Tekst en fotografie: Geert Luinge
Wat zijn we toch een bofkonten. Dat we de afgelopen zomer genoeg centen en tijd hadden om twee geweldige vistrips te kunnen maken naar het heerlijke hengelparadijs Noorwegen.
Een week in het zuiden, waarvan ik je straks wat plaatjes zal laten zien en een week naar het noorden, waar we bij Saltstraumen terecht kwamen in de sterkste getijdenstroming ter wereld.
Dat kolkende avontuur werd opgevrolijkt door massa's dikke koolvissen en een 2-meter heilbot, waarvan ik je nu alvast een paar foto's wil laten zien, maar het verhaal achter dat spektakel vertel ik je de volgende keer.
Alleen moet ik bij de foto van die heilbot wel vertellen dat hij gevangen werd door een paar Russen, die blijkbaar niet hadden begrepen dat je zo'n grote vis beter kunt terugzetten. Van catch-and-release hadden ze nog nooit gehoord. Zonde, maar daarover later meer.
Eerst wou ik je namelijk nog wat plaatjes laten zien van de verschillende vissoorten die we vingen vanuit TregdeFerie bij Mandal in het uiterste zuiden. Dat waren eerlijkgezegd geen grote bakbeesten, maar wel mooie vissen om naar te kijken. De omgeving is hier veel rustiger, de sfeer gemoedelijker en het klimaat milder dan in het noorden.
Overal zijn eilandjes voor de kust waar achter/tussen je altijd wel een windstille stek kunt vinden en in theorie zou je hier 50 verschillende vissoorten kunnen vangen (zie ook mijn vorige artikelen), dus dat is altijd spannend. Zo vingen we bijvoorbeeld een paar grauwe ponen, die trouwens helemaal niet grauw zijn.
En natuurlijk onze vriend de Pieterman, een mooie jongen met een blauwe blos op de wangen. Toch jammer dat 'ie altijd zo chagrijnig kijkt.
We hebben er als visser meestal een bloedhekel aan, maar ook een ordinaire krab hoort thuis in het rijtje van mogelijke vangsten. Ze lopen altijd in grote aantallen rond op de bodem waar jij je kostbare aas laat zakken...en reken maar dat die gasten altijd honger hebben.
Net als zo'n maffe heremietkreeft. Dat is een rare snuiter met een zachte kont en een gejatte schelp van iemand anders. Een soort kruising tussen een kreeft en een slak. Gekke beesten zijn het, maar ook wel mooi. Je vangt ze niet gauw aan de hengel, maar deze jongens zitten daar beneden op de bodem ook voortdurend aan je aas te knabbelen. Weird aliens.
Genoeg over al die beestjes die onze visstek bevolken. Het wordt tijd dat we met de hengels in de boot stappen voor wat stevig drilwerk. Het botenpark dat hier in Tregde aan de steiger ligt is prima verzorgd, en alle technische snufjes en veiligheidsmaatregelen zijn picobello in orde. Door GPS tracking kunnen ze bij de receptie bijvoorbeeld precies zien waar alle boten zich bevinden, dus dat is een veilig idee.
Als je een beetje kunt kaartlezen vind je hier vrij gauw een stek waar het dicht ligt met vis. Op de fishfinder zie je niet altijd bananen en duidelijke signalen, maar soms alleen een soort ruis, terwijl je toch achter mekaar vis staat te drillen. Dat gebeurt wel vaker. Dat je niets ziet op de fishfinder en dat je ze tóch vangt. Je zou kunnen denken dat de fishfinder dan niet goed staat afgesteld, maar als je even later wèl vissymbolen in beeld krijgt kan het daar dus niet aan liggen. Ik heb er eerlijk gezegd geen logische verklaring voor.
Op deze stek zie je dat we meerdere driften maakten, waarbij we steeds pas vanaf een bepaalde diepte beet kregen. Ondieper dan 30 meter bleek niks te zitten en pas als je de 40 meter passeerde werd het feest.
Ik zal niet gaan uitweiden over het hartstochtelijke gegil, gejuich- en gekreun dat je meestal hoort als vriend Arie met een kromme hengel in de hand een knappe vis staat te drillen, maar je kunt je daar wel wat bij voorstellen. Klaarkomgeluiden dus.
Behalve spetterende pollakken, koolvissen, gullen, wijtingen, schelvissen, steenbolken, ponen, scharren en een heleboel makrelen was er nog een extra bonus. Een verrassing in de vorm van een blinkende zeeforel die een getrold Toby lepeltje te grazen nam.
En natuurlijk de talloze lipvissen, waaraan je mooie sport kunt beleven op een lichte hengel. Ze zijn beresterk en hebben een lang uithoudingsvermogen, dus als je (vlakbij rotsen met waterplanten) eenmaal een goeie lipvisstek gevonden hebt, maak dan je borst maar nat.
Nou had ik je in de vorige aflevering verteld over mijn oorspronkelijke plan om een hele grote schol of tarbot te gaan vangen, maar je voelt hem al aankomen... dat is niet gelukt. Dus wéér geen echt grote gestippelde platterik. Potver... Maar gelukkig wel een enorme zwik andere vissen, zoals een flinke partij scharren. Hier onder zie je een normale schar en het verschil met een zogenaamde 'lange schar', die je trouwens niet moet verwarren met de scharretong, de tongschar en de heilbot. Ja, platvissen determineren kan lastig zijn.
Maar wat zie ik daar aan de buitenkant van dat vissershuis hangen ? Dat zijn staarten van heilbotten !
Die heeft die visser als trofeeën aan zijn huis gehangen. Dat betekent dat hier in het zuidelijkste puntje van Noorwegen wel degelijk flinke heilbotten voorkomen.
Dus elke keer als er weer een platte bruin gespikkelde schim aan het oppervlak verschijnt gaat mijn hart sneller kloppen. Is dit misschien eindelijk die platterik waar ik van droom ? Is het een schol, een bot, een tong, een schar, een tongschar, een scharretong, een tarbot, een griet of misschien een heilbot ? Altijd spannend.
Vriend Peter (die uitsluitend met kunstaas vist, dus niet gauw een platterik zal vangen) vond het onderhand tijd worden voor een andere vissoort. Hij had nog geen zeeforel op de lijst kunnen aankruisen en het staande rekord mocht nog wel wat worden aangescherpt...
Na een waaier van worpen rondom de boot hoorde je hem ook staan te juichen en jodelen, want toen had 'ie zo'n gestippelde staaf goud in handen. Als een kind zo blij.
We zullen de volgende keer verder gaan met de kolkende stroming en de dreigende draaikolken die we deze zomer trotseerden bij Saltstraumen, maar hier heb je nog een voorproefje van dat spannende- en sfeervolle avontuur.
We werden daar getrakteerd op een gierende stroming waarin miljarden zandspieringen wanhopig werden meegesleurd. Recht in de gapende muilen van grote scholen koolvis, die in een waanzinnige klopjacht en vreetpartij massaal uit het water sprongen.
We zijn de tel kwijtgeraakt. Zo veel jagende koolvissen hadden we nog nooit bij elkaar gezien en gevangen. Je hoefde je pilker maar even in het water te dopen... en daar hing de volgende zwarte torpedo alweer aan de lijn. Terwijl de late avondzon de dag kleurde met een gouden randje stonden we volop te drillen en te genieten.
Maar zoals zo vaak is er een groot verschil tussen een vis als gevangen buit... en de vis als levend wezen. Pas als je zo'n vis van dichterbij bekijkt zie je zijn ware schoonheid.
Zo'n vis kijkt je aan met een mysterieus oog dat vele geheimen herbergt, dat jou hypnotiserend aankijkt met een ondoorgrondelijke blik... en dat zo scherp en zuiver is dat zelfs de kale kop van de fotograaf erin wordt weerkaatst.
Vissersgroeten van Geert Luinge