image description

De Allrounder 30   ‘Meer’dere visserijen in het meer (1)

De Allrounder 30 

‘Meer’dere visserijen in het meer (1) 

Door Bart Debaes 

We kregen bij onze hotelboeking in Oostenrijk een dag vissen in het plaatselijke meer cadeau. Vorig jaar vingen we ons daar te pletter met de feeder, maar dit jaar wil ik meerdere visserijen uitproberen. Zowel met de vliegenhengel, de dropshothengel, spinstok, en de bolognesehengel wil ik aan de gang.

Die laatste visserij zou al gelijk moeilijker liggen, want mijn maden stonden nog lekker thuis in de koelkast. Hier was geen hengelsportzaak in de buurt, maar met de wel meegebrachte blikmaïs zou het ook wel lukken.

Ik lig nu al een tijdje naar het donkere nachtelijke kamerraam te kijken. De drang tot vissen is weeral groot, maar er is nog te weinig licht om te kunnen starten. Dan komt zacht van achter de berg het eerste daglicht opzetten. Het is nog paars, maar licht is licht, in dit geval.

Zachtjes sluip ik het bed uit en na de vaste morgenrituelen ben ik al gauw op weg naar de wagen. Als ik de eetruimte passeer en ik de geur van de verse croissants in mijn neus krijg, kan ik het niet laten om er toch maar snel een paar te verorberen. Die verloren vistijd smaakt alvast heerlijk wink. Het dorp slaapt nog onder een zacht neveldeken.


Het dorp slaapt nog onder een zacht neveldeken.

Ik heb een paar kleine Lovec-plugjes mee die imitaties zijn van insecten. Datgene waar ik mee start luistert naar de moeilijke naam: “Lovec Chorthippus”. Ik denk hiermee de plaatselijke kopvoorns een oor te kunnen aannaaien.

Behoedzaam nader ik het kraakheldere water. Op afstand zie ik dat de kopvoorns me toch al in de smiezen hebben. Hmm, dat wordt waarschijnlijk moeilijk. Tegen een ponton aan zet ik de eerste worp in. De worp eindigt minder ver dan verwacht.

De nieuwe fireline op de molen moet blijkbaar nog wat soepelheid opdoen. Het 4 centimeter plugje weegt ook niet erg veel, en dus is ver werpen niet direct een gemakkelijke optie. Ik hoopte eigenlijk dat het ding ook stilliggend er voldoende lekker zou uitzien om te kunnen verleiden.

Dat komt alvast niet uit. Wanneer ik het begin binnen te spinnen wiegelt het kleine aasje begeerlijk met zijn kontje. Heel snel komt een boeggolf(je) er achteraan. Met een klap(je) stort een baarsje er zich op. Voila, zo simpel kan vangen zijn.


Nummer 1 is binnen.

Op soortgelijke manier komen er drie van die gestreepte rovertjes binnen. Telkens storten ze zich er met volle overgave op. Dan is het over. Op vorige wandelingen hadden we gezien dat er vooral onder het ponton baars lag. Waarschijnlijk duikt mijn aasje niet diep genoeg om ze er van onderuit te versieren.

Even knijp ik snel een loodhageltje 40 centimeter ervoor op de lijn. Na de inworp, die nu een stuk verder gaat, laat ik het geheel wat afzinken. Net voorbij de hoek van het houten bouwsel zie ik een donkere schim richting wespimitatie schieten. De aanbeet is hard, de vis duikt gelijk diep weg. De voorlopig grootste vis is een kopvoorn. Snel mag hij even op de foto.


Ook kopvoorn lust de wespimitatie.

Daarna komen nog wat baarsjes aan de bak, maar dan valt het weer stil.

Het zwemponton wat verderop ligt er prachtig bij in de ochtendnevels. Daar moet zeker ook vis onder liggen. Daar het er vlak voor een stuk dieper is, wil ik er zeker nog langs dropshotten. Maar eerst zal ik het rondom afvissen. Omzichtig stap ik er naar toe.


Het zwemponton ligt er prachtig bij
.

Er rond kan ik alvast wat baars bij vangen. Daarna geraak ik met een rode Mepps thunder bug (een spinnertje dat me ook in de polder zelden in de steek laat) nog wat dieper, en gaat de teller weer wat omhoog. De visjes zijn telkens net wat groter dan mijn spinmolen. Er zijn geen twee handen van doen om ze te heffen, maar ik amuseer me er groots mee.


Net wat groter dan mijn spinmolen.

De tijd tikt te snel weg, straks moet ik zeker op het afgesproken tijdstip aan de ontbijttafel zitten. Als ik nog even wil dropshotten, moet ik er nu mee starten.

Ik verwachtte heel snel een reactie van daar beneden, maar die komt er niet zo snel. Zoekend kom ik uit hoe er moet worden gevist: op zijn 'winters'. Ik mag slechts heel lichte bewegingen maken met mijn aasje, en moet lange rustpauzes inlassen.

In tegenstelling tot de snelle aanvallen op het plugje en de spinner, komen op de dropshot echte mini-aanbeten. Gelukkig had ik mijn gevoelige dropshothengel mee, of ik zou deze beetjes niet hebben gevoeld.

Nu de code gekraakt is, volgen de visjes elkaar regelmatig op. Sommige zijn in topconditie, maar ander lijken al een hele tijd weinig te hebben gegeten. Ik vraag me af waarvan deze visjes in dit koude, heldere water vooral leven. Groeien ze hier echt veel grote dan wat ik tot nu toe ving? Vorige jaren werden ook met de feeder baarzen gevangen maar veel groter dan 22 centimeter komen ze niet boven water.


Sommige staan echt mager.

Dan is het tijd, eigenlijk al een beetje over tijd, je kent dat wel wink. Met stevige tred stap ik naar de wagen.

Plots zie ik een waaier visjes uiteenzwermen, binnen werpbereik. Nu moet je karakter al heel sterk zijn als roofvisser om dat te kunnen weerstaan. Daar ik net niet sterk genoeg ben, vliegt het plugje al snel boven het water, richting uitdeinend kolkje.

Na een halve slingerslag, volgt de tik al. Mijn hengeltje gaat leuk rond, dat is één van de betere van deze morgen. Het is er weer één met oranje op zijn lijf. Ik had er al een paar zo, telkens met het oranje op een andere plaats, en vraag me af waar dat vandaan komt. Ook bij de aanwezige voornsoort komen die oranje vlekken voor.


Een baars die supporter is van oranje?

Maar nu moet ik echt weg, straks ‘bevliegvis’ ik dit water nog, maar nu eerst naar het ontbijt. Dat smaakt zeker weer lekker, maar het vispartijtje ervoor, smaakte alvast al heerlijk.     wink

ANDEREN LAZEN OOK