De Allrounder deel 22 Terugblik op de zomerse micro-aas visserij

De Allrounder deel 22 

Terugblik op de zomerse micro-aas visserij  

Door Bart Debaes

In navolging van het artikel dat verscheen in Dé Roofvis, mijmer ik eens na over mijn zomers micro-aas seizoen. Met de eerste koude nachten valt namelijk meestal deze micro-aas visserij wat stil.

Gedaan met de heerlijke tijd van overal verspreid een visje vangen. Straks wordt het weer vissen tikken op de hotspots. Niet dat dit niet leuk is, maar het overal in het ronde kunnen vangen bevalt me net iets beter.


In het najaar kan je overal in het rond vis verwachten.


Ons micro-aas seizoen begon dit jaar vroeg. Meestal wacht ik hiermee af tot de vis vanwege het warme goed op dreef is, maar dit jaar dwong vismaat Guy me een stuk vroeger om met de kleinste hapjes te vissen.


De herfst is de beste baarstijd.


Dat deed hij dat op een kanaal waar we dit ‘aperitiefhap-vissen’ nog nooit eerder toepasten, op een nogal frisse, regenachtige dag. De week ervoor had hij op een geel twistertje van zo’n drie centimeter op een brede poldersloot redelijk gevangen. De kers van de taart die dag was een net geen metersnoek op zijn kleine ding.
 
Zijn ‘maar’ 38 baarsjes van die dag bewezen dat ze in de boezemwateren nog niet ten volle op dreef waren, maar de vangst van die grote snoek had hem genoeg vertrouwen gegeven om met zijn klein 'Geeltje' ook hier onmiddellijk te starten.

Het water was niet bijzonder helder, dus vond ik mijn keuze van de X10 shad veel logischer. Zoals vaak had logica ook dit keer niet veel te zien met het vissen. Zijn eerste aanbeten van wat kleinere vis plaatste ik in het vakje van normaal, en zijn eerste grotere in het vakje 'Puur Toeval'.
 

Ach gewoon puur toeval.

 
Zijn baarzen werden echter steeds groter, en toen zijn teller op 10 stond, met nog een paar missers, moest ik ook overstag. Ik had toen namelijk nog geen tikje gekregen. Gelijk begon ik ook te vangen. Eerst een kleine snoekbaars, en daarna de baarzen.

Vanaf toen gingen we gelijk op. Een paar keren probeerde ik op standaard goede stekken toch met normaler kunstaas wat te forceren, maar ik moest het constant afleggen tegen zijn geeltje. Ook de grotere vissen pakten gretig deze klein hap.
 

Veel liever een aperitiefhapje.

 
Wat later bewees een snoek dat ook zij hier op het kanaal best wel van mini-snacks hielden. Het zou niet de enige van de dag worden. Onze lichte hengels kregen het dan heerlijk hard te verduren.

De enigszins verwachte wat grotere snoekbaarzen lieten zich echter niet zien. Dit is eigenlijk wel een vreemde constante bij deze visserij. Daar waar je op snoekbaars echt wel met kleine aasvissen aan de slag kunt, en ook met klein dropshotaas, blijken ze moeilijk te verleiden met kleinste rubbertjes op loodkoppen. Of we vonden nog niet juist hoe we het moeten aanpakken.
 

Knappe snoek op een klein geeltje.

 
Later, als het warmer werd en de hoogtijd van de baarzen startte liep het weer uitstekend op diverse boezemwateren. De gemiddelde vissengrootte was echter stukken kleiner dan andere jaren.

Waar we vroeger veel twintigers en vooraan dertigers vingen, waren die dit seizoen beduidend in de minderheid. Nu en dan een bak-baars kwam ons gelukkig echter wel verblijden.
 

Een bakbaars voor Frederiek.

 
Net als bij elke visserij ga je ook hier telkens op zoek naar nog betere vangers, beter aangepaste loodkopjes, en ook een geschikt opslagmedium hiervoor. Die kleine hapjes zaten vroeger gewoon in een klein doosje, maar de kleuren lopen hierdoor als snel in elkaar over.

Lelijker nog is als het lood afgeeft op het rubber waardoor je na een tijd alleen nog maar vale, onaantrekkelijke kleurstellingen krijgt. Het ei van Columbus vond ik toen ik net wat kunstvliegen aan het sorteren was, en mijn oog viel op het verweesde twistertje op de kast. Hoe gemakkelijk kon het zijn.

Ik ledigde één van mijn Flypad – tray’s, en had direct een perfect doosje voor mijn hapjes. Zo bleven ze netjes van elkaar gescheiden vast zitten, en grijpklaar. Ik kan het alleen maar aanraden.
 

De Flypadtray met aperitiefhapjes.

 
Gelijk kan ik dan ook één van die hapjes aanraden. Het gaat om de Seducto mini rood-witte twistertjes. Deze goedkope kunstaasjes gelden echt als mijn topfavoriet. Hun kleurcombinatie is niet nieuw, hij heeft zich voor baars al meer dan voldoende bewezen.


Mijn topfavoriet heb ik in alle kleine maten.


De opbouw van de kleinste soort van dit aasje (Type 170) is echter ook heel erg goed gezien. Het lichaam is van behoorlijk stevige rubber, maar het rode staartje is flinterdun en zacht. De combinatie hiervan is excellent. De kleinste soort verleidde ook al voorn.


Ook voorn liet er zich al op vangen.


Dat twisterstaartje heeft echt bijna geen beweging nodig om verleidelijk te gaan zwabberen, maar het lijfje kan heel goed tegen de raspbek van de baars, en de tanden van snoek.


Dit formaat baars heeft al een stevige raspbek.


Een nadeel van andere, helemaal softe aasjes is namelijk dat ze helemaal zo zacht zijn, dat ze te snel gaan inscheuren. Het staartje van de wit-rode begeeft ook wel na een paar tientallen baarsjes, maar dan gebruik ik nog het lijfje.

Ik verlijm er een super klein shadje op. Je vindt dit soort shadjes in de schappen van de forelvisserij. De eerste vond ik bij Spro, maar later vond ik soortgelijke van Seducto.

Beiden laten zich goed verlijmen met superglue. Op die manier kan je net die contrasterende kleurcombinatie maken die je het liefste hebt. Snoek kan die wit-roze combinatie echt wel appreciëren.
 

Vaak snoek op deze combinatie.

 
Dat er nog verbeteringen gebeurden in mijn visserij kan je lezen in deel twee van dit stuk.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK