image description

De Allrounder 64 Zwerven door Zuid-Noorwegen (2)

De Allrounder 64  

Zwerven met het gezin door Zuid-Noorwegen (2)  

Door Bart Debaes

We maken nog een wandeling in het duister voor we gaan slapen. Aan de brug boven de stevig stromende rivier staan een man en zijn zoon naar onder te wijzen. Natuurlijk gaan onze ogen in diezelfde richting. Het is Robbe die ze als eerste ziet. In de diepe gaten tussen de brugpijlers liggen grote silhouetten. Aan de vorm en de manier van zwemmen herken ik zalm. Ook nu kan ik geen ‘whow’ onderdrukken, want er liggen exemplaren tussen die ik schat op 90cm plus.

Langs de oevers staan her en der bordjes die aanduiden dat het vissen verboden is, en de kostprijzen kennende van andere Noorse zalmrivieren, maak ik me geen illusies. Dit wordt geen spek voor onze bek. We hebben ten andere ook geen tijd, want we worden voor 15.00 uur verwacht in ons vakantiehuisje, en hebben nog uren rijden voor de boeg.

Toch benijd ik ’s morgens wat de visser die we in het water zien staan bij ons vertrek. Samen met het decor vormt hij een plaatje dat op een viskalender niet mis zou staan.


Een echt plaatje.

Maar wij moeten verder. Natuurlijk gaan mijn ogen constant uit naar stekken die onderweg toch zeker de moeite zouden kunnen zijn om even een ‘vis-stop’ te doen. Ik verwonder me er over dat we zoveel meren voorbij komen onderweg.

Ik had er helemaal geen idee van dat hier zoveel plassen lagen, in alle soorten maten en vormen, en vraag me af hoeveel % van hen echt de moeite zouden zijn om te bevissen. Dezelfde vraag komt bij me op als ik rivieren kruis.


Zou hier ook vis zitten?

Ver van de kust rijden we nooit, en dus moeten we ook regelmatig voorbij een fjord. Op één van die plaatsen trek ik toch de remmen toe. Ik zag dat er nogal wat stroming stond op een plaats waar een rivier uitmond. Stromingen lokken vissen aan, dus dit lijkt me een ‘place to be’ voor het middagmaal, en euuuuch ook nog een beetje vissen?

Ik hoop op grote makrelen, en eventueel koolvis en pollak. In een mum van tijd zijn 3 hengels voorzien van pilkertjes. Het vraagt wat geploeter door de vegetatie, en wat klimmen over grote rotsblokken voor we bij het water kunnen komen. Dat blijkt mooi helder, dus vol vertrouwen schiet blinkend metaal door de lucht.

Na een paar worpen gaat de eerste felle tik door mijn hengeltop, die eerste beet wordt echter gemist. Kort nadien is het dan toch al raak. YESS, mijn nieuwe Evoque gaat lekker krom. Schudde-bonkend komt de vis binnen, maar net voor ik hem zou kunnen zien lost de haak. Robbe meldt me echter dat hij niet goed weg met zijn zwaardere hengelopzet, en vraagt om te verwisselen van hengel.

Mijn vermoeden is eigenlijk dat hij heel graag met mijn ‘beten-uitlokkende-pilkertje’ aan de slag wil. Nu geen probleem, de wissel gaat vlot. Een minuut later hoor ik hem triomfantelijk roepen. Stevig drillend brengt hij zijn eerste vis binnen. Het blijkt echter geen zeevis te zijn, maar een mooie bruine forel. Een vangst die me toch verrast.


Robbe’s eerste Fario.

Het ganse gezin schaart zich om deze vangst en ze verwonderen zich om de mooie kleuren. Zo wordt ik met mijn neus op het feit gedrukt dat het eigenlijk bijna enkel vissers zijn die deze prachtige forellensoort zien in hun leven. Zowat iedereen kent enkel de uitheemse regenboogforel.

Niet veel later weerklinkt al weer een jubelkreet uit dezelfde mond. Opnieuw komt een mooi zwart bestipte Salmo Trutta Fario, zoals deze beekforel in het latijn heet, binnen. Hmm, is het dan toch de zilveren-roze pilker die het hem zal doen?


Is zilver-roze de kleur van het succes?

Niet veel later wordt het tegendeel bewezen. Mijn hengeltop staat te dansen op het ritme van een stevige vechter. Nog steeds verwacht ik hier zeevis, maar opnieuw blijkt het een bruine forel te zijn. Het is al een behoorlijk exemplaar, maar geen waardige tegenstander voor mijn wat te stevige opzet. Toch knokte deze vis behoorlijk na zijn stevige aanbeet, dus mijn vissershart wil nog meer.


Bewijs van tegendeel.

Al doende leert men, en zeker als je vissend steeds varieert op zoek naar de beste manier van doen, gaat dit op. Het lukt me dan om ook steeds beter om aanbeten uit te lokken. Ze blijven bijlange niet allemaal hangen, maar wat zijn de aanvallen fel. Ik merk algauw dat je best niet te lang op dezelfde plaats vist. Als ze “hap graag” zijn, dan pakken ze blijkbaar gelijk, of helemaal niet.

Het is dus de bedoeling dat je regelmatig opschuift, en dat levert dan al gauw weer een aanbeet op; tenminste als je uw aasje diep genoeg laat zakken. Zoals steeds liggen de forellen ook hier tegen de bodem aan, en hoe dichter het eten aan hun bek voorbij komt, hoe gemakkelijker het hen te pakken lijkt.

Ik maak mijn zonen daar opmerkzaam op, en terwijl ik het hen voordoe, knalt er een prima meeluisterende ‘leerling-forel’ op. Hij is prachtig rood gestipt, dus neem ik er de tijd voor om hem te vereeuwigen.


Prachtige bruine forel.

Het was te voorspellen, maar al gauw liggen de kids beide pilkertjes vast tussen de stenen. De uitleg was, zoals zo vaak, eenvoudiger dan de uitvoering ervan. We zitten toch in onbetreden gebied, dus gaan hun broeken uit, en dwarsen ze het stromend water op zoek naar hun vangende kleinood.

Snel zijn ze daarna terug aan het vissen. Het doet me wel wat zoals we daar met z’n drieën midden in de natuur hetzelfde doel voor oog hebben; vader-zonen-momenten, weet je wel.


Met z’n drie gezellig samen vissend.

Terwijl ik de volgende dril, zie ik vanuit mijn ooghoeken dat Dries het wel tof vind dat wij vangen, maar hij wil er onderhand echt ook wel eentje. Ik stap er naartoe, en verlok hem om samen wat verderop te gaan vissen, daar waar de stroomnaad door het fjord loopt.

Ik hoop nog steeds op diverse soorten zeevis, maar ook hier blijken ze niet te zitten. Met wat extra uitleg verschalkt ook mijn jongste zijn eerste beekforel. De vis verweert zich heftig, maar tegen deze stevige Diamaster kan hij niet op. 


Daar komt Dries eerste beekforel.

Blijkbaar heeft Dries nu het spelletje beter door, want ook bij hem komt regelmatiger vis naar boven. Hij haalt al snel zijn broer bij, en dat maakt de wedstrijdvisser in hem wakker. Hij gaat zijn pa ook nog verslaan...

Daar ik te lang op dezelfde stek blijf hangen, blijkt hij er ook nog te zullen in slagen ook. Als hij dat aan mij laat weten, schiet ik natuurlijk extra in actie, want mijn eer staat op het spel. Ik verkas dichter naar de brug toe, kortbij de monding. Achter de pijlers moeten daar wel diepere gaten liggen, en dat schept natuurlijk mogelijkheden.

Na in een aantal worpen een paar keren wat te blijven haperen, denk ik het verloop enigszins wel te kennen. Er liggen twee diepe geulen na elkaar, met een bult tussen. Ik vis nu zo kort mogelijk tegen de bodem aan, zonder vast te lopen.

Vis-technisch lukt het me prima en de beloning is telkens een mooie forel. Ik zit algauw tegen de vijftien vissen aan. Sommige zijn maar dik 20cm maar dit weerhoudt hen niet om de brede pilker aan te vallen. 

Vanuit de diepste delen zijn ze erg donker gekleurd, tot bijna zwart toe. Zo lijken ze op de Ierse forelletjes uit de zwartbruine turfwateren. Natuurlijk vissen we al weer langer dan voorzien, en net als ik nog eens bedenk dat het vreemd is dat we hier geen zeevissen kunnen vangen, valt mijn spreekwoordelijke frank. Het zou wel eens kunnen dat we op dit deel van het fjord een vergunning moeten hebben. 

Daar naar op zoek gaan, is niet meer mogelijk, het is gewoon al te laat. Met een ietwat schuldig gevoel verlaat ik dan ook de stek. 


Afscheid van de forellenfjord.

We moeten nog een gans stuk rijden, maar de tweede sessie was alvast ook weer succesvol. Als dit de ganse vakantie zal duren, wordt dit gewoon de max! Met toch een gelukzalig gevoel verlaten we de forellenfjord.

Debaes Bart

ANDEREN LAZEN OOK