Tekst en fotografie: Geert Luinge
Deze week staat onze viscaravan op een camping aan de kust van Langeland. Mijn handen jeuken om te gaan vissen en mijn hengels snakken naar frisse lucht, dus we gaan op verkenningstocht rond het eiland.
Vanaf Bagenkop in het zuiden is het 60 km rijden naar Lohals in het noorden en vanaf Rudkobing in het westen is het 8 km rijden naar Spodsbjerg in het oosten. Kortom: je kunt overal op het eiland vanaf de kant vissen binnen een straal van 60 km en je hebt in totaal 140 kilometer aan bevisbare kustlijn tot je beschikking. Echt een zee aan ruimte.
Tijdens m'n zoektocht naar een goeie stek ontmoette ik een groep Hollandse maten, die aan de oostkant van Langeland hun driepoten hadden neergezet. We raakten in gesprek en toen bleek dat ze vanmorgen helaas een grote fout hadden gemaakt. Ze hadden wel de bak met zeepieren meegenomen, maar waren vergeten om de doos met zagers uit de koelkast te halen... dus nu hadden ze gebrek aan aas. De chauffeur (de fanatiekste visser van het stel) had geen zin om terug naar het huisje te rijden. Hij wou nu eindelijk gaan vissen, want hij had ook nog een krant met tien gedroogde Franse tappen bij zich.
Hij rijgde een halve tap zigzaggend op de haak en bond er daarna veel bindelastiek omheen. Echt heel veel bindelastiek, dat hij steeds met een halve steek zekerde. Dat was zó taai en stevig en sterk ruikend... daar heeft 'ie makkelijk een uur mee staan vissen en vangen, zonder dat hij wat aan zijn aas hoefde te veranderen (natuurlijk wel voorzichtig onthaken met een langbektang).
Dan blijk je met 10 droge taaie Franse tappen ineens uuurenlang met meerdere personen te kunnen vissen en vangen. Op mijn volgende vistrips gaan er gegarandeerd Franse tappen mee. Tip: als je die opgerolde krant met tappen in de vriezer legt, doe er dan géén plastic omheen, dan worden ze extra gevriesdroogd, worden nog taaier en houden nog beter op de haak. Ik zeg: tappen zijn top !
Natuurlijk ging ons gesprek ook (en wat mij betreft vooral) over tarbot ! Die waren hier in de afgelopen week wel degelijk gevangen door een Duitser die bij hun op de camping stond. Ze hadden er een paar op de fileertafel zien liggen van zo'n vijfendertig centimeter. Maar... gevangen vanuit een boot. Op dieper water.
Er waren ook mannen die met een super gespecialiseerde zeewaardige kayak de zee op peddelden, op weg naar de tarbot-gronden. Maar de specifieke coordinaten daarvan kan ik je helaas niet geven, omdat ik ze ook niet weet.
Wie voor mij een gouden tip heeft, wat betreft een stek waar regelmatig tarbotten worden gevangen, doet mij een groot plezier door die stek te sturen naar mijn email (onderaan de pagina), want dat vind ik persoonlijk de állermooiste en meest mysterieuze vis. Nóg mooier om te vangen dan een heilbot. Ik zou zo mijn grootste heilbot van 147cm willen inruilen voor een tarbot van 60cm , maar die droomvis heb ik nog steeds niet gevonden. Dat is mijn wens voor 2019.
Dat het zo moeilijk is om een grote tarbot te vangen komt vooral ook doordat het seizoen en de watertemperatuur hierbij altijd een belangrijke- en bepalende rol spelen. Op een plek waar in april tarbotten rondzwemmen kan het in september totaal leeg te zijn, omdat de temperatuur van het water is gestegen en de vis naar open zee is weg getrokken.
Dus bij een foto van een tarbot moet je ook altijd de datum weten waarop hij ergens werd gevangen. Als we in de komende jaren weer zo geteisterd gaan worden door hittegolven en extreem hoge temperaturen, dan kan het niet anders of de vis zal zich terugtrekken naar dieper water, waar het kouder is. Dus dan zullen wij in de toekomst dieper moeten gaan vissen om hetzelfde resultaat te behalen.
Moet je kijken hoe een schol zich kan aanpassen aan zijn omgeving. Camouflage ten top. De pigmentvlekken op zijn rug kunnen niet zien hoe de omgeving eruit ziet, dus alle info moet komen via de ogen. Een platvis ziet dus hoe zijn ondergrond eruit ziet... en past zijn vlekkenpatroon daaraan aan. Verdomd knap.
Je komt op Langeland wel meer bijzondere treepjespatronen tegen, want de huizen zijn op geheel eigen wijze gebouwd. Het lijkt soms een beetje op een uitgezakte chocoladecake, maar het staat er toch al een paar honderd jaar.
Het mooie van Langeland is dat je altijd kunt kiezen aan welke kant van het eiland je wilt vissen. Staat er een flinke bries en vind je het prettig om aan lager wal tegen de wind in te vissen omdat daar vaak meer zuurstof in het water en meer vis zit, dan ga je aan de ene kant vissen...
Vind je het prettiger om in de luwte, uit de wind, achter een heuvel of in de beschutting van een spiegelgladde haven ergens een hengel uit te gooien, dan rijd je gewoon binnen 10 minuten naar de andere kant van het eiland. Appeltje, eitje. Dat is het handige van Langeland.
Er zijn op Langeland een paar havens waar je een zeewaardige boot kunt huren om op de diepere stekken te zoeken naar kabeljauw, maar dat is toch vaak lastig vissen. Als je het vergelijkt met de gulvisserij in zuid Noorwegen, waar je meestal achter- en tussen eilandjes in de beschutting kunt vissen, dan zit je rond Langeland wel erg op open zee.
Door de relatief sterke wind en de stroming zal de boot sneller driften, (tenzij je het anker uitgooit, maar dat is een verhaal apart) waardoor je meestal met zwaardere pilkers, shads en loodballen zult moeten vissen en dus met zwaardere hengels, dus minder leuk.
Maar in de luwte van de zuid-Noorse eilanden kun je met een lichte spinhengel dikke gullen (en meer verschillende vissoorten) vangen, omdat daar altijd wel een windstille stek te vinden is. Als je op Langeland de pech hebt dat er tijdens jouw verblijf een paar dagen veel wind staat, dan wordt het twijfelachtig of je kunt uitvaren en riskant om het water op te gaan. Maar in de luwte van de honderden eilandje die bijvoorbeeld bij Mandal voor de zuid-Noorse kust liggen kun je zelfs bij windkracht 6 nog uitvaren en ergens achter een eiland gaan liggen. Dus Langeland heeft ook zo zijn nadelen ten opzichte van andere visvakantiebestemmingen. Eerlijk is eerlijk.
Om de beste visstekken te bereiken moet je vaak een flink eind lopen. Langs boerenerven, paardenstallen, schapenweien, bosranden, maisvelden en boomgaarden. Deze boer houdt blijkbaar niet van appelmoes. Of ben ik nu te naief ? Is het misschien juist de bedoeling dat die appels daar liggen te rotten en te gisten
om er later appelcider van te maken ? Laten we het hopen. Dan heeft er tenminste nog iemand lol van.
Een eindje verderop stond een paar perenbomen en blijkbaar is een zoete peer toch een stuk lekkerder dan een zure appel.
Na een takke eind sjouwen door de blubber en over een paar moeilijk begaanbare rotspaden kwam ik aan de waterkant een Deense specialist tegen, die beweerde dat hij vandeweek 12 zeeforellen had gevangen... en ik geloof hem. Hij had een slanke line-through pilker met een dregje dat een beetje zij-uit stond.
Daardoor krijgt zo'n zeeforel veel minder kans om het kunstaas los te wrikken. Zeeforellen zijn meesters in het kopschudden en het merendeel van de vissen wordt verspeeld doordat ze het kunstaas lossen terwijl ze uit het water springen.
Met een venijnig dregje aan het einde van de lijn en een kunstaas dat schuift over de lijn ben je slimmer bezig en ga je absoluut meer zeeforellen in je schepnet krijgen. Dat was tenminste zijn ervaring na jarenlang uitproberen.
Maar datzelfde geldt eigenlijk ook voor de vertikaalvisserij op roofvis zoals we dat in Holland doen. Elk kunstaas waarvan de haak vast zit aan het gewicht zal door een vis makkelijker kunnen worden losgeschud dan een haak waar geen massa aan vast zit.
Een zeeforel is qua motoriek nóg feller dan een snoek- of snoekbaars of roofblei of meerval of zeebaars, dus zal nóg eerder losschieten, maar toch ga ik in Holland ook eens wat vaker line-through kunstaas gebruiken voor de (zoete- en zoute) roofvis, want daardoor ga je absoluut minder vis verspelen.
Op de foto's zie je de portretten van een zeedonderpad, een puitaal en een zwarte grondel, die ik hier (met natuurlijk aas) op de soortenlijst kon aankruisen. Geinige bijvangst. Tijdens onze vistrips naar Denemarken hebben we in totaal 20 verschillende soorten met de hengel gevangen, dus het blijft altijd een verrassing wat eraan hangt.
Maar er waren nog een paar gevaarlijke incidenten en voorvallen die ik je wil vertellen, voordat we deze Deense serie gaan afsluiten. Ik noem wat dingetjes die in de afgelopen 40 jaren zijn gebeurd:
- tijdens het bootvissen: buitenboordmotor uitgevallen terwijl we buitengaats waren.
- met de boot op een rots gevaren, daardoor een gat in de romp van onze polyester boot,
- een lijn in de schroef ... dan til je de motor omhoog en probeer je met een mes de lijn door te snijden...
- ... maar dan moet je absoluut niet leunen op het trappetje, want dat klikt dan los... en klapt omlaag ...
en dan duik je zó voorover de zee in. Dus: man overboord !
Gelukkig konden we hem meteen de reddende hand toesteken en binnenboord hijsen... en gelukkig waren we niet ver uit de kant, maar als één van de mannen een nat pak heeft, dan moet je rechtstreeks terug naar huis en is het feest afgelopen..
Het meest linke- riskante- gevaarlijke moment uit mijn vissersleven (tot nu toe) is geweest: Het moment waarop ik met vismaat Peter op de Kleine Belt in Denemarken midden in de nacht in een krakkemikkig huurbootje op zee een pokke-eind moest terugvaren naar huis. Toen zat álles tegen, toen waren alle omstandigheden ongunstig, toen was het echt crisis.
Dat was toen een optelsom van negatieve faktoren, zoals:
Een keiharde wind die plotseling opstak en aanwakkerde (toendertijd had je nog geen buienradar op zak).
We zaten aan lager wal in een gammel polyester bootje met nog 5 kilometer te varen voor de boeg.
We moesten tegen hoge klotsgolven in met een eigenlijk te klein bootje met een erg laag gangboord, waar een veel te zware motor op zat, waardoor de boot schuin achterover hing.
Plus... de bestuurder moest achterin zitten vanwege de stuurknuppel.
Plus... een zware kist vol gullen aan boord (die steeds naar achteren schoof)
Plus ... de motor was eigenlijk te sterk voor het bootje, dus als je ietsje te veel gas gaf werd je gelanceerd.
Met harde windvlagen en in de stromende regen... met opspattend zeewater in je smoel en met een plas water in de boot. Met een kapotte bank die loszat, waardoor je je nergens aan kon vasthouden.
Zonder peddels aan boord (niet dat je ook maar een schijn van kans zou hebben om op zee te gaan roeien).
Zonder zwemvesten aan boord (is jaren geleden, gebeurt me nu niet meer).
Midden in de nacht in het pikkedonker (geweldig veel gevangen maar eigenlijk te lang doorgevist).
Zonder koplamp of verlichting aan boord.
En ...door de steeds harder waaiende wind... waarschijnlijk ook te weinig benzine in de tank !
Toen zaten we hem ècht te knijpen.
We zijn gelukkig toch nog veilig aan wal gekomen doordat een andere boot vóór ons is gaan varen (mazzel dat die in de buurt was), waardoor de golven gebroken werden en ze ons op sleeptouw konden nemen, maar we zaten met héle kromme tenen, met strakgespannen zenuwen en hevige hartkloppingen in dat waardeloze bootje op die grote boze zee. Dat was echt linke soep, levensgevaarlijk, kantje boord. Daar heb ik veel van geleerd.
Het wordt tijd dat we deze Deense serie gaan afsluiten, maar ik wil je nog even laten zien waar de poes zich tegenwoordig mee bezighoudt. Zoals je weet had ze al een hele berg muizen onder mijn vismobiel neergelegd en een horde snaterende eenden achterna gerend, maar nu ging ze het groter aanpakken.
Ik weet niet wie er uiteindelijk het hardst kon rennen, want het campingterrein was niet lang genoeg voor deze race. De poes kwam uiteindelijk hijgend teruggesjokt, liep in een rechte lijn door naar haar eetbak met brokjes, lebberde een flinke slok water naar binnen, sprong op mijn bed en ging languit liggen snurken. Doodmoe, maar dolgelukkig. Ook een kat kan op vakantie zijn.
Tot in de late uurtjes bleef ik doorvissen en kon er geen genoeg van krijgen. Mijn handen stonken naar vis, mijn jas zat onder het slijm, mijn broek onder de modder, mijn bril onder de spetters, mijn camera onder het zand, mijn hengel onder de schubben en mijn hoofd vol nieuwe plannen.
Maar ... helaas... morgen moeten we weer naar huis. Dan wordt de Deense rust en stilte weer omgeruild voor de Hollandse drukte en chaos. Jammer dat het niet altijd vakantie kan zijn.
Tenslotte kan ik je slechts aanraden: ga eens op vakantie naar dit ruime- en rustgevende land. Natuurlijk neem je je hengels mee, maar er is hier zoveel moois te zien en te beleven. Je hoeft je geen minuut te vervelen.
Je maakt samen een stevige wandeling langs het strand, met de wind door je haren en een frisse neus, of je hebt 's avonds een romantisch gesprek op de steiger... terwijl de zon voor vandaag afscheid neemt. Alles is mogelijk.
Tot hartelijk ziens bij een volgende vistrip.\
Je kunt de afgelopen 25 Noorse- en 7 Zuidelijke- en 8 Deense afleveringen nog eens lezen en de foto's bekijken via de link: SPECIAL HAKEN EN OGEN.
Binnenkort gaan we op zoek naar vis en avontuur in Normandië en Bretagne, en als alles meezit volgen later nog de vistrips die we maakten naar ierland, Wales en Schotland.
Ik wens je veel gezondheid, geluk en goede vangsten in het nieuwe jaar.
Vissersgroeten van Geert Luinge
g.luinge2@upcmail.nl