image description

De Allrounder 41   Veel gouden flitsen (2)

De Allrounder 41 

Veel gouden flitsen (2) 

Door Bart Debaes 

De kids hadden zich prima geamuseerd in het zwembad, terwijl m’n vrouw in de sauna ten volle had genoten. Allen voldaan dus, en de toestemming om wat langer te blijven zodat we nog eens konden uitrukken op de overactieve snoeken, werd vlot verkregen.

Mijn enthousiaste verhalen van veel voorafgaande gouden flitsen trokken zoon Dries vlot over de streep om ook mee te doen. Na een snelle hap trokken we terug naar dezelfde buurt.

Met de auto rijden we voorbij een sloot die uit twee delen bestaat, pal langs de weg. Steeds als ik hier voorbij kwam, vermoedde ik dat hier wel snoek moest huizen. Beide stukken lopen uit op een verbreding en vaak is dat ‘the place to be’.

Ik parkeer de auto en laat zoonlief als eerste de keus welk deel hij wil aanpakken. Het is voornamelijk mijn bedoeling dat hij zoveel mogelijk kan meemaken op ‘snoeken-aanval-gebied’.

Daarom geef ik hem mijn kleine, maar heel succesvolle gele Seducto jerkbaitje als ‘start kunstaas’. Ik zeg hem dat ik telkens ik zelf een aanval te verwerken zal krijgen, ik mijn best zal doen om de vis niet te haken, zodat de herkansing voor hem zal zijn. Weinig protest hierop van zijn kant uit.

Ik mag de linkerkant aanpakken. Het is het kortste deel, en loopt uit op een heel ondiep stuk. Er staat daar maar ongeveer 40 centimeter water, dus als ik daar aankom, vermoed ik dat zeker dit deel van de sloot snoekenvrij zal zijn.

Mijn laatste worp, pal tegen de oever aan, geeft echter een ander beeld. Zodra mijn donkerbruine gevlekte Arca jerkbait het water raakt, welt een grote boeggolf op in de richting van de plons.

Snel sla ik de molen toe, om mijn aas weg te trekken, maar ik ben al te laat. De ‘boenk’ komt zwaar aan op mijn licht hengeltje, dit wordt een mooie vis. Heerlijk gaat dit 15-grammertje hoepelrond op deze goed gevulde tachtiger.

Soepel staat de slip van het molentje de hengel bij in zijn hard labeur. Ik roep Dries aan, die het fototoestel uit mijn zakken komt grissen. Gelukkig neemt hij een beeld van het laatste deel van de dril, als de snoek zich overgeeft.


De opgave.

Eenmaal op de kant en pas onthaakt, springt de tachtiger namelijk uit mijn handen. Om te voorkomen dat hij hierbij op de grond botst, geef ik hem in de lucht een duwtje zodat hij het water invalt.

Even blijft hij versuft liggen, en ik grijp snel naar zijn nek voor een verse ‘vang-poging’. Die nek is echter net wat te breed om er goed grip op te krijgen onderwater, en de ‘verloste’ stuift er vandoor.

Ik keer een klein beetje ontgoocheld terug op mijn stappen om de rest van mijn slootje af te vissen. Dit geeft geen verder resultaat, dus even later ga ik nog wat helpen met de rest van Dries langere slootdeel.

Vanwege het troebele sop monteerde ik ondertussen een homemade spinnerbait. Twee worpen ver komt al een gemotiveerde boeggolf opzetten. Zo snel als ik kan probeer ik om mijn aas weg te draaien van de aanvaller.

Hoe snel ik ook draai, het geeft de snoek enkel meer reden om er vol gas achteraan te gaan, en vol te pakken. Sh….t, nu haak ik weeral een vis die ik eigenlijk liever had doorgegeven.

Blijkbaar wordt er deze namiddag niet gewerkt met gouden flitsen vooraleer de werkelijke aanval wordt ondernomen. Met een ietwat schuldig gevoel laat ik Dries gewoon doorvissen en neem zelf een foto van de overwonnen zeventiger. Hmm, het gebeurt echt niet vaak dat ik spreek van een ongewilde vangst...


Een eerder ongewilde vangst.

We komen vissend bij de versmalling waar een groenjas deze ochtend een paar keren weigerde. Ik duid de plaats aan die moet worden aangegooid door zoonlief. Er volgt vanuit het onderwater gedeelte geen antwoord.

Hetzelfde scenario loopt bij andere stekken waar weigeraars van dienst huizen, zoals bijvoorbeeld onder de treurwilg. Zouden deze vissen gewoon opgeschoven zijn, of willen ze niet meer meespelen?


Hier doen ze ook al niet meer mee.

Stelselmatig schuiven we op. Ik vis nu achterop, zodat ik geen vis meer kan ‘voor-inpikken’. Na een worp tegen de overkant, volgt een gouden aanvalsflits. Yes! Dit moet het moment zijn. Ik roep Dries die een stukje verder vist.

Hij heeft weinig bezwaar om te komen helpen. De eerder kleine snoek heeft echter al besloten om al niet meer mee te doen met ons, en houdt zich koest. Nog een tijd proberen we beiden nog met een aantal worpen, maar tevergeefs.

Wat verderop, in een parkachtig gebiedje, gebeurt ongeveer hetzelfde. Opnieuw wil deze groenjas niet echt meewerken. Ik opper dat we misschien beter zouden wisselen van kunstaas, omdat mijn spinnerbait blijkbaar voor meer actie zorgt. Nu kan Dries een vis haken, maar hij schiet pal naast de oever van de haak af.


Net voor hij er af gaat.

Het is aan zijn gezicht te zien dat hij ervan baalt. Niets aan te doen, dit gebeurt nu namelijk tijdens het kunstaasvissen. Het zal zijn gemoed al helemaal geen goed doen als ik een worp later een snoekje haak.

Mijn Seducto-aasje valt naast het riet aan de overkant in het water, en wordt gelijk gepakt. De aanslag was instinctief, weer voel ik me wat schuldig met mijn vangst, maar ook hieraan viel niets te doen.


Gegrepen pal na de plons.

We komen eerder toevallig uit op een verbreding waar het deze morgen wel heel erg goed liep. Naast een pak gouden flitsen wist ik hier ook een paar ‘eendenbekken’ te strikken. Die weigeraars moeten hier echter nog liggen, dus grijpen we onze kans.


De productieve verbreding.

Dries mag nog steeds voorop. Hij haakt kort voor zich een snoekje, en ik haast me om fotograaf te gaan spelen. Nog voor ik veel dichterbij ben, springt de vis zich tijdens zijn tweede “lucht-acrobatie-vertoning” los.

Die sprongen op zich vond mijn medevisser tof genoeg, om minder teleurstelling te voelen dan daarnet. Als ik het even later weer aan de stok krijg met een smalle tachtiger, bediendt hij met overgave de camera. Ook deze vis munt niet uit in vechtkracht, maar het is een mooi formaat voor de polder.


Smal maar mooi van lengte.

Het is steeds regelmatiger beginnen regenen. De drang om Dries toch een vis te laten landen is echter nog groot genoeg om door te gaan.

Even later krijgt mijn jongste opnieuw een kans. Een harde aanbeet lokte bij hem een automatische aanslag uit. Als de vis kort door de slip gaat, veert de hengel helaas weer recht. Verdorie, het mag hem vandaag niet lukken blijkbaar.

Wat verderop, waar een andere sloot bijna doodloopt, roept Dries dat hij een volger heeft. Snel grijp ik al de camera, en probeer ondertussen uit te leggen wat hij kan doen om de beet uit te lokken. De concentratie druipt hem van het gezicht als ik hem tijdens deze poging vereeuwig.


Full concentration.

Door de lens heen volg ik met argusogen. Pal voor zijn voeten draait hij achtjes met zijn spinnerbait. Ik maan hem op een gegeven moment aan, om zijn aas te laten stilhangen.

Na een paar seconden hapt de volger toe. Geen woest gekolk, maar gewoon een bedaarde ‘hap-slik-weg’. De hevigheid van de aanslag duidt aan hoe gespannen de visser was. Zijn breed uitgesponnen glimlach duidt zijn opluchting aan.


Yes!!! hebbes.

Is het ook die spanning, of is het de verkoeling die traag plaatsgrijpt, of de regen die alles nat maakt, de druk in mijn blaas wordt langzaamaan te hoog.

Met de boete indachtig, die een vismaat van me onlangs kreeg voor wildplassen, zoek ik een beschut plaatsje op. Mijn hengel leg ik hiervoor in het gras, en die ligt daar tussen de bloeiende krokussen toch zo mooi te wezen. Snel neem ik nog eerst een beeld hiervan.


Mooi beeldje toch, niet?

Opnieuw komen we in een parkje aan. De sloot is hier behoorlijk breed. De worpen komen al gauw wat saai over hier, dus we vissen vlot door.

Bijna aan het uiteinde van dit stuk, tegen mijn eigen kant aan komt een nieuwe aanval. Vanonder een samengewaaid pak takken komt de gouden schicht. Ik kan mijn jerkbaitje nog net wegtrekken, en roep mijn vismaat. Weer echter wordt vanwege de waterbewoner de handdoek in de ring gegooid.

Helemaal aan het eind van de sloot staat een treurwilg. Een heel klein snoekje zet de aanval in op mijn geeltje. Op de kleine tik die ik krijg, sla ik niet aan. Er wordt niets gehaakt, dus denk ik dat we deze nog wel te pakken kunnen krijgen. Opnieuw roep ik mijn maatje.

De worpen die volgen zijn echter even tevergeefs als daarnet. Vreemd toch, deze ochtend kwamen ze bijna allemaal terug voor een herkansing, en deze namiddag dus niet. Zou er hier meer worden gevist misschien? Kennen ze hier beter de klappen van de zweep?

Het weer wordt er niet beter op. M’n vrouwt verwacht ons eigenlijk al, en we moeten straks nog dik 300 kilometer rijden. Ik zou liefst nog voor de avondfiles vertrekken, dus moet een eind aan deze sessie komen.


De ‘brochet-d’adieu’.

Als ik het brede stuk in het park nog kort een kansje geef, kan ik nog mijn ‘brochet-d’adieu’ plukken. Dat dit wederom geen dikke bak is, kan niets afdoen van het feit dat ik hier een aantal prachtige visuurtjes mocht beleven.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK