de familie, de werkgever en de collega's en alle agenda's moeten kloppen en groen licht geven. Maar voordat het zover is ben je al een paar maanden verder... en als je te lang wacht zijn de meeste toplokaties al volgeboekt .

Dan de volgende belangrijke vraag: Wáár gaan we heen ? Blijven we dicht bij huis en rijden we met de auto naar het zuiden, waar je veel verschillende (kleine) vissoorten kunt vangen ? Of stappen we in het vliegtuig naar het hoge noorden omdat je daar de meeste kans maakt op een grote heilbot ?

Of gaan we naar midden-Noorwegen (het land is zo enorm groot en er zijn zó veel prachtige stekken) om daar een partij forse kabeljauwen, koolvissen en pollakken te gaan drillen ? We kozen dit jaar voor de middenweg, die leidde naar het plaatsje Kvenvaer op het eiland Hitra.

In de vorige afleveringen van deze serie Noorse vistrips heb ik je al uitgebreid verteld over de problemen die je kunt tegenkomen  als je met een heleboel hengelzooi vanuit Holland naar een Noorse visbestemming wilt reizen.

Op het vliegveld wordt je bijvoorbeeld staande gehouden vanwege pilkers in de handbagage ('slagwapen')  en de lijn op je molen schijnt een 'moordwapen' te zijn, dus daar kun je last mee krijgen, maar deze keer was het vooral de transfer vanaf Trondheim Airport naar onze accomodatie op Hitra.

Dan zit je twee-en-een-half uur in een bestelbus die tot de nok toe volgeladen zit met hengelzooi, dus dan hoop je dat de plaatselijke taxichauffeur een gezellige man is die jou wat interessante info kan verstrekken over de visstek waar hij je naartoe brengt.

Nou... zo'n knaap hadden wij inderdaad achter het stuur zitten. Maar... hij praatte wel èrrug veel ! Zijn kakelmond stond niet stil, hij vertelde enthousiast over zijn vele hobby's , terwijl we door de Hitra-tunnel reden (die notabene 263 meter onder zeeniveau ligt ) en daarbij zwaaide hij voortdurend met zijn armen (terwijl wij liever hadden dat hij het stuur vasthield).

Hij bleek behalve taxichauffeur (voor zo'n transfer zit 'ie dus 6 uur in de auto) ook een ervaren schipper te zijn en huurbare visgids. Hij was een fanatiek duiker, snorkelaar en Jacobsschelp-handelaar, hengelverhuurder, visverwerker, manusje van alles in geval van nood, de technische monteur voor al uw reparaties, de regelneef voor al uw partijtjes en zelfs de trainer van het Hitra voetbalteam ... dus die man had verhálen !

Hij vertelde bijvoorbeeld over een paar Russen die twee dagen zijn boot hadden afgehuurd, maar die het hele weekend niet zijn gaan vissen, omdat ze zóveel wodka hadden zitten zuipen, dat ze bij de loopplank al de steiger af flikkerden. Te dronken om te vissen.

Toen ze weer met een vreselijke kater vertrokken en een huis vol rotzooi achterlieten legden ze ongeveer het dubbele bedrag aan geld op tafel dan ze eigenlijk hoefden te betalen. Zogenaamd om het weer goed te maken. Tja... zo gaat dat tegenwoordig. Geld dat stom is maakt recht wat krom is.

Maar... heb jij wel eens twee-en-een-half uur geconcentreerd zitten luisteren naar een ellenlang verhaal in gebroken Engels met een Noorse tongval terwijl je met losse handen tweehonderd kilometer over een bochtige bergweg rijdt ? 

Ik zal je vertellen... we waren gebróken  toen we op onze eindbestemming uit die bestelbus rolden.  Uitgeput, afgepeigerd, platgepraat, sufgeluld.  Je kunt ook tevéél plaatselijke info krijgen.

Maar denk je dat wij op zo'n moment op de bank gaan liggen uitrusten ? Ben je gek.  Nu wordt het eindelijk tijd om de hengels op te tuigen. Dat is altijd een gezellig moment. Iedereen voelt zich lekker. Je hebt een hele week vissen in het vooruitzicht... heerlijk !

De echte fanaten (zoals ondergetekende) willen op de dag van aankomst meteen al vanaf de steiger een hengel uitgooien, maar meestal is de sfeer in het houten Noorse vakantiehuis (met prachtig uitzicht op het viswater) meteen zó gezellig dat de taxfree meegenomen fles drank wordt opengetrokken en er geproost wordt op een geslaagde vistrip. Maar wanneer is een vistrip geslaagd ?

Als je van plan was om tijdens de vakantie uit te rusten dan wens ik je veel sterkte. Dat gaat absoluut niet lukken. Als je hier 's zomers 's nachts om 02 uur uit het raam kijkt is het nog steeds licht en het is verdomd lastig slapen als de zon 's morgens om 04 uur volop je slaapkamer binnen knalt.

Tijdens al die vistrips naar Noorwegen heb ik nog nooit een slaapkamer gehad waar een fatsoenlijk gordijn voor het raam hing. Noren houden blijkbaar niet van goeie gordijnen.

Komt dat misschien doordat ze zulke lange donkere winters hebben? Ik weet het niet, maar je bent gewaarschuwd... er wordt bar weinig geslapen tijdens zo'n Noorse vistrip. Je kunt eventueel zo'n slaapmasker meenemen en dat helpt wel, maar dan noemen ze je de rest van de week Zorro.

Laten we beginnen met vaststellen dat èlke vistrip voor een groot deel bepaald wordt door

a) het weer (vooral de wind is cruciaal)  b) het getij (kwestie van aanpassen en doodtij periodes vermijden)

b) de beschikbare materialen (dus de grootte en stabiliteit van de boot en de keuze van hengels)

c) de gebruikte technieken en de ervaring van de vissers en

d) de keuze van de stek. Vooral die laatste is èrrug belangrijk !

We hadden vooraf ons huiswerk goed gedaan: de waterkaarten van internet als printscreen opgeslagen, het contrast verhoogd zodat de dieptes goed leesbaar blijven, afdrukken in dezelfde schaal op stevig papier en zorgen dat ze op elkaar aansluiten. Dan heb je een duidelijk overzicht over alle mogelijke visstekken.

Natuurlijk is er tegenwoordig aan boord ook een GPS apparaat met een waterkaart, maar als je deze grotere kaart op tafel legt of aan de muur hangt kun je 's morgens gezamenlijk de plannen smeden (afhankelijk van de windrichting) en wordt het allemaal een stuk overzichtelijker.  

Helaas bleek later dat een groot gedeelte van het water op de kaart een 'no-go-zone' was, want bij de receptie kregen we een kaart waarop grote gebieden rood omcirkeld waren: gevaarlijk terrein... verboden toegang !

Daar waren we niet zo blij mee. In de loop van de week bleek inderdaad dat het hier (ook op de stekken waar je wèl mag komen) best riskant is om te varen. Overal zijn plotseling opduikende riffen, rotsen, zandbanken en ondieptes waarop de boot kan vastlopen... en dan ben je zwaar de lul. Als je even niet oplet kan het goed fout gaan.

Dus: álle vissers aan boord kijken steeds oplettend om zich heen en geven de schipper aanwijzingen over eventuele obstakels onderwater. Samen voor ons allen... en veiligheid voor alles.

Elk jaar varen er hier wel een paar gasten keihard op de rotsen, omdat ze niet goed op de kaart- en op de dieptemeter- en naar het water hebben gekeken. Nee, de omgeving van Kvenvaer is niet een plek om even lekker het gashendel open te trekken. Als je eenmaal op open zee bent heb je alle ruimte, maar ja... dan moet je mazzel hebben met het weer.

En dan nog iets: waarom zijn er toch zo veel dieptemeters die stoppen met schrijven zodra de boot wat harder vaart ? Dat is vreselijk onveilig, omdat het vooraf ingestelde ondiepte-alarm dan ook niet meer werkt.

En we hebben helaas meerdere malen moeten constateren dat de dieptes die op de GPS kaart stonden totaal niet klopten met de dieptes die de fishfinder op dat moment aangaf, dus honderd procent vertrouwen op de GPS is ook niet verstandig.

Misschien is de keuze van de stek wel het àllerbelangrijkst, omdat het de enige faktor is die je zelf kunt bepalen. Door vantevoren héél gedetailleerd de waterkaarten te bekijken... kun je van elk gebied met gemak de (in theorie) beste stekken aanwijzen. Wat bijvoorbeeld telkens weer een succes blijkt te zijn: Ga op zoek naar trechters ! Dat klinkt stom, maar het is juist slim.

Als er tussen twee eilanden (of nog liever: tussen een eiland en het vasteland) een versmalling is ... dan zal het daar gegarandeerd harder stromen. Dat is nou eenmaal een natuurwet. ( meestal is dat ook de plek waar mensen electriciteitskabels over het water hebben gespannen, want die zoeken ook altijd de smalste doorgang ).

Als tegelijk ook de bodem van de sleuf ondieper wordt zal het water door die smalle ondiepte worden geduwd, waardoor het daar absoluut harder stroomt dan elders. Maakt niet uit welk getij. Ja, tijdens doodtij staat het even stil, maar daarna gaat het weer extra hard stromen... en dat is altijd gunstig voor de vangsten.

Trechters zijn absolute hotspots die je op de waterkaart moet opzoeken. Daar hangen waarschijnlijk de gullen, pollakken, koolvissen en heilbotten met hun kop in de stroming te wachten op de prooivis die vanzelf voorbij komt. Bij eb hangen ze aan de ene- en bij vloed aan de andere kant van de trechter. Zo'n plek is een gedekte tafel voor roofvissen, dus een geheide topstek voor vissers.

Op www.kart.gulesider.no  of op www.kart.kvasir.no  klik je gewoon rechtsboven op sjökart en daarna kun je inzoomen op het gebied waar je gaat vissen. De dieptelijnen geven de contouren aan van de bodemstruktuur... en daaruit kun je veel afleiden. De trechter-stek hierboven was stek nummer één die ik vooraf had aangekruist als potentiële hotspot en daar was het inderdaad meteen raak toen we er voor de eerste keer ons kunstaas lieten zakken.

Binnen de minuut  kreeg vriend Leo een harde dreun en na een pittige dril kwam er een bovenmaatse gul binnenboord. Hij liet zijn 60 grams fluorescerende sandeel-shad meteen weer zakken naar de bodem, maar onderweg naar beneden was er een pollak die er wel trek in had. Volgende spetterende dril. Puike pollak. Hatsekidee.

We zullen er meteen een schepje bovenop doen, want een uur later hadden we alle vier zo'n bruine kneiter aan de lijn gehad (en teruggezet) en vooral als je met een slanke shad naar de rotsen toe gooide, even liet afzinken en dan vrij snel binnendraaide, dan beukten ze erop. Mooie sportvis die pollak.

Maar ook op klaarlichte dag, in kraakhelder water van amper 20 meter diep, kun je (zolang er maar wat stroming staat) dichter bij de bodem hele beste kabeljauwen vangen en maestro Chiel is hier druk bezig om zo'n unit boven water te halen.

We hadden de boot op exact de goeie plek neergelegd. Hier zakte het talud opeens van 25 naar 40 meter en precies tegen die steile helling hingen de kabelkneiters. Op het moment dat ik deze foto nam stond Leo achter me ook met een hengel als een hoepel en Rein stond er eentje te onthaken. Kortom: als je de school vis eenmaal hebt gevonden... is het meteen Bingo !

Met andere woorden...  als je ergens binnen een half uur nog geen aanbeet hebt gehad, dan zit er daar op dat moment domweg géén vis. Dan is het zaak om te verkassen. Dat lijkt soms wat ongeduldig, maar is toch meestal het verstandigst. Andere stek... nieuwe kansen.

Hela... hola... hopsakee!  Daar tilt hij er een binnenboord die de meter gaat halen ? Nou nee... nèt niet... Maar, wacht even... leg die staart nog eens recht... Ja... nèt wèl. Een meter exact. Toch altijd weer een mijlpaal. Er zijn best veel vissers (vooral Engelsen)  die hun vangst altijd wegen, dus die hebben het over zoveel-pounds-vissen, maar bij ons komt de unster zelden uit de tas. Meten gaat sneller en makkelijker dan wegen en vooral als je de vis wilt terugzetten is het beter voor de vis.

Behalve vissen waren er nog een paar dieren die de aandacht trokken, want in de categorie ' vliegend wild' wil ik je voortellen aan de zeearend, waarvan we er deze week zeker 30 hebben gezien. Ze zitten soms urenlang gezellig met een groepje bij elkaar op een hoge rots.  Als je dan een vis in het water gooit (die blijft drijven en de goede afmeting heeft), dan heb je kans dat zo'n zeearend boven de boot komt stilhangen, om zijn prooi nader te inspecteren.

Als je mazzel hebt komt 'ie langsvliegen en zie je hem met zijn scherpe klauwen neerdalen, om de vis van het oppervlak te grijpen... maar als je daarvan een foto wilt maken moet je héél snel zijn.

Ik heb het geprobeerd en mijn timing was redelijk, maar... de timing van die zeearend was niet best. Hij greep mis ! Toch een kleine afgang voor zo'n majestueuze vogel.

Daarna was er nog een achtervolging die niet goed was voor zijn reputatie. Je denkt dat zo'n zeearend de machtigste (want grootste-) vogel is die daar rondvliegt, maar dan heb je het toch lelijk mis. Koning zeearend wordt de godganse dag achterna gezeten en agressief weggejaagd door meeuwen, eksters, kauwen, ja zelfs door een paar lullige scholeksters.

Ze vliegen luid krijsend achter hem aan en pikken hem gemeen in zijn staart, omdat ze vinden dat 'ie moet opzouten ! Het ziet er niet uit. Het kleintje verjaagt de grote. Wat een afgang.

In de volgende afleveringen zullen we nog eens terugkomen op die zeearenden, want in Holland kom je ze niet gauw tegen en het blijft toch een indrukwekkende vogel. Dan zal ik ook wat grotere vissen laten zien en we gaan een kijkje nemen bij de mannen in het fileerhok, waar niet alleen een aparte geur, maar ook altijd een apart sfeertje hangt.

Dat zien we volgende week.

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar ierland, Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via de link 

Je kunt de vorige afleveringen over vistrips naar Noorwegen, Denemarken, de Middellandse Zee, Normandië en Bretagne nog eens bekijken via deze link 

Vissersgroeten van  Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK