image description

De Allrounder : Een voormiddag met een geleend kunstaasje ( Deel 1 )

“Je moet het gewoon proberen, want je zult zien, Illex kunstaas is altijd net wat beter”. Dit wordt me met volle overtuiging aangehaald door Gunther Vandesande. Hier neem maar eens mee, en vis er mee! Let wel, ik moet het terugkrijgen hé, het is enkel eens om te gebruiken.

Ik laat me overtuigen om de test te doen, al heb ik wat schrik, want met geleend materiaal kom je altijd wel iets vervelends tegen. De zekerheid die Gunther uitstraalt dat dit echt de beste chatterbait is die er te krijgen valt, maakt me natuurlijk ook erg nieuwsgierig. Ik ben meestal van de overtuiging dat de visser het meeste uitmaakt als er wordt gevangen of niet. Toch bewijst de praktijk regelmatig dat er ook kunstaas is dat er gewoon boven uit steekt. Het ‘waarom’ daarvoor is soms moeilijk te verklaren, maar de praktijk is natuurlijk altijd het beste bewijs.
Ik heb afgesproken met Wim om de polder eens aan te doen. Het water heeft er nu niet te warm vanwege het slabakkende weer, dus zullen de snoeken in deze herfstige zomertijd niet te veel te lijden hebben onder gevangen worden. Ik hoop stilletjes dat de polderbaarsjes het ook al doen, want dit blijft één van mijn lievelingsvisserijen. De polder staat nu ook nog eens op zijn mooist, en dat maakt de visdag natuurlijk nog zo aangenaam.


De polder is nu op zijn mooist

Op onze eerste stekken blijft het ongewoon stil. Vreemd, normaal krijgen we hier toch altijd wel een actie. Wat verderop moeten we heel voorzichtig onze voeten zetten om geen sporen na te laten in een echte bloemenzee. Het is daar dat mijn makker zich de eerste keer mag dubbel plooien om een groenjas te landen. Als we er vertrekken kan je nergens vermoeden waar  we zijn doorgelopen. Respect voor de natuur moet er altijd zijn, ook al is die natuur aangelegd.


Landing van de eerste

Ik kom bij de kop van een sterk begroeid smal slootje. Erg ver ligt een leliënbed waar een halve meter plaats is om er kunstaas te laten door lopen. Dit lijkt me een prima plekje om mijn geleende chatterbait te laten zwemmen. Ondertussen heb ik al een half uurtje ervaring ermee, en heb ondervonden dat deze Crazy Crusher heel erg vlot op gang komt, en dat is mijn inziens noodzakelijk bij dit soort van aasjes. Al tijdens het afzinken voel ik het klabetter, dus direct na de worp ben ik eigenlijk al aan het vissen.Na een stevige inzet bij mijn worp, lukt het me om een drietal meter over het leliënbed uit te komen. Taktaktaktaktak gaat het door mijn handvat, als ik direct na het neerkomen vanaf de voorkant van het plantenbed een boeggolf zie opkomen. De ‘boeggolfveroorzaker’ twijfelt niet en gaat vol voor mijn “klabetteraar”. Zwaar komt zijn aanval op mijn hengeltop door. Ik heb mij kunnen inhouden om te slaan tot dit moment. Onmiddellijk gaat de vis door het wateroppervlak en toont me dat hij een dikke poldersnoek van ruim 80cm is. Voor zo een klein slootje is dit echt wel een mooi exemplaar. De vis is sterk, maar heeft te weinig plaats om te zwemmen. Telkens van links naar rechts wegschietend, probeert hij zich te ontdoen van de haak. Gelukkig vertoont hij niet het gedrag van een karper die dan steeds de waterplanten opzoekt, maar hij schiet er telkens netjes langs.

De sloot wordt wel een bruinzwarte modderpoel, en ik bereid me al voor op de landing. Net als ik wil kijken hoe ik het dichts bij de waterkant kan komen, knalt mijn hengel vrij de lucht in. Verd……, de snoek schoot af. Och wat baal ik, dit kon  wel de mooiste van de dag zijn geworden. Tja, niets aan te doen, dit soort zaken zullen nooit uit te sluiten zijn bij het snoekvissen.
Toch ben ik ergens content dat ik in dit klein stukje open water prima kon vissen met mijn aasje. Ik neem me alvast voor om de kleinste hoekjes goed uit te peuteren, want dit is met deze prima werkende chatterbait uitstekend te doen.


De kleinste hoekjes kan je er mee uitpeuteren

Dat is iets wat nogal wat poldervissers niet direct doen. Ze gooien vooral het open water uit, en ik vermoed dat de snoeken ondertussen ook al wel geleerd hebben dat dit de gevaarlijkste plaatsen zijn om naar iets ‘vreemds’ te bijten. Bij een T-stuk kiezen Wim en ik elk onze eigen weg. Ik vis links een aantal echt snoekige stekken uit, maar zonder resultaat. Iets wat me wel opvalt is dat er al eerder vissers op deze stekken stonden. Zowat op elke plaats waar ik een prima standpunt zag om te gaan staan, zie ik dat het gras er is platgetrapt. Nee, we zijn zeker niet de eerste vissers die deze waterdelen aandoen. Als mijn water ‘op’ is, stap ik terug. In de verte zie ik Wim ook al terugkeren. Rustig ga ik wat door en kom aan de stek waar ik net de grote snoek loste. Ik kan hier evengoed nog eens gooien, je weet maar nooit dat het geen te slim exemplaar is, en dat hij nog eens toehapt. Ik geef mezelf geen 5% kans dat dit gebeurt, maar anders sta ik hier toch maar te wortel te schieten. Ik schrik er dus wat van, als op zowat dezelfde plek er weer een boeggolf opkomt, maar ze lijkt van en kleinere vis te komen. De tik is korter dan daarnet, maar harder. Het is weer een mooie vis, maar hij vecht anders. Tot mijn verbazing is dit een knappe baars.


Echt knappe baars

Het meetlint geeft 36cm aan, en dat is voor de polder echt wel lekker! Die dikke snoek en de knappe baars waren in dit smalle slootje zeker heer en meester. Het moet blijkbaar een stukje water zijn met een goed bestand aan prooien. In het volgende kort smalle stuk missen we vooraan een vis, maar kan Wim aan het uiteinde er toch eentje bij pakken. De vis wil niet stilliggen voor de foto, en dat levert een leuk beeld.


stilliggen is er niet bij

We doen nu een breder stuk aan. Meer kans om een groter vis te vinden, dat klinkt toch enigszins wat logisch. Aan vissen is echter niets logisch, en wat evengoed onlogisch is, is mijn vangst hier. Na een stevige tik, blijkt de dril allesbehalve stevig. Een snoekje van 2 cm boven de dertig vond het vreemde ding dat voorbijkwam duidelijk een geschikt hapje voor hem. Vreemd toch dat dit soort van kleine vissen voor zo een in verhouding veel te groot aas gaan. Ik ben er echter wel blij mee, want ik vis graag met aasjes die zowel groot als klein verleiden.
6.grote hap voor een kleine snoek
 

Wat verderop bewijst mijn volgende vangst dat “ook-kleinere-vissen-verleidend-vermogen” van mijn chatterbait geen toeval was. Een baars die slechts 16cm op het meetlint aantikt is de klos. De onstuimigheid waarmee hij mijn “klapperaas” aanviel was omgekeerd evenredig met zijn eigen formaat. Even schieten mij Gunthers woorden (geen betere chatterbait dan deze) mij te binnen.


Erg onstuimig baarsje

Het blijkt niet het enige baarsje te zijn die wild wordt van mij “klabetter”. In de volgende slootjes zie ik er nog een aantal op af schieten, maar ze zijn nog een kleiner dan mijn laatste vangst. De haak is heel zeker te groot voor hun bekjes. Ik schat dat de kleinste durfal maar zo een 12cm groot was. Ik schakel over naar een kleine spinner. Als ik mijn speld weer dichtduw kraakt die echter af. Oei, dat is niet tof, maar gelukkig gebeurt dit nu, en niet als er een vis aanhangt.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK