image description

De Allrounder 60 Opnieuw naar het snoekenparadijs, meer 16 (2)

De Allrounder 60 

Opnieuw naar het snoekenparadijs, meer 16 (2) 

Door Bart Debaes

Als het wat stil valt, zoek ik de zeer ondiepe oever op achter het schiereiland. Met het zonnetje dat er door kwam, en de stijgende temperatuur, zal er wel aasvis deze kant optrekken. Kleine ringen verraden al snel hun aanwezigheid, maar de rovers zijn ze nog niet gevolgd.

Stappend over het bronmos ga ik steeds ondieper. Komaan zo een prachtig stuk, met die wijd uiteen staande plomp, hier moet toch vis liggen! Eerst nog even een nieuwe pleister, en dan ga ik ervoor.


Hier moet toch vis liggen!

In eerste instantie blijkt dit loos wensen. Pas als ik helemaal in de kant, tegen de boomtakken gooi, komt er beweging in de zaak. Ze doen wel moeilijk. De kleine lichte Syclops is mooi te volgen, als ik een tikje krijg; dan nog één, en nog één.

Plots een iets stevigere tok, en ik sla. Een halve seconde blijft een gustje hangen, voor de lepel door de geloste spanning, de hoogte inschiet. Snel ga ik voor de herkansing. Te weinig concentratie, en teveel wind stuurt mijn “zilverling” een gans andere richting uit.

De lepel valt, en wordt onmiddellijk gepakt. Hoezo? Is dit dezelfde, zo ver van zijn plekje???? Na het onthaken, schiet ik mijn aasje wel in de juiste richting. Waar ik die andere daarnet loste, krijg ik weer een tik, gepaard met een kolkje.

Ik steek in het verder binnen vissen zoveel mogelijk verleidelijke variatie, en even laat ik het lepeltje ook kort dwarrelen. Jan Schreiner zei het al: “Dit is bij de lepel de meest verleidelijke beweging”, en blijkbaar heeft mijn aanvaller ook die schitterende boeken gelezen.

De beet is nu vol. Na de aanslag gaat de ‘kenner’ de hoogte in; belezen wezens zitten namelijk wel vaker in hogere sferen. Na zijn tweede sprong neemt hij echter afscheid van me.

Ik weet dat een extra kans zeker teveel is gevraagd, maar in Ierland zitten soms wel erg domme snoeken. Dus hang ik nog snel eens de Lovec Rapex in de speld, je weet maar nooit.

In deze ondiepte valt ook hij prima te vissen. Bijna op dezelfde stek komt er weer een gustje aangevlogen. Wild wordt mijn aas gegrepen. Kopschuddend ter plaatse doet de snoek het gedrag van een Blackbass na.

Hij kan helaas ook even goed het aas uit zijn bek schudden. Het kost mijn Rapex wel zijn oog. Nu heb ik er nog een soort van Syclops bij.    


Nog een Syclops.

Wim gaat ondertussen wel volle bak door, met terug beide hengels. Ik probeer hem wat te ‘assisteren’. Als hij er één aan het onthaken is op zijn kunstaashengel, zie ik zijn dobber onderduiken. Ik maak er hem attent op. Snel slaat hij aan, de beet wordt gemist.

Vlug gooit hij de aasvis terug, precies op dezelfde stek. Net als de dobber gaat staan, plopt hij onder. Nog voor er kan worden aangeslagen plopt hij weer boven. “Misschien ligt hij op de bodem te slikken, het is hier niet echt diep”, roep ik hem toe.

Door zijn lijn op te spannen gaat Wim aan het ‘voelen’ met de hengeltop. Dit is het sein voor de rover om er volop vandoor te gaan. De hengel staat al rond voor er kan worden aangeslagen. De vis blijft nog een seconde hangen, maar gaat er dan weer af. Daarna komt hij niet meer terug. Wat later vangt hij op zijn Rapalla een dikkerd op bijna dezelfde plaats. Was dit de aanvaller van daarnet???


Misschien de aanvaller van daarnet.

Ik speld de gele Ierse lepel er aan. Geen slechte keuze, want de aanbeten komen nu telkens hard. Helaas blijven weer te weinig vissen hangen. Eén ervan is een mid-zeventiger. Tot driemaal toe komt hij keihard mijn ringvinger pijn doen bij de aanbeet.

De laatste keer komt hij met veel oppervlaktetumult binnen, tot kort voor de boot, dan valt hij er af. Een on-katholieke klank weerklinkt. Eigenlijk mag ik met mijn voorlopig aantal snoeken echt niet klagen, maar meer dan evenveel vissen verloor ik al.

Hoe komt dat toch? Het gebeurde al op zoveel verschillende stukken kunstaas, dat het zeker niet aan een bepaalde dreg ligt. Het is echter nog niet voorbij. Ik maak een lange rij missers na elkaar mee.

Eén ervan pakt drie maal na elkaar en ligt nu waarschijnlijk kortbij me. Nog eens verleiden tot aanbeten lukt voorlopig niet. Volgen wil hij wel, en nu en dan eens een kolkje lukt ook nog.

Voor dat soort van weigeraars heb ik een joker zitten. De Seducto triple jointed die ik opdiep, heeft uit zichzelf niet zo een mooie actie, maar je kunt er geweldig mooi traag mee vissen.


De Seducto Triple Jointed op mijn steeds roder wordende belly.

Als je eens een zieke, stervende vis wilt nabootsen, dan moet je hiermee aan de slag. Korte tikken met tussenpozen, laten deze swimbait het levenseinde van een baars nabootsen.

Het snoekje trapt er al bij de eerste poging in. De beet komt stevig door, maar niets blijft hangen na de aanslag. Bij de volgende worp is er vanwege de aanvaller wat meer bedeesdheid. Hij volgt tot tegen de buikboot aan, dan zie ik hem. Oei, deze haalt zeker de 40cm niet.

Toch maar even kijken wat hij zal doen. Waggelend zakt de baars-imitatie naar beneden. Het is te zien dat het snoekje die beweging blijft volgen, traag gaat hij mee op zijn kop staan. Ik haal plots redelijk vlot op, en dat is de trigger.

De aanval komt snel en hard. Ik zie de bek van de rover over het kunstaas schuiven, en voel de tik. Net voor het aantikken denk ik:” Die hangt.” Net er na denk ik: “verdikke, hoe kan dat nu?” Weer greep geen enkele haakpunt vis.

Mijn bait vliegt vanwege de aanslag door de lucht. In één beweging leg ik hem weer voor me, kortbij de uitdeinende kolk, maar er zeker niet op. Het snoekje vliegt er direct op af, en slaat met veel gespetter tegelijk toe.

Opnieuw tik ik aan, maar het lijkt alsof ik zonder haken vis. Weer maakt de triple jointed een luchtdoop. Opnieuw plof ik hem in de omgeving. Dit keer voelt de aanvaller geen aandrang meer tot herkansing. Ook na wisselen van kunstaas komt hij niet meer terug. Misschien heeft hij toch al ergens tandpijn?

Even verderop lonkt een eenzame rietbundel me. Zo dicht bij deze prima vis-opleverende stek, zal daar ook wel een bijtlustige huizen zeker?. Blijkbaar liggen ze echter allemaal samen op een hoopje. Ik kan hier niets waarmaken.


Dit zag er nochtans mooi uit.

We zitten onderhand wel al bijna over de afgesproken tijd. De terugtocht zal ik over het wijd aanvangen. Bij de oversteek daarstraks, lukte dat ook wel wat, dus…….

Volop met de wind mee gooien levert super verre worpen op. Die Mustad Wish blijkt tot nu toe wel een erg prima lijn te zijn. Ik vis er in ieder geval erg graag mee. De soepelheid verdwijnt niet, waardoor ze gemakkelijk ver gooit. Ze is prima zichtbaar, en ik kreeg nog geen last van kinken.

Of het is de Inspiration-molen die zo goed opspoelt? Na nu een paar dagen vissen met deze grotere versie van dit nieuwe vlaggenschip van Arca, kan ik niet anders dan beamen dat ze nu wel een heel goeie molen in hun gamma hebben. Deze zomer krijgen ze in Noorwegen nog eens de ultieme test, maar het zal me verwonderen als ze ook daar niet zullen slagen.

Op een van die erg verre worpen met de grote Seducto jerkbait, komt wel erg snel een aanval. Ik sla mijn molen net toe, en mijn hengel wordt zowat uit mijn handen gerukt. Whowww, zo een ruk vanop zo een afstand, het lijkt een aanbeet van een meerval!

De aanvaller haken is er echter weer niet bij. Snel ga ik voor de herkansing. Ik concentreer me ten volle voor de komende worp. Die is gelukkig weer prima. Twee slingerdraaien verder komt de aanbeet; veel minder hard dan daarnet.

Mijn reactie is echter wel heel hard. Met zoveel lijn uit, wil ik zeker hebben dat de haak zich goed zet. Een grote boeggolf is de aanzet tot een eerste sprong. Whoehaa, wat een bakbeest!

Ik duw mijn hengel laag om te voorkomen dat er nog wordt gesprongen. Ik heb zowat 50 meter te drillen. Heel erg traag komt de vis naderbij. Ongeveer halfweg schiet de vis ver door naar links, en laat hierbij mijn belly meedraaien.

Dan uit het niets, veert de hengel plots recht. Een luide verwensing kan ik niet onderdrukken. Verd……, hoeveel vis verspeelde ik vandaag eigenlijk niet, wanneer houdt dit nu eigenlijk eens op!

Ik houd in mijn hoofd de stand bij van gelukte en verkwanselde aantal aanbeten, en die slaat helemaal niet aan de positieve kant uit.
Gelukkig blijft de volgende wel hangen, en al is het een mooie, het voelt toch maar een beetje aan als een troostprijs.


Slechts een mooie troostprijs.

Beterschap zit er echter niet aan te komen. Als wat verderop mijn dobber wegduikt, blijft er na de aanslag maar een paar seconden dril. Vijftig meter verderop duikt de rode bol weer weg. De plop waarmee dit gebeurde stelt hoge verwachtingen. Die worden niet bijgesteld na de aanslag. Dit voelt goed massief aan!

De snoek denkt dat ik een ticket kocht voor de draaimolen. Hij trekt me in ieder geval een paar keren in het ronde, terwijl hij cirkels rond me zwemt. Net als ik denk om hem te gaan zien, gaat een ruk door de hengel. Gelijk denk ik:” oei, één van de dreggen is los”.

Het volgende moment voel ik ook de tweede haak lossen; het mag blijkbaar niet zijn. Een mens zou het gaan opgeven. Dit was zowat de zevende aanbeet op dood-aas, en ik kon er geen enkele van verzilveren.

Vanuit mijn ooghoeken zie ik plots wat bewegen op de oever. Het is een nerts, waw, dat is wel bijzonder! Snel grist ik naar mijn camera. Het is echter te ver voor zijn bereik om een gelukte foto te maken. Ik blijf het schichtige dier volgen.

Nu en dan staat het even stil, en kijkt het in mijn richting. Even snel als het kwam, verdwijnt het ook weer in het struikgewas. Als ik wat naderbij peddel is geen spoor meer te vinden.


Hier ergens verdween de nerts.

Wim komt er ondertussen bij liggen. Hij heeft 23 stuks op zijn teller staan, met de paar knappe erbij, zeker geen slecht resultaat. Nu achter me aan, bleef hij ook vangen met zijn oranje Jointed. Als om dat te bewijzen, vangt hij er nog één van pal tegen mijn belly aan.

Even later doet hij dat opnieuw. Logisch dus dat ik net een zelfde wapen opdiep. De eerste gaat er al weer van af, bij de tweede gebeurt net hetzelfde. Ik berust er al een beetje in. Dan peddelen we lang beet-loos naast elkaar; we naderen al dicht de aanmeerplaats.

We kunnen enkel nog gaan voor een “brochet-d’adieu”. We maken er een wedstrijdje van: “wie vangt de brochet d’adieu.” Net voor we aan land gaan, gaat Wims hengel krom. Zijn juichkreet is ver te horen.

Iets minder ver zijn daarop volgende uitdrukking, als de snoek zich in een sprong van de haken ontdoet. We staan al beide met de voeten op de stenen, als ik nog ga voor een laatste worp. Vijf meter uit de kant, en evenwijdig ermee, ploft de jointed te water.

Drie slingerdraaien verder twijfel ik even als de tik een steen is of een aanbeet. Instinctief heb ik echter al aangeslagen. De ‘steen’ bonkt terug, en springt dan op. Nu is het mijn beurt om te juichen.

De brochet d’adieu krijgt er een pakkerd voor. Zo eindig ik hier met het rond getal van twintig gevangen snoeken. De zowat 50 missers die ik hier te verduren kreeg, wil ik wel zo snel mogelijk vergeten.


De laatste is binnen.

Het is nu reppen terug. Het vervelendste van de trip start nu. We leggen alles open in de lekker schijnende zon, zodat het kan drogen; kilo’s vermijden op de luchthaven weet je wel.

Ondertussen aanhoren we de verhalen van de anderen. Guy’s bende had niet zo een super einde. Uiteindelijk vingen ze alle vier wel tussen de 107 en 134 snoeken per man; ze visten wel een dag minder dan wij.

Kurt en Fré hadden weer een superdag. Overal waar ze maar gooiden, in de kanten of op het wijd, vlogen er snoeken op. Er zaten bovendien behoorlijk grote tussen, waarvan Kurts 96 centimeter de grootste was. Hij eindigt de trip met een supergetal van 209 snoeken.


Kurts Big Mama.

Frederiek ging vandaag vol voor de grote, viste met echt groot kunstaas. Hij ving wel stukken minder, maar de gemiddelde vis was echt wel groot. Ook hij verloor de “bak van zijn leven”, maar dan heeft hij ook een reden om volgend jaar terug te gaan. De honderd negenenvijftig snoeken vormen zijn PB, dus ook zijn trip is zeker geslaagd.


Eén van Frederieks grotere vandaag.

Wim doet daar met twee vissen minder, niet veel voor onder. Het aantal vissen dat hij verloor, zal daar niet erg ver van af liggen. Dat vormt dan enigszins wel een domper, net als het feit, dat er bij hem geen bakbeesten hun kans waagden.

Ik eindig zowat tussenin met mijn 175 stuks op de teller. Prima jaar dus, en het voornemen om me niet te laten opjagen door andermans vangsten, is prima gelukt. Al zou iedereen die me observeerde deze namiddag, daarvan een ander beeld hebben gehad.


Een verleidelijk droombeeld.

We kunnen al weer vooruit kijken naar een volgende Ierlandtrip. Ondertussen kunnen we een jaar lang dromen van grote aanvallende snoeken, die niets liever doen dan onze lekkere hapjes ruig te grazen nemen.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK