De Allrounder 24
Terugblik op de zomerse micro-aas visserij (2)
Door Bart Debaes
Nog wat verder mijmeren over het voorbije warme seizoen, waarop het zelfs geen probleem was als je je waadpak 230 kilometer verderop thuis, ‘vergeten' was. De watertemperatuur was toen nog hoog genoeg om het ook zonder pak vol te houden.
Een andere verbetering van deze zomer was de aanschaf van de “Deeper”. Ik had die zeer draagbare dieptemeter al eerder op beurzen gezien, maar de aanschafprijs ervan had me toch wat weerhouden.
Oeps waadpakje vergeten.
Mijn dieptemeterhorloge van Hummingbird liet het echter steeds regelmatiger afweten, en die horloges zijn helaas niet meer te verkrijgen. De Deeper is een waardige vervanger gebleken. Het beeld is helderder (wel onmogelijk te fotograferen van mijn smartphone-scherm) en ik heb nu ook meer mogelijkheden.
Direct na de aanschaf ben ik gaan controleren met mijn grote dieptemeter, en die van vismaat Felix, om na te gaan als deze gadget wel de juiste diepte aan gaf. Daar bleek niets mis mee.
Het verschil in diepte dat we constateerden was gewoon door het feit dat mijn zwarte bol op het water dreef, en bij de andere, de transducer een stuk onder water zat.
De juiste diepte kennen is hier minder van belang.
Het nadeel van mijn grote gewone dieptemeter op mijn bellyboot bij deze visserij, is namelijk dat hij meestel meer in de weg staat, dan dat hij moet dienst doen.
Daar we toch vooral de kantjes uitpielen, en tegen de boten en andere objecten aan peuteren, heeft de wetenschap van de juiste diepte minder zin.
Er zijn echter op elk water wel een aantal diepere prima stekken in open water, die zonder meettoestel moeilijk terug te vinden zijn.
Als ik zo een stek nader, diep ik mijn smartphone op en gooi de zwarte bol aan een touwtje net naast mijn belly.
Handig ding.
Terwijl ik blijf huppelen met mijn aasje zoek ik zo de gewenste richel op, en pluk er al of niet mijn visjes. Eenmaal de stek uitgevist gaat alles weer in de zakken, en zit nergens iets in de weg.
Een nadeel was wel dat ik hierbij telkens maar één hand vrij had, (de andere hield de smartphone vast) dus als ik aan de dril moest, had ik een handje tekort.
De oplossing vond ik in een filiaal van de Action-shop. Ik vond er in een rek een aantal soorten waterdichte zakjes voor GSM, en aanverwanten voor slechts 98 cent!
Je kunt er een bijgeleverd touwtje door halen, en zo rond je nek hangen. Op die manier had ik direct mijn beide handen vrij als het nodig was. Ze hadden er echter ook aanpasbare GPS steunen. Deze kostte me de ongelofelijke som van 1,99€.
Ik monteerde deze op een plankje, en met een spanband kan hij nu vast op mijn belly worden gemonteerd. Dit zal ook perfect zijn voor de volgende (Ierse) vistrip.
Zeer portable steun en supergoedkoop gemonteerd.
Een ander opvallend gegeven van de voorbije zomervisserij was dat de baarzen minder graag tegen de houten schoeiingen aanlagen. Veel vaker moesten we ze zoeken tussen de bladen van de gele plomp.
Dit is natuurlijk ook de stek waar de groenjassen liggen, en die waren, zeker in de ochtend, vaak happiger dan de baars. Zo had ik op een ochtend al drie snoekjes binnenboord voor ik mijn eerste baarsbeet kreeg. De snoekjes waren in de ochtend wel vaker als eerste op het appel.
De derde al deze ochtend nog voor de eerste baars.
Waar de baars wel steeds te vinden was, was op de schaduwplekken. Zo waren de meeste treurwilgen die over het water hingen topstekken. Je moest er wel diep genoeg onder gaan.
Diep de treurwilgjungle in.
Dit ging beter met de bellyboat dan met mijn standaard boot, eigenlijk een tip van vismaat Guy. Het vissen uit de Bellyboot gaf ook het voordeel dat je jezelf op winderige dagen prima kon blijven positioneren.
Omdat je lager op het water ligt, is het ook de beste manier om om gekke plaatsen te vissen, zoals bijvoorbeeld onder de drijfbuizen van een catamaran.
Ik had deze plek heel netjes tot tegen de drijfbuizen afgevist, en kwam niet verder dan één klein visje. Dat was voor deze plek veel te weinig. Ik peddelde tot achteraan de boot en wierp zo diep mogelijk tussen de drijvers door.
Onmiddellijk werd mijn shadje gegrepen, en de zwerm baars die achter de gehaakte vis zwom was verbijsterend groot.
Enkel onder de catamaran wilden ze pakken.
Een kwartier later had ik er nog 12 bij geplukt, maar toen was de school teveel uit elkaar geslagen, of was de onrust er te groot. Met een aaswissel kon ik nog wat voorzichtige beten versieren, en toen was het op.
Het was een constante dit jaar: twintig centimeter verder onder de boot of onder de vlonder was voldoende verschil om wel of niet te vangen.
Dit valt des te meer op als je iemand in je boot hebt die dit niet zo goed onder de knie heeft. Dan is het vangstverschil vaak enorm. De 'kenner' vangt er 80 en de 'bleu' raakt maar een beetje boven de 20 stuks, met net dezelfde aasjes, en veel aanwijzingen.
Minder, maar daarom niet kleiner.
Iets wat me ook beviel was de keuze om er telkens met twee hengels op uit te trekken; een dropshothengel en een ultralichte stok. Het waarom weet ik voorlopig nog niet, maar op sommige stekken lag dropshotaas ver voor, terwijl de vissen op andere plaatsen veel liever aasjes aan een miniloodkop arresteerden.
Het miniloodkopje vangt een minibaars.
Iets dat me weer werd bevestigd, is het feit dat de manier van vissen bepaalt met welk aas je vangt. Ik bedoel daarmee als je een dropshotaasje boven je loodkopaasje monteert, je meestal vangt met het aas dat je het best passend presenteert.
Jaren terug was mijn eerste poging met dit systeem, de gedachte dat ik aan beide haken evenveel vis zou vangen. Het bleek anders te lopen dan verwacht.
Als er beweging werd gehouden in de montage werd 95% van de vis gevangen op de loodkop. Bij het constant stilhouden en ter plaatse tikken van het systeem werd vooral het dropshotaas gepakt.
Nog eentje op een dropshotaasje van Brightbaits.
Dit wordt het best duidelijk op stekken waar de ene vis na de andere wordt opgehaald. Het komt dan toch niet zo vaak voor dat beide haken zijn bezet. Dit is helemaal anders als je met twee dropshothaken boven elkaar vist. Dan krijg je veel vaker een doublé.
Het klinkt logisch om steeds te kiezen voor de dubbele kans, en beide systemen altijd te vermengen, maar dit heeft helaas ook wat nadelen.
Twee haken lopen veel gemakkelijker vast tussen de planten. Verlies je dan de ganse montage dan heb je een pak meer kosten en werk om alles weer op te bouwen.
Ook als er slechts één haak met wat flap of wier is bezet, wordt de ander hap niet graag meer gepakt.
Het is ook gevaarlijker als je een vis binnenbrengt om je zelf te haken. Zeker bij een, anders welkome, snoek die nog eens wegschiet, en je de lijn laat lopen tussen je vingers, haak je jezelf veel gemakkelijker dan je wenst.
Daarom is een aparte hengel voor beide systemen de meest aangewezen manier van doen.
Nog een knappe snoek op de Spro micro shooter.
De hengeltester.
Een tip op het gebied van te gebruiken dropshotaas kan ik nog geven. Van clubgenoot Steven Vandendriesche kreeg ik eens een aantal prachtige, zelf gegoten hapjes, opgebouwd op de slierten silicone van octopusjes.
Ze leken me eigenlijk te mooi om mee te vissen. Daar ze te testen waren, moesten ze uiteindelijk toch eens te water. Vangen deden deze soepele aasjes prima, maar ook hier was het nadeel weer hun zachtheid. Na een aantal vissen, of een stevige hapering aan planten betekende dit het verlies van die mooie kunstwerkjes.
Eigenlijk te mooi om mee te vissen.
Stevens' idee deed me verder zoeken in die richting. Ik zocht in de hengelsportwinkels naar de stevigste muppets en vond deze in diverse mooie kleurschakeringen.
Eén type, van het merk Nordic, had erg stevige tentakeltjes onder hun kopje hangen. Ik schafte me ze aan in een paar kleuren. Zonder er verder gietwerk aan te doen, knipte ik ze op de gewenste lengte, en prikte ze op de haak.
Zeer stevige muppets.
Eerst vreesde ik dat ze vanwege hun stugheid niet soepel genoeg zouden bewegen, maar daar was de baars het niet mee eens. De taaiheid van de rubber was beduidend groter, want met één tentakeltje kon ik een ganse dag vissen blijven vangen.
s Avonds kon hij gewoon weer in het doosje, want veel oorlogswonden had hij niet opgelopen. De vraag is wel, of de soepelheid in het koude water van de winter nog voldoende zal zijn, maar dat testen we dan nog wel uit.
Donker baarsje uit een donker hoekje op een muppet-tentakeltje.
Standaard was het dit jaar wel weer dat de vangsten met één ruk naar beneden vielen. Het is een constante die soms te verklaren is omdat er een koude nacht is geweest, maar dit jaar was het niet zo.
De eerste week van oktober hadden we onze beste dag. Guy had 116 baarzen op zijn teller, ik had er maar één minder die dag. Nochtans was het niet de ganse visdag gelijk op gelopen.
Veel werd bepaald door de aangedane stekken. Opvallend was dat mijn viscurrent wel alle grote vissen van de dag op zijn naam had.
Lap, weer een grote voor Guy.
Ik was niet boven de 24 centimeter geraakt.
Mijn grootste van die dag.
Guy had een aantal dertigplussers. Ik dacht dat dit vooral te maken had met het aas. Guy had heel erg veel met minishadjes gevist. Hij zweert er ondertussen bij, want daar kwam ook zijn grootste snoek van het seizoen op. Ik was vooral aan de gang geweest met soorten minitwisters en diverse dropshotaasjes.
Net geen meter op een mini-shadje.
De week er op was het aantal aanbeten sterk verminderd, zonder dat er een echt koude nacht was geweest. De watertemperatuur was slecht 0.7°C gezakt, maar de baars hield het al een beetje voor bekeken.
Guy plukte er 'slechts' 43, zijn zoonlief had daarvan maar de helft. Zelf viste ik met de kleinste soort rood-witte twistertjes. Toch mocht ik nu de grootse vissen onthaken, en had stukken meer baars dan de andere twee samen.
Blinkend baarsgoud.
Hoofdoorzaak van dat laatste was waarschijnlijk mijn aasgrootte, waarmee ik veel 10 centimeter visjes mocht plukken.
Spijt hadden we natuurlijk niet van de dag. Het was toch heel erg mooi geweest, en we bleven nog een stuk namijmeren aan het water, bij de ondergaande zon.
De laatste minuten van het mooiste seizoen.
Tja, uit ervaring weten we dat het nog een week erop weer een stuk minder zou zijn. Ons belangrijkste micro-aasseizoen zat er weer op. De snoekentijd en verticaaltijd was aangebroken.
Bart Debaes