De Allrounder deel 1
Een namiddagje dropshotten
Door Bart Debaes
Teveel werk, en diverse omstandigheden, zorgden ervoor dat het weekend bijna visloos verliep. Door wat extra gas te geven, kreeg ik toch wat tijd op zondagnamiddag. Ik kon het vrouwtje overhalen om er op uit te trekken naar een stek waar zij wat kon wandelen, en heel toevallig lag daar ook een watertje bij waar wat baars is te vangen.
Dat de zon er een ietsiepietse door kwam was een extra stimulans. Mijn jongste zoon zou eventueel met me mee vissen als er voldoende beet was.
Niettegenstaande de regen lag het water er op het eerste zicht niet te bruin uit. Meer zelfs ik had een doorzicht van een 35 tal centimeter, wat voor deze stek prima is. De vishonger was groot, dus snel naar de eerste steiger.
Ik had vooraf reeds de 2,70m versie opgetuigd van de Red predator van Arca, omdat ik hiermee makkelijk om en rond de aanwezige bootje kon. Na de tweede verplaatsing van het shadje kreeg ik een minitikje op de hengeltop. De eerste beet was mis, maar na het opnieuw laten zakken kwam er een meer overtuigde aanval en het eerste baarsje hing.
De eerste is binnen.
Groot was het niet, maar dit is België, dus op roofvisgebied moet je wat sneller tevreden zijn. Een paar baarzen boven de 20 centimeter is op dit water al een succes, maar aantallen maken lukt vaak wel.
Dit peuteren zou ik eigenlijk iedere startende dropshot-visser willen aanraden. Je hebt veel meer kans op beet, en op die manier leer je veel vlugger waar, en hoe er moet worden gevist. Natuurlijk zijn er vissers die dit prutsen op kleintjes tijdverlies vinden, maar ik blijf het reuzeleuk en leerzaam vinden.
Bovendien vind ik het de manier om na te gaan wat voor kleuren en vormen van shadjes goed vangen. Als je maar drie beten op een namiddag krijgt, kan je moeilijk nagaan als het nu net was omdat je net veranderde van kunstaaskleur, of gewoon omdat er op je nieuwe beviste stek, wel vis ligt.
Als ik zaken wil uittesten knoop ik vaak twee haken boven elkaar op de onderlijn, waar telkens een andere vorm of kleur wordt geprikt. Als het vooral de bovenste is die vangt, dan wissel ik ze van plaats om na te gaan als het aan het shadje ligt of aan de hoogte boven de bodem.
Het levert soms leuke inzichten op. Vandaag wordt het niet anders. Ik was een week ervoor uitgenodigd bij Joachim de man achter Bright baits. Ik had hem al een paar keren op een beurs gesproken en was nieuwsgierig hoe het frezen van shad-mallen en het gieten ervan in zijn werk ging.
Hij had die nacht net een nieuwe mal gefreesd voor een nieuw soort siliconen wormpjes. Het gietproces voor die mal stond nog niet volledig op punt, hier en daar zaten kleine luchtbelletjes in de wormpjes. De vorm ervan was echter wel al voldoende om te testen op vangkracht. Ik had er een aantal mee gekregen.
Siliconen testwormpjes.
Het aantal beten dat ik er op kreeg was prima. Niettegenstaande de grote hap voor de toch wel kleine baarsjes die dag werd hij vlot gegrepen. Op de onderste haak had ik een twee centimeter klein forelshadje van Spro geprikt. Dit had me de laatste tijd prima vis opgeleverd. Bij deze had het voorlopig naamloze wormpje erboven een niet te onderschatten concurrent.
Prima troutshadje van Spro.
Ze gingen echter gelijk op. Daar ik echter vele missers bleef hebben, en ik vermoede dat vooral het wormpje te groot was, kneep ik er de helft van af. Ik moet toegeven dat dit mij wat makkelijker af ging bij deze gekregen shadjes dan bij de versies waar ik een dikke euro voor moet geven.
Hiermee reduceerde ik een deel van de missers, wat bewees dat ze vooral die Brightbait-test-versie pakten. Een aantal keren was het siliconewormpje echter ook van de haak gescheurd.
Door zijn dunne diameter, die bovendien geribbeld is, blijft er maar weinig materiaal meer over om de haak in te prikken.
Ik bedacht hiervoor te plaatse de oplossing: als er op meerdere plaatsen een verdikking zou gegoten worden, en zonder ribbels, dan kan je als visser de worm afknijpen op de lengte die je zelf wenst. Vooral streetfishers zullen dit wel kunnen appreciëren denk ik.
Wat verder in de haven was een gezinnetje aan het witvissen. Boven de bootjes door zag ik heel regelmatig doorbuigende hengeltop. De kinderen hadden er zo te horen veel plezier aan.
Er werd vaak en uitbundig gelachen. Er startte een regenbui en de familie stopte de visserij. Zoon Dries was graag gaan kijken als ze het leefnet ophaalden. Ze hadden zo te zien prima gevangen.
Zo te zien prima gevangen.
De man vroeg als we de rest van zijn aas konden gebruiken, anders lag het toch zo in het water. Vooral de casters hadden prima voorn gevangen, en op vers de vase was het de ene baars na de ander vertelde hij me.
Het leek me een prima mogelijkheid om er een wedstrijdje aas versus kunstaas van te maken. Onderaan plaatste ik de kleinste haak met oog die ik bij had, bovenaan zou het bij kunstaas blijven. Onmiddellijk kwam de ene beet na de andere, maar zo goed als alle beten werden gemist.
Telkens was de "vers" er af, dus het was wel daar dat ze pakten. Zelfs als ze op de loop gingen met mijn hengeltop, dus heel sterke beten, bleek na de aanslag enkel een lege haak over. Na een keer of 15 was ik het al moe om telkens vers aan de kleine haak te prielen.
Ik besloot gewoon verder te gaan met enkel het plastic op de bovenste haak. De eerste beet was gelijk raak, maar wat bleek? De lege onderste haak was gegrepen door een mini-baarsje!!.
Een lekkere lege Aberdeen haak???
Blijkbaar werd die voldoende goed gepresenteerd om er als een hapklare brok uit te zien. Niet dat dit me zo erg verwonderde, want in vroeger jaren had in meermaals gevist met een lege kleine haak achter een grote droge vlieg op forel.
Het was de bedoeling dat ik hiermee een muggenlarve nabootste, en die zijn zo dun dat je bijna niets op de haak mocht binden om niet te dik te zijn. Deze "blote-haak-vlieg" heeft me indertijd vele mooie vissen opgebracht.
De casters leverden beter vis op dan de “vers”. Alhoewel het wormpje erboven behoorlijk mee kon. Al waren de visjes soms heel mini
Al waren de visjes soms heel mini.
Ik dacht echter dat ik ook regelmatig voorn zou kunnen pakken maar dat was mis, ook niet op de witvissers hun voerstek. Het deed me denken aan mijn eerste sessies op zoek naar het silverdropshotten. Zo lukte het in het begin ook niet.
Slechts met afstaande onderlijnen lukt het om regelmatig voorns te vangen. Dunne onderlijnen had ik nu echter niet bij, bovendien was de honger naar baars ook te groot.
Dries kreeg op de voerstek regelmatig beet, dus liet ik deze plek aan hem, en ging op zoek naar de betere hoekjes. Nu en dan wisselde ik af van silicone. Ik had ook een paar ongekleurde wormpjes gekregen en was benieuw als de vis zo ook goed zou vinden. Er was weinig verschil in het aantal beten, sterk!!!
Ook de kleurloze wisten ze prima te vinden.
Vallen ze daar nu vooral op vanwege het uiterlijk, of via de bewegingen die ze maken. Ik ga vooral uit van het laatste.
Een afgeknepen gele twisterstaart toonde me ook opnieuw zijn vangkracht. Te snel was vrouwtje al weer terug, helaas, want dat betekende stoptijd. Ze had echter wel zin om het ook nog eens te proberen. Ze ving onmiddellijk. Als Dries er dan ook één ving het volgende moment, moesten ze natuurlijk samen op de foto.
Samen op de foto.
Zoon Robbe er één te laten vangen bleek moeilijker. Hij miste te veel beten. Op zijn vraag waarom hij zoveel miste, antwoordde ik dat die kleintjes niet genoeg doorbeten. Na wat aanwijzingen lukte het hem alsnog een baarsje te verschalken. “Zo moeten ze bijten”, was zijn reactie.
Zo moeten ze bijten.
Ondertussen kwamen regelmatig medevissers aan. Vooral jonge kerels met streetfishing materialen. Ze waren duidelijk te gretig. Een enkeling was na één enkele worp direct al weer op zoek naar een volgende stek???
Anderen bleven wel wat langer hangen, maar ik zag slechts de jonge kerel met een vaste stok vangen. Het leek me dat ze nog rekenden op de vlotheid van beten van september. Nu, vandaag met een watertemperatuur van 9° moest je de vis meer tijd geen om toe te happen.
De meeste beten kwamen als het shadje al een seconde of twee stil hing. Constant bewegen met het aas was zeker not done! Opperste concentratie was nodig om de vaak kleine tikjes te kunnen voelen.
Opperste concentratie.
Ik hoorde de kerel met de vaste hengel zijn maat toeroepen dat hij het eens moest vragen aan de man met zijn zoon hoe het moest. Zijn vriend haalde de schouders op, en stapte gehaast naar een verdere stek. Ik wou me dan ook niet opdringen.
Mijn teller eindigde op 28 stuks, zoonlief raakte bijna aan de helft. Niettegenstaande de grootste vis 18 centimeter was, waren we beide zeker tevreden. Slechts één opmerking van Dries: “De volgende keer kom ik wel met de vaste stok hé pa, ik wil ook eens zo een pak voorns vangen”. Nou dan zal papa zich wel weer eens moeten opofferen zeker