image description

De Allrounder 72   De Waal op met de bellyboot (1)

De Allrounder 72   

De Waal op met de bellyboot (1)  

Door Bart Debaes

De herfst is toch voor ons vissers een prachtige tijd. Alle visserijen zijn dan op hun best. 

De baars in de polder staat op zijn gretigst, en een getal met drie cijfers bijeen vangen van deze prachtige vissen, is dan bijna standaard. 


Gretige handgrote baarzen.

Ideale omstandigheden dus, om over deze visserij een filmpje op te nemen. Het verscheen na de TV-uitzending, ondertussen ook al op het internet. Voor de liefhebbers hierbij de link om dit filmpje te bekijken

Ik leerde zoonlief ook vissen met de swingtip, en God, wat had hij een drilplezier aan die kleine karpers op mijn vele jaren oude zelfbouwhengeltje.


Plenty drilplezier.

Een wat zelfde verhaal met de Bolognese-hengels. Ze werden door stevige vissen regelmatig getest op de diepgang van hun te halen buigcurve.


Buigen tot op het eind van hun buigcurve.

De visgoesting neemt in deze tijd niet af, ze neemt eerder toe met elke visbeurt. Geen wonder dat er niet veel komt van verhalen schrijven. Want ietwat later op het herfstseizoen, geraken de snoeken goed op dreef en komen ze tussen het vangen van baarzen in, de kers op de ‘visdagtaart’ spelen. Staaldraadjes zijn in de polder altijd van doen, maar in die periode worden er vaak meerdere per dag tot kruldraad getransformeerd. 


Heerlijk snoeken op licht materiaal.

Dan breekt de tijd aan dat het grotere water lonkt. Al blijkt dit jaar, dat dit lonken een gans stuk minder sterk is. Vanop de grote rivieren en plassen komen niet veel “Jaa-jaa-joepie-berichten”. De beroepsvisserij voert 'te' goed hun werk uit, en dat heeft een erg nefast gevolg op de vangsten van de sportvissers. 

Dagen van tientallen vissen in de boot komen dit jaar blijkbaar niet voor, terwijl dat andere jaren in deze tijd eigenlijk normaal was. Het is nu soms echt harken voor een paar visjes. Uitwijken naar afgesloten wateren, of naar stekken die de beroeps minder goed kunnen leegvissen, is dan de optie. 

Eind oktober trok ik met Frederiek noordwaarts om een verticaal-dag te ‘vervissen’ op een afgesloten plas. Maikel zou ons in de namiddag komen vervoegen, maar eerst heeft hij nog werk-afspraken. Het enige wat Frederiek niet zo goed zag zitten, was de voorspelde wind. Het zou tot 7BF waaien en in een belly is dat behoorlijk hard werken. 

Ik voorzag met die wind helemaal geen probleem, want ondertussen heb ik tot mijn grote tevredenheid, al een tijdje mijn “Float Plus” systeem onderaan mijn buikboot hangen. Eerdere visdagen er mee werden nog nooit ‘kapot geblazen’. Ik lag een tijd geleden al eens op deze plas, als de bootvissers de grootste moeite hadden om op verticaal-koers te blijven, en ik gemakkelijk perfect gecontroleerde driften kon maken.


Een zes Beauforke; en dan?

Frederiek zag dit systeem nog niet eerder ‘live’, en dus verliezen we wat tijd als ik het demonstreer voor we te water gaan. Hij vind het een prima uitvinding, maar is niet echt overtuigd dat dit een must is om te hebben. Ik grap, dat we aan het eind van de dag eens het melkzuurgehalte van ons beiden zullen meten, en elkaar dan nog eens zullen spreken. “Poeha, ik ben een wreed getrainde fietscoureur”, haalt hij nog behoorlijk overmoedig aan, net voor we te water gaan.

Ik ben nog niet ver uit de kant als ik al een eerste tik krijg. Net op dit steil talud komt dit niet volledig onverwacht, maar toch wordt deze eerste gemist. Ik heb een paar nieuwe rubberaasjes mee om uit te proberen, en ben gestart met een Seducto Ribbed Paddle Tail 8,75 centimeter in het kleur Pearl.

Zo snel al een rammeltje, schenkt gelijk al vertrouwen in dit sterk zwabberende ding. Ik geef toe, dat ik er als vis er ook moeilijk zou kunnen afblijven; zo mooi dat het met zijn staartje kwispelt. Na nog een missertje komt dan de eerste vis van de dag naar boven. Een baarsje is kortstondig de pineut.


Eerste van de dag.

Die werd geplukt van op 7,4 meter water, ik probeer deze diepte nog wat aan te houden. Ze hebben blijkbaar afgesproken om allen dat moment op die dieptelijn te gaan liggen. Regelmatig gaat de hengeltop dus krom. Groot zijn ze niet, maar ik heb spreekwoordelijk een kinderhand, en die is snel gevuld.

Niettegenstaande het aasje klein is, mis ik toch behoorlijk wat aanbeten. Er zit hier nogal wat zwartbekgrondel, en ik vrees dat dit de boosdoeners zijn van al dat gemiste gerammel. Ik beluit nog wat te verkleinen van aas. 

Tussen mijn ‘nieuwtjes’ zitten ook imitatie wormen, en die lijken me nu op een kleiner, lichter kopje een prima optie. Met hun volledige naam heten ze de Seducto Flat Tail Worm 9 centimeter en de eerste kleur die ik probeer is de bijna levensechte “Brown Sparkle”. Mijn speld lijkt nu wel erg groot, maar baars is deze tijd van het jaar niet zo kieskeurig, dus ik ga er mee door. Eerst toch weer wat missers, voor er opnieuw een baarsje boven komt.


De imitatieworm lijken ze ook lekker te vinden.

Als de missers blijven komen, wil ik toch wel eens weten als het inderdaad zwartbekgrondels zijn. Piepkleine shadjes heb ik hier helaas niet bij. Ik heb echter, van een voorbije visdag, wel nog kleine blinkende dropshothaakjes zitten in mijn jas. Ik monteer dit aan het loodkopoogje, maar laat de haak gewoon los achter het shadje slingeren. 

Ik kon ooit op ondiep, heel helder water het gedrag observeren van deze vissoort, en hoe ze reageerde op diverse kunstaasjes. Ze grepen graag toe op iets kleins dat ergens aan het aasje slingerde. Ik bedoel dan bvb een vinnetje, een stukje losgebeten rubber, het mini-twisterstaartje, enz. 

Die blinkende rondslingerende haak kan dus voor hen ook attractief genoeg zijn. Om ze nog wat op te jagen, geef ik mijn aasje extra veel actie. Ik kies er ook voor om een wat grotere, en witte versie te monteren, zodat die voor deze agressieve soort goed zou opvallen. Tegen het ponton met de springplank op, kreeg ik wat rammeltjes, dus dat lijkt me een prima stek om te starten. Twee missers later komt het “zwartbek-bewijs” naar boven. 


Het bewijs.

Ik kan er zo een paar plukken, die zowat allemaal zo goed vechten als een leeg plastic zakje, maar dan geraak ik vast aan de bodem. In eerste instantie verlies ik mijn los haakje, maar even later moet ik ook ongewenst het shadje offeren. 

Het eerste kleur van deze ochtend gaat er weer aan, en de baarzen in diverse grootte laten de teller oplopen. De wind is ondertussen nog aangewakkerd, en al liggen we aan de luwe kant, de wind en golven bezorgden mijn vismaat toch al rode ‘peddel-wangetjes’.


Peddelen geblazen.

Rustig zet ik de controller van mijn Float-plus simpelweg een paar stappen hoger, en ga lekker tegen de wind in, terug het dieper water opzoeken. Op 7 meter mag het shadje weer de diepte in. Pas aangekomen op de bodem, krijg ik al gelijk een tik, ja er hangt iets, en dit is geen grondel of baars. De eerste centimeters snoekbaars van de dag komen binnen. Voilà, ik heb al drie vissoorten vandaag. 


Enkele centimeters snoekbaars.

Bij de volgende ‘bodem-aftasting’, voel ik dat daar beneden een mosselbankje ligt. Dat kan niet slecht zijn, dus peuter ik het hier verder wat uit. Een van de mossels blijkt mijn gele shad-staartje aan te zien als een verzamelobject, en beluit om het af te knippen. 

Zonder schoepstaart zou deze ribbelbait waarschijnlijk ook nog wel eens een vis vangen, maar ik ga dit nu niet testen. Ik heb te veel “vang-honger”. 

Ideaal moment om weer een ander kleurtje te proberen. Snel-snel schuif ik een wit-rood shadje op de loodkop. Dat snel-snel is echter nooit de goeie manier, en daardoor scheur ik al het lijfje. Hmm, die loodkopjes, met die dikke verbreding onder de kop, zijn eigenlijk ook niet ideaal voor dit soort van smalle shadjes. 

Verdikke, wat nu te doen? Doorgaan of toch maar gelijk vervangen? Och, ze zijn gewillig daar beneden, dus toch maar doorgaan. Eerst zet ik de motor-controller 10 standjes hogerop, want de wind wakkert weer fel aan, en het is anders lastig, om te blijven liggen op enkel spierkracht. 

Weer al gauw een paar missers. Aan de ene kant wat frustrerend, maar aan de andere kant houdt dit een mens wel heel alert. Zo alert dat ik ook sla bij de kleinste hapering. Aha, deze vechter geeft wel meer weerstand tijdens de dril, die is zeker groter. Het is een abnormaal gevecht, ik kan niet goed voorspellen wat voor vissoort dit wordt. Het blijkt opnieuw een snoekbaarsje te zijn, maar nu verkeerd gehaakt.


Verkeerd gehaakt.

Ik kan er op deze stek nog een paar vangen. Allemaal niet groot, maar mijn kinderhand hé, weet je nog wel ��. Na een tijdje houdt het toch op. Ik besluit Frederiek eens op te zoeken. Die heeft zich laten afzakken met de wind mee. Hij zal het zonder motortje niet zo gemakkelijk hebben. Het heeft nu en dan al ferm ‘geblazen’, de 7BF hebben we zeker al gehaald. 

Ik zet mijn Float-Plus op 100% en race!! (aan 6km/uur) met de wind mee, naar Frederiek toe. Dat hij het niet gemakkelijk heeft gehad, blijkt uit ons gesprekje. Hij heeft enkel nog maar drie missers gehad, op deze ganse voormiddag. 

Hij moet veel te hard peddelen, en kan zich hierdoor te weinig concentreren op het vissen zelf. Eigenlijk is hij pompaf, en zou hij liever in de omliggende poldersloten gaan snoeken, in plaats van verder in de belly te ploeteren…

(Wordt vervolgd…)

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK