Zoals ik in een vorig verhaal al aanhaalde, duwt mijn vissershart me in de winter wel eens naar het vaste-stok-vissen. Dit keer stuwt er mij nog een andere drang vooruit. Mijn vorige karper-sessie was niet gelukt zoals ik verhoopte. De beten zetten niet voldoende door, ik sloeg toen te vaak mis, enz…..
Volgens mij viste ik toen niet verfijnt genoeg; met de vaste stok zou dat zeker beter moeten kunnen. De lijntjes zijn al klaar gemaakt, en zitten klaar in de viskanis. Nu nog de hengel kiezen. Ik kreeg ruim een jaar geleden van een verre buur een oude vast stok, en ik herinner me dat deze Daïwa-hengel me toen erg beviel, als ik hem eens samen stak om eens droog te “voelen”. Niettegenstaande dit een erg oude hengel leek, is hij heel erg strak! Ik viste er echter nog nooit mee, en dit moet nu maar eens gebeuren. Als ik hem echter in de kast zoek, valt mijn oog op een andere oude hengel, een “flashy one”. Ik kocht deze goedkope stok ooit voor mijn oudste zoon, toen we samen onze eerste visuurtjes zouden volmaken. Nostalgie komt opwellen, en na wat snel beraad moet de Daïwa-hengel toch nog maar wat wachten.
Ik stel me al voor hoe deze grotendeels glasvezelhengel straks zal buigen op een stevig knokkend karpertje. Ik vis namelijk zo goed als nooit meer met een elastiek in de top. Ik vind veel meer plezier in het vissen met de ouderwetse versneden toppen. Technisch gezien hink ik daar natuurlijk mee achterop, maar het vissen met een goed uitgebalanceerde set met elastiek vraagt weinig kunde bij het drillen. De opzet doet dit grotendeels voor u, zodanig dat je echt al wat fouten mag maken voor je lijntje breekt. Technisch dus perfect, en uitstekend als je wedstrijden moet vissen. Toch ik vind meer plezier in het “kunnen” drillen van kleine karpers op bvb 12°° nylon. Elke gemaakte drilfout kost u hierbij de vis. In de winter zijn de vissen wel een stuk minder krachtig in de dril, dan tijdens de warmere maanden, dus dat is dan nu weer een voordeel. Als ik de vijver rondstap, houd ik stil bij de met riet begroeide hoek. Vaak kan ik hier vis spotten die op deze ondiepte van de winterse zonnestralen probeert te genieten. Dat is ook nu niet anders.
Zonnekloppers
Ze liggen er wel extra stil vandaag. De winterse zonnestralen krijgen de luchttemperatuur van 5° niet voldoende omhoog om de vissen actief te krijgen. Zelfs als ik kort een stampje geef op de grond duiken ze niet weg. Ai, als alle vissen zo lethargisch liggen, wordt het straks niet gemakkelijk. Ik wil echter dezelfde hoek aanpakken als de vorige keer, dit om goed het verschil te kunnen ondervinden van het verfijnder vissen. De leliebladen daar zijn ondertussen al stevig verminderd. Veel blad staat niet meer boven. De vorstnachten deden hun werk.
veel minder leliebladen
Er gaan tussen die bladen wat krill-pellets van Bait-tech te water. Ze dienen als het weinige lokvoer. Ik wil namelijk ook aan het aas en het voer niets aanpassen. Daarna gaat het lijntje aan de hengel, en meet ik de diepte uit. Na wat aanpassingen kan ik een eerste keer inleggen. Ik zag ondertussen nog niets van beweging aan de stengels of bladen. De vis is dus duidelijk minder actief dan vorige keer. Het koudere water zal er alles mee te maken hebben. Eenmaal aan de slag, zie ik nu en dan wat erg lichte bewegingen op de pen, maar niets wat op een echte beet lijkt. Na een klein half uurtje gaat ze dan toch goed op wandel. De aanslag is onmiddellijk raak. Het lijkt eerst alsof de vis niet goed weet dat hij is gehaakt. Traag zwemt hij weg, maar steeds beter voelt hij dat er wat loos is. Hij voert zijn snelheid steeds meer op, en ik moet een aantal keren stevig meegeven om mijn lijn heel te houden. Heel lang duurt deze winterse dril niet. Wat later legt de camera deze eerst giebelvangst vast.
Yes, de eerste is binnen
Hij of zij heeft een opvallend lange staart tov haar lengte. Snel gaat een nieuwe pellet aan de baitband en de montage wordt opnieuw ingelegd. Een kwartier later komt nr 2 boven tussen de lelies. Hij is een stukje kleiner.
kleiner maar even welkom
Aha, dat loopt een stuk beter dan vorige sessie; ik vis voorlopig aan 100%. De volgende bewegingen op de pen kunnen lang niet leiden tot een aanslag. De beten gaan niet voldoende door. Als ik na een tijdje toch eens probeer, sla ik 2 aanbeten mis. Voilà, mijn 100% is al gehalveerd. Dat moet weer worden opgekrikt. Ik besluit om terug met een klein stukje kaas te gaan vissen, dan kunnen ze toch niet ver naast de haakpunt het aas in de bek nemen. Als ik mijn kanis open om mijn kaas op te diepen, valt mijn oog ook op een tubetje Rubiver. Deze rode lijmachtige pasta leidde, zeker in de winter, al sinds mijn kinderjaren tot prima vangsten. De combinatie van kaas en Rubiver testte ik nooit eerder, dus waarom nu eens niet proberen?
Een opvallende combinatie
Erg lang hoef ik niet te wachten voor ik kan aantikken. Het is opnieuw een giebel. In het ruime net lijkt deze dikke dertiger wel erg klein.
alles is relatief
Natuurlijk gaat dezelfde panaché weer aan de haak. De antenne komt dit keer eerst een stukje naar boven voor ze traag weg zakt. Ik tik op een goed moment aan. De vis is ongeveer van het zelfde formaat maar vecht beduidend minder goed. Hij heeft een vlek in de vorm van een zonnetje op het kieuwdeksel
een “zonnegiebel”
Blijkbaar vond een schooltje giebels hier een overwinteringsplekje. Na nog eerst een misser mag de hengel alweer goed rond. Als de vis in het net ligt, valt me de verticale streep op zijn zijde op. Waarschijnlijk ooit ontsnapt aan een aalscholveraanval, want deze zwarte vogels hebben helaas ook deze plas als snackbar ontdekt.
Escaped from aal(scholver)catraz
De volgende vis is er alweer één met zo’n lange staart in verhouding tot de rest van zijn lichaam. Zijn dril verloopt anders dan bij de andere vissen. Hij snelt telkens weg met korte spurtjes in de wateroppervlakte. Het levert een “spetterend” spektakel op. Ik geniet ten volle. Tof toch dat je met zo weinig visspullen zoveel leuke sportvismomenten kunt beleven.
Veel is niet nodig
Ook de kostprijs van de hengel stelde indertijd niet veel voor, en eigenlijk is hij lang goed genoeg, toch voor een 5 meter lange versie. Toch had ik me voorgesteld dat hij nog dieper zou gebogen hebben op deze dertigers. Mijn geheugen heeft de volledig ronde curve van deze hengel er blijkbaar bij gefantaseerd. Natuurlijk vechten deze vissen nu niet zo goed zoals ze in warmer water kunnen.
lang goed genoeg op deze lengte
Het lijkt alsof Petrus mijn gedachten aan het meelezen is. De volgende vis die ik aansla, gaat er namelijk als een speer vandoor. Rechtdoor naar de overkant dan nog. Dat is de richting waarin je als visser niet veel kunt tegenin brengen. Ik strek me zover mogelijk uit om toch nog maar wat te kunnen mee geven. Oef, het lukt me om deze spurt te pareren. Nu heb ik wat meer kans om dit gevecht tot een goed einde te brengen. Sneller dan verwacht geeft de vis het op. Op de steel van het net kan ik aflezen dat dit voorlopig de grootste van de sessie is.
voorlopig de grootste
Eigenlijk wel al een best formaat voor een giebel. Ik ben heimelijk best wel een beetje trots dat ik deze vis met 12°° nylon de baas kon. Daarna valt het weer een beetje stil. Is het vanwege al het tumult van daarnet? Is het omdat het al voelbaar is dat het straks weer een ijskoude nacht wordt? Is het schooltje daar beneden gewoon op, of vertrokken? Of is het omdat de wind nu volledig is weggevallen?
Volledig windstil
Tijd om wat beelden te schieten. Net als ik een foto wil nemen van de antenne, komt die volledig uit het water. Altijd een mooi zicht, maar nu komt dit me eerder wat ongelegen. Ik ben al lang te laat om juist aan te slaan, en kan me gelukkig net beheersen.
de volledige antenne uit het water
Dan vertrekt de pen opnieuw een klein beetje. Blijkbaar is mijn inwendige “aanslag-veer” al te sterk gespannen, want ik sla veel te vroeg. Ik ben eventjes wat boos op mezelf. Er komen anderhalve meter van mijn visplek een paar belletjes boven. Ze lijken beetje bij beetje te naderen. Aha, dat zou wel eens de karper kunnen zijn waarvan ik hoopte dat hij mijn hengel zou komen testen. De vis schuift erg traag op. Ik riskeer het zelfs, om nog snel even de fotocamera erbij te nemen.
spannend, naderende aasbelletjes
De belletjes houden daarna op met verschijnen. Is de vis nu weg, of is hij pellet per pellet aan het opzuigen? Dan beweegt de antenne even, kort maar goed zichtbaar. De pen schuift even wat op. Opnieuw volledige stilstand. …………. Niets meer…………. Dan een tikje, direct daarna schiet de pen onder. Ik hoef bijna niet aan te tikken, want de lijn staat al strak op de top. Deze top gaat steeds verder buigen; dit is voelbaar een zwaardere vis. Er wordt geen hoge snelheid gehaald, maar de zware vechter komt niet van de bodem. Daarna gaat hij naar links, dat is gelukkig weg van de wortelknollen van het lelie-bed. Gestaag gaat hij er vandoor, en ik moet beginnen mee te stappen om te voorkomen dat de lijn knapt.
De hengel gaat nu veel dieper rond dan bij de vorige vissen, dat is al duidelijk. Bij een aantal stevige staartslagen moet ik vanuit de pols zoveel als mogelijk meegeven, om de gekende “KLETS” te voorkomen. Een paar keer vrees ik dat ik het niet zal halen, maar alles blijft heel. Dan komt de karper, want dat zal het wel worden, even los van de bodem. Yes, ik denk dat ik de strijd ga winnen. Voorzichtig ga ik steeds meer heffen, maar dat is duidelijk niet naar de zin van mijn tegenstander. Opnieuw duikt hij naar de diepte, bijna recht vooruit nu. “Ai, ik haal het toch niet”, gaat het door mijn hoofd. De hengeltop gaat onder water, ik vrees, ik vrees………….., maar de karper keert. Oef, een brede smile verschijnt op mijn gezicht. Ik vermoed alsnog te winnen, het meeste fut moet er bij de vis nu toch uit zijn. De sprintjes worden inderdaad een stuk korter en minder sterk. Dan krijg ik de vis een eerste keer boven.
Een eerste keer boven
Het is een schubkarper dit keer. Nog een aantal keren duikt ze weer naar onder, maar haar kansen zijn verkeken; het schepnet is haar al aan het naderen. De aanblik daarvan zorgt voor een laatste krachtexplosie. Ik moet het net zelfs terug laten vallen om deze aanval nog te pareren. Daarna is het over, en glijdt ze binnen. Even later gaat ze in het net op foto. Deze vechtersbaas schonk me een paar heel spannende momenten. Nog maar eens is het bewijs geleverd dat de vis niet supergroot moet zijn om er mooie sport aan te beleven.
Erg veel sport voor zijn formaat
Ik leg nog een laatste keer in, maar eigenlijk hoeft nu niets meer, al snel is de lijn weer uit het water; ik kreeg al alles waarop ik hoopte. Een reiger vliegt over, hij komt zijn avondmaal samenscharrelen. Een luid gekras weerklinkt als hij me ziet staan. Hij kiest diagonaal de overkant van de vijver om er te gaan vissen. Toch voelt hij zich daar nog niet veilig genoeg blijkbaar, want hij vliegt weg als ik naar mijn camera grijp. Ik geniet nog een tijd na van de heersende stilte. Daarna valt me de snel doorkomende ijzige koude steeds meer op. De adrenaline in mijn lijf is dus weer weggeëbd. Nog snel een foto van het roze dat de hemel kleurt, en dan zoek ik snel de wagen op, en gaat het richting warme kachel.
Een laatste “geniet-moment”
Bart Debaes