image description

Opnieuw naar het snoekenparadijs, meer 12

De Allrounder 55 

Opnieuw naar het snoekenparadijs, meer 12 

Door Bart Debaes 

Het ‘nieuwe’ meer lijkt ons veel te bieden te hebben. De glooiing in de omgeving duidt erop dat we wat diepte mogen verwachten. Er staan mooie rietkragen op de kant, en er ligt een eilandje, en al is het water turfbruin, het doorzicht is toch zowat 80 centimeter.

De goesting kreeg tijdens de voorbije queeste zeker voldoende tijd om te groeien, dus liggen we in een mum van tijd op het water. We vissen secuur, want verwachten overal beet, maar het levert lang niets op. Zelfs de mooie eilandstek wordt door de groenjassen niet geliefd.


Nochtans van bovenuit een prachtige snoekstek.

We zijn bijna drie kwartier bezig, en vrezen er voor dat we een verkeerde gok hebben gemaakt. We zijn al aan het overleggen waar we nog snel naartoe zouden kunnen als Wim, die voorop ligt, op zes worpen plots twee snoeken vangt, en er nog één af gaat.

De oever die we aangooien is er één die uit rotsblokken bestaat, zonder vegetatie; niet echt een snoekstek uit de boekjes. Onze Deeper fishfinder geeft ook niet aan dat er een verschil is in diepte bij deze kant.

Ik mag nu wel vooraan gaan liggen. Terwijl ik Wim toch voorbij vaar, maak ik snel even een foto van zijn laatste vangst.


Wims tweede.

Na een aantal vruchteloze worpen schakel ik over op de kleine gele Seducto jerkbait. Het blijkt een prima keuze. Zijn het de inwendige kogeltjes die de groenjassen enerveren, de kleur, de actie? Zeker is dat ik er vlotjes twee snoeken mee kan vangen.


De Seducto doet het weer prima!

Het wordt helemaal mooi als mijn dobber ook nog eens wegduikt pal naast mijn belly. Zoals we al gewoon zijn dit jaar is de vangst op dood aas weer de kleinste. Nog voor ik Wim kan zeggen dat hij weer vooraan mag, is hij me al als een “speedbelly” voorbij gepeddeld.              

Het mag echter niet baten, het is mijn gele Jerkbait dat ze per sé willen. Aan het einde van de lange kant sta ik met 6/2 voorop.

De volgende, korte kant is ook ver van de oever ondiep en modderig. In de hoek plukt Wim een zeventiger, het doet hem zichtbaar deugt.

Daar de kant toch heel erg traag afloopt, blijf ik achter hem drijven, een worp ver van hem vandaan. Hier staat iets meer water, ik hoop op minder modder, en zo vissen we ook samen een grotere breedte af.


Ook ver van de oever niet erg diep.

Met dit dieptezicht, kan ik goed zien dat er een snoek een aanval plaatst. De vis schiet in zijn geestdrift de Jerkbait voorbij, en glijdt over mijn vislijn heen. Op de zachte deining die ik voel op mijn hengel, sla ik niet aan.

Het had enkel kunnen leiden naar een verkeerd gehaakt vis. Ik blijf doortikken, en hoop op een nieuwe kans. Halfweg de worp is de aanvaller er opnieuw. De ontstane kolk verraad al een beetje zijn grootte, dit is geen ‘Koolskampenaartje’.

Nu is helemaal niets te voelen op de hengeltop, de vis miste dus opnieuw. Ik tik nog een aantal keren door, en las dan een stop in. Ik weet dat de Seducto nu traag naar beneden waggelt; vaak moeilijk te weerstaan voor een groenjas.

Net als ik mijn aasje weer wil optikken, wordt de hengeltop richting oever getrokken. De aanslag volgt instinctief. YES, hangen!! De eendenbek is niet akkoord met het gebeuren, en kiest een paar keren kopschuddend het luchtruim.

De dril is stevig, maar niet erg lang. Als de snoek zijn ding doet pal onder mijn peddels, veert de hengel recht. Wel een beetje ontgoocheld, maar ook nagenietend blijf ik vis-loos achter.

Het valt me op dat zowat alle snoeken hier graag springen. Ik neem me voor om hier gebruik van te maken, om actie plaatjes te schieten. In eerste instantie blijken de vissen daar niet graag aan mee te willen werken.

Ik krijg een paar missers te verduren. “De volhouder wint” is echter ook nu van toepassing. De volgende springer krijg ik goed in het vizier.


Jolly Jumper in actie.

Ik blijk na de laatste dril behoorlijk te zijn afgedreven. Daar ik nu toch heel ver van de kant lig, ga ik mijn kans wagen op het wijd. Om toch ook eens de oma’s wakker te proberen te krijgen, klik ik de grotere versie van de Seducto in de speld.

Ik kies voor de camou-versie, want oma’s zijn vaak al wat meer geleerd, en dan is wat minder fel aas geen slechte keuze!

Even een pauze, als Kurt laat weten dat er bij hen een dikkerd uit is gekomen. Twee centimeter te kort om de titel van meterbak te krijgen, maar een hele beste vis.


Nog 2 centimeter te gaan.

Met de wind mee knal ik ‘camoutje’ in de richting van de horizon. Woww, dat levert heel verre worpen op. Deze nieuwe Arca-hengel heeft toch wel veel afstand in zijn mars.

Met heel veel afwisseling vis ik de jerkbait binnen. Tig worpen later, ligt mijn aas nog niet ver van zijn uit deinende ‘val-plons’, als ik een aanslag mag uitvoeren. De beet wordt echter gemist.

Behoorlijk vlot vis ik de rest van de worp binnen. Ik wil me nog kunnen richten op de kolk-uitdeining, om de herkansing goed te kunnen plaatsen.

Gemakkelijk zal dit niet worden. Ik schat zo’n vijftig meter ver, en met die wind, helemaal geen makkie. Ik concentreer me ten volle, en zet in. Idealer kon ik niet gooien, bedenk ik tevreden. Pal in de juiste lijn, maar net nog iets verder dan daarnet.

Als beloning voor mijn worp krijg ik, na slechts twee tikken, van de snoek een keiharde beuk cadeau. De dril wordt dus nog erg lang. Evengoed als zijn voorgangers wil ook deze snoek graag springen.

Ik zag al dat de vis diep gehaakt werd. Het voelt dus enigszins veilig aan, om tijdens de dril te proberen voor actie-fotograaf door te gaan.


Diep gehaakt.

Als je snoeken laat springen, verspeel je er namelijk ook regelmatig wel. Het verkregen schouwspel vergoedt echter altijd wel het risico. Bij deze zeventiger zit de jerkbait wel erg diep. Het lukt gelukkig toch vlot om hem te onthaken via de achterkant van zijn kieuwbogen.

Het scenario is niet veel anders met de volgende snoeken. Ze melden zich iedere keer met een keiharde beuk, en het kunstaas zit altijd diep verzwolgen. Het is duidelijk dat deze Seducto jerkbait als een erg verleidelijke hap wordt aanzien. De prima resultaten deze winter in de polder, worden hier duidelijk voortgezet.


Lekkere ‘hapslikweg’.

Omdat het behoorlijk blijft gaan op het open, blijf ik dit bestoken. Je weet maar nooit dat de “mother of all” er toch nog uitkomt. Daardoor loop ik de prima oever mis waar Wim nu vlot zijn behoorlijk grote achterstand ophaalt.

We staan op een 10/10 stand als we bijna terug aan de startplaats zijn. Wim is me in zijn groeiende, volle glorie wat aan het jennen. Hij voorspelt me een ‘er op en er-over’ scenario. Dat zet me natuurlijk helemaal op scherp.

Hier loopt de oever heel steil naar beneden. De 3,7 meter die de Deeper aanduidt, is voor een passieve snoek misschien wat te ver, om in de oppervlakte een rammelaar te komen halen. In een ultieme poging monteer ik een witte shad.

Bij mijn allerlaatste worp laat ik ‘de witten’ extra diep afzakken. Halfweg de worp gaat een zachte rilling door de hengeltop. Zacht, maar toch herken ik er een aanbeet in. De aanslag bevestigt mijn vermoeden.

Mijn overwinningskreet schalt over het water. Het is maar een ‘gustje’. Ik kan dus de dril wat forceren om mijn “victorie-pike” snel binnen te brengen. Dit keer neem ik helemaal geen risico om foto’s te maken.        

We reppen ons om op tijd in de B&B te zijn, toch zijn we er nog als eerste. Het voorgerecht staat al klaar. Na een dag van ietwat minder vis, krijgen we nu aanvullende portie vis op het bord.


Na de vis, nu de vis.

Als de anderen binnenlopen komen de visverhalen over de vis. Vis, vis vis, wat heerlijk toch zo’n visvakantie.

De bende van Guy deed het vandaag ook goed. Elk ving vlot de nodige aantallen. Bij hen zaten er geen echt grote vissen bij. Kurt deed de doublé-foto van Miete eens over, maar dan met grotere exemplaren.


Doublé foto.

Frederiek was ook een groot deel van de namiddag op zoek gegaan naar een big mama. Zijn vele worpen in het open water waren niet tevergeefs geweest.


Frederieks grootste van de dag.

Hun aantallen lagen behoorlijk in de lijn met de onze. Niettegenstaande we vandaag niet zoveel konden vissen. Al wordt het in aantallen één van onze minste dagen; met ons vier toch nog aan 82 stuks geraken, blijft een getal waar we altijd voor willen tekenen.

Het mooi uitgevoerde en lekkere dessert vult de laatste gaatjes in de buik.


De gaatjesvuller.

Het levert ons de energie om nog een wandeling te maken naar die andere “dessert-plaats”. Daar is de laatste ‘maaltijd’ van de dag ook voorzien van een witte kraag, maar het onderliggende vocht is veel donkerder. Het schenkt ons zoete dromen.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK