De haken en ogen van een Noorse vistrip (16)
Tekst en fotografie: Geert Luinge
Hallo vismaat. Vandaag wou ik het eens hebben over het schoonmaken, fileren en meenemen van de vangst.
Tijdens onze vele vistrips naar Noorwegen hebben we een enorme berg vis gevangen en daarvan hebben we natuurlijk het overgrote merendeel teruggezet,omdat je als sportvisser graag aan catch-and-release doet.
Maar we hebben ook steeds een redelijke (en wettelijk toegestane) hoeveelheid vis meegenomen.
Er ging meestal ongeveer 15 kilo visfilets per persoon mee terug naar Holland, in koelboxen (met het vliegtuig) en in vrieskastjes (in de auto). Dat is altijd een groot succes geweest.
We hebben er de lekkerste kibbeling en allerlei heerlijke ovenschotels van gemaakt en we hebben vele avonden gesmuld van die zuivere Noorse visfilets. Maar toen ik een foto wou maken van een bord vol kibbeling, pikten mijn vismaten het voor de camera weg. En toen de camera klikte voor de foto lag er bijna niks meer op het bord. Zó lekker is die kibbeling!
Maar voordat je thuis in Holland op je bord kunt genieten van verse Noorse kibbeling moet er eerst nog wat gebeuren. Het schoonmaken en invriezen van de visfilets. Dat is een hoofdstuk apart.
Pak je (buigzame- en vlijmscherpe-) fileermes, een stroeve houten snijplank (dus geen gladde kunststof plaat of aanrecht), een rol lange plastic zakken (Noorse supermarkt), beschrijfbaar afplakband en een dikke viltstift.
Trek je regenbroek en je laarzen aan want het gaat nat en smerig worden en het gaat stinken! Vooral als je een paar kabeljauwen opensnijdt, poehh, wat een lucht. Dus als je meerdere vissoorten moet fileren, doe de gullen dan altijd als laatste. Die geven de ergst stinkende smurriebende.
Onze ervaring is dat je op de meeste Noorse vistrips op de eerste dag al zó veel vis (of zulke grote vissen) hebt gevangen, dat het maximum rantsoen aan mee-te-nemen filets al heel gauw in de vriezer zou kunnen liggen, zodat je de rest van de week alle vis zou kunnen terugzetten. Maar dat is toch niet zo slim.
Het gaat vast en zeker gebeuren dat er iemand bijvoorbeeld op diep water een leng vangt en dan zie je zo'n vis met bolle ogen en met een uitpuilende blaas uit de diepte omhoog komen en dan weet je: die gaat het niet redden. Terugzetten is dan zinloos. Die leng gaat mee en vanavond sta je die netjes te fileren. Dan is het handig als de vriezer nog niet vol zit.
Op veel Noorse campings en viskampen zijn de accomodaties voor het visfileren picobello in orde. Er zijn snijplanken, spoelbakken, inpaktafels en diepvrieskisten en vaak hangt er aan de muur een poster waarop je de verschillende gevangen soorten kunt determineren.
Dat is juist het leuke van zeevissen. Je kunt zó veel verschillende soorten vangen. Altijd een verrassing. Maar niet alle vis is geschikt om mee te nemen. Sommige visjes kunnen zó gulzig zijn dat ze kunstaas pakken dat even groot is als zij zelf. Belachelijk.
Als visser ben je gauw tevreden en vind je een gevangen vis al gauw groot genoeg om mee te nemen, maar als kok en fileerder heb je liever de wat grotere exemplaren. In de loop der jaren heb ik nogal wat stumpers gezien die bakken vol ontzettend kleine koolvisjes en minigulletjes stonden schoon te maken, om ze daarna als één grote bonk in te vriezen.
Dat slaat nergens op, is een aanslag op de visstand, is later erg onhandig in de keuken en dus gewoon dom. Vis die je wilt fileren en meenemen moet groot genoeg zijn anders loont het niet.
Wat wel jammer is: dat er maar zo weinig Noorse vis-accomodaties te vinden zijn waar ze een up-to-date recordlijst bijhouden. Dat is toch een gemiste kans. Dat zouden de Noorse campingbazen nog veel beter kunnen aanpakken.
Voor elke sportvisser is het altijd een enorme stimulans als je bij de fileerplek aan de muur een bord ziet hangen waarop de plaatselijke recordvissen staan vermeld. Grote vissen die daar zijn gevangen, met de datum erbij. Dan weet je tenminste wat je kúnt vangen en waar je op mag hopen. Dat maakt het voor elke sportvisser veel spannender.
Ik heb ooit gevist op een stek waar een paar weken geleden nog een heilbot was gevangen met een lengte van 2.40 meter. Dan wordt het wel héél spannend als je daar je aas laat zakken.
De standaard ontmoetingsplek op een Noorse camping is altijd de fileertafel waar de gevangen vis wordt binnengebracht. Dus als je een gezellige babbel wilt maken of goeie tips wilt horen van collegavissers, dan is het fileerhok 'the place to be. That's where the action is.' Gelukkig spreken de meeste Noren ook Engels.
Er heerst in zo'n fileerhok altijd een apart sfeertje (en een apart geurtje). Het is meestal midden in de nacht, want je hebt de hele dag gevist en gevangen, toen ben je gaan eten en hebt een bakkie gedaan, maar moeten die kisten vis nog verwerkt worden tot hapklare filets.
Er zitten altijd brutale krijsende meeuwen op het dak van het fileerhok, er lopen gegarandeerd hele dikke katten rond (die verdomd kritisch zijn en niet zomaar elk stukje vis opeten), soms sluipt er een vos, een marter of een otter in de buurt van de afvalbak en als je pech hebt barst het bij de verlichte fileertafel van de muggen en knoeten (dus dan sta je met een fileermes in je hand de muggen om je hoofd weg te slaan).
Er komen altijd nieuwsgierige vakantiegangers een kijkje nemen. Soms jonge gezinnen met vreselijk enthousiaste kinderen die op hun blote slippers door de drab van bloed, schubben en ingewanden dansen.
Glunderende jongetjes die vragen of ze met jouw vis op de foto mogen en dan hun stinkende slijmhanden afvegen aan hun schone Tshirt. Meisjes die gillend weglopen omdat ze dooie beesten op het aanrecht zien liggen enzovoort. En vooral heel veel verbaasde mensen die niet wisten dat je hier zó veel vis kunt vangen.
Natuurlijk nemen we vanuit Holland altijd wat visbakmeel en kruiden mee, zodat we daar terplekke alleen nog twee liter olie hoeven te kopen om een paar dagen heerlijke kibbeling en lekkerbekjes (of gebakken leng) te kunnen smikkelen.
Maar denk erom: vis kan ook te vers zijn. Dan valt hij uit elkaar tijdens het bakken. De vis die we vandaag hebben gefileerd gaat eerst een dag in de koelkast om te 'besterven' en daarvan bakken we de volgende dag superlekkere zelfgevangen kibbeling. Smullen!
We hebben een voorkeur voor gullen van 60 tot 80 centimeter (de mooiste filets in handige porties), scholfilets (heerlijk), scharfilets (in Noorwegen kunnen scharren mega groot worden), een enkele maatse heilbot of zeeforel en graag ook wat super lekkere schelvis-filets.
Die gaan we netjes en vakkundig fileren, met een 'straatje' van drie man. De eerste man fileert de vuile vis, dus die heeft veel bacterien op zijn (stroeve houten) snijplank, nummer twee haalt het vel eraf en snijdt de filets op maat (voor 1 persoon) op een andere schone snijplank!
Nummer drie spoelt de vis af (liefst in zout water) laat ze uitlekken in een vergiet (paklijst) en gaat daarna de zo droog mogelijke filets inpakken. Die worden (op een droge tafel) los van elkaar in een plastic zak gerold (in porties voor 2 personen), beschrijfbaar afplakband eromheen en met watervaste viltstift erop zetten welke vissoort het is.
De pakjes spreiden we uit op de bodem van de vriezer (zorg dat ze niet lekken want dan heb je later een grote ijsbonk die je niet meer los krijgt) en die gaan aan het eind van de week natuurlijk mee terug naar Holland.
Je zou ook een seal- of vacumeer apparaat kunnen gebruiken, maar dat moet je dan zelf meenemen, dat werkt niet altijd even goed (alleen de duurdere apparaten zijn sterk genoeg om goed vacuum te trekken) en de speciale plastic zakken die je ervoor nodig hebt zijn best prijzig. Bij de Noorse supermarkt verkopen ze rollen van honderd 6-liter zakken voor een paar euro en die zijn perfekt voor onze meeneemvis..
Als je ziet wat een prachtige filets er van een heilbot afkomen, dan loopt het kwijl je in de mond. Zo kun je vier keer genieten van een enkele vis. Eerst als visser aan de hengel, daarna als fileur aan de fileertafel, dan als kok in de keuken en tenslotte als fijnproever op je bord. Niks mis mee !
Op de paklijst staan dus ook altijd een vlijmscherp- en buigzaam fileer-mes, een messenslijper, watervaste viltstiften, afplaktape en lange plastic zakken.
Je kunt ook zo'n speciale stalen fileerhandschoen gebruiken, dat werkt goed en veilig, maar die moet je daarna wel hééél goed schoonmaken. Absoluut niet in je jaszak laten zitten (foutje) en zeker niet bij je visspullen in de slaapkamer leggen (blunder) maar in een schoon zeepsopje buiten de deur zetten, of in de vaatwasser leggen (maar daar is niet iedereen het mee eens), want die handschoen gaat gru-we-lijk stinken!
Net zoals je laarzen en je regenbroek trouwens. Na een week volop vissen en vangen en fileren begin je zelf ook naar vis te ruiken. Als je dan een scheet laat ruik je de lucht van gullenstront. Serieus. Maar onthoud: je kunt/zult hier in Noorwegen veel meer vis vangen dan je ooit kunt/wilt meenemen, dus in principe gaan we zoveel mogelijk vis terugzetten !
Alle vis die gevangen is op ondiep water kan sowiezo terug, want die gaat het makkelijk overleven. En de 15 kilo visfilets die je per persoon officiel mag meenemen, is ook wel genoeg hoor. We gaan naar Noorwegen vanwege de geweldige sportvisserij. Niet om de vriezer te vullen! Dus we doen zoveel mogelijk aan 'catch, kiss and release'.
Het is alweer tijd om deze aflevering af te sluiten. Volgende keer laat ik je een paar foto's zien waar een verhaal bij hoort, want we hebben tijdens onze visavonturen in Noorwegen ook een paar dure lesjes geleerd. Bijvoorbeeld die ene keer toen er een boot op de rotsen voer ... Dat vertel ik je later. Tot dan.
Vissersgroeten van Geert Luinge
g.luinge2@upcmail.nl