De Allrounder 19
Herkansing in Oostenrijk: feedertijd!
Door Bart Debaes
Het ontbijt smaakt natuurlijk nog beter na een geslaagd visuurtje, maar dan willen de kids snel gaan feederen. De papa’s offeren zich hiervoor op;-). Het is altijd moeilijk om een keuze te maken van lokvoer als je naar verre, onbekende oorden trekt.
Mijn keuze was gevallen op een zak Sensas 3000 donker voer, omdat we op helder water zouden vissen. Bovendien stond tussen de vissen die het zou moeten lokken ook Rotaugen, en dat was één van de soorten die we daar zouden kunnen vangen. De tweede zak lokvoer was er één van Bait-Tech, enkel en alleen maar omdat ik deze zomer wel erg goed karper vang met hun pellets, en dan vooral op de Krill-pellets. Dit Engelse merk zit voorlopig in mijn bovenste beste vertrouwens-schuif.
Veel vertrouwen in dit voermerk.
Aan het meer aangekomen moesten we nog op zoek naar een stek die gemakkelijk met vier man te bevissen was. Dit bleek niet zo gemakkelijk om dat er zoveel bomen langs het water stonden. Met startende feedervissers in de rangen zagen we het al voor ons, dat we te vaak voerkorven uit de bomen zouden moeten halen.
Zwaar beladen leek het een behoorlijke wandeling eer we alsnog een gepaste stek vonden. Er stonden nogal wat brandnetels, tot tegen de oever aan, maar de jongens amuseerden zich erg als ze deze met de hengelsteunen weg zeisden. Ieder vond zo zijn plekje.
Mijn stek was echter vergeven van rode mieren. Met sandalen aan en in korte broek zag ik er blijkbaar als een erg lekker hap uit. Ik werd langs alle kanten gebeten. Op een gegeven moment zaten ze zelfs te bijten in mijn broek, tot tegen mijn onderbroek aan!!
Dit leidde tot grote hilariteit bij mijn omstanders, want mijn broek moest uit om die vervelende mormels te kunnen verwijderen. Ik had namelijk helemaal geen zin die roodnekjes te trakteren met barbecue worst.
Bij de rest viel de mierenplaag veel beter mee, zeker toen we het idee kregen om de rubber vloermatten van uit de auto’s te halen en te gebruiken als bodemzeil. Bij mij was dit echter niet voldoende, ik bleef constant gebeten worden.
Dus ik koos er maar voor om in het water te springen, en van hieruit te vissen. Een tiental mieren, die nog in mijn sandalen aan het ontbijten waren, kreeg zo ongewild zwemles.
Een koele miervrije stek.
Kurt was als eerste klaar met de opbouw van zijn hengel en begon met een paar grote korven voor te voeren. Nog voor ik Dries hengel had gemonteerd, draaide hij de eerste vis al binnen. Het startte dus snel.
Nog grotere spanning dus bij de jongens (en mezelf) om zo snel mogelijk ook onze eerste worpen te doen. Al gauw mocht zoonlief zijn eerste vangst showen.
Mijn andere zoon was ondertussen in hetzelfde meer aan het waterskiën. Mijn jongste kon dit echter op dit moment echt niet aan. Bij een partijtje 'om-ter-grootste-rotsblokken-tillen' had hij zich wat teveel ingezet, en een pak rugpijn was de enige hierbij behaalde trofee. Mijn rugriem verschafte hem gelukkig de nodige steun om de pijn wat te verlichten.
Eerste vangst voor de winnaar van de 'rots-til-wedstrijd'.
Al gauw waren we alle vier goed aan het vangen. Niet dat het allemaal vanzelf liep. Het was heel erg duidelijk dat wie goed zijn worpen steeds op dezelfde plek kon plaatsen veel beter ving. Dat was echter niet iedereen gegeven.
Een aangenaam allegaartje van soorten kwam binnen. Kopvoorns naast rotaugen, en blankvoorns vormden de hoofdmoot. Een paar specialekes kwamen ook binnen. De eerste die me vreemd liet opkijken was een supergrote alver. Hij bracht 21 centimeter op de meetlat, en zo groot had ik ze nog helmaal nooit gevangen.
Een alvertje van dik 21 centimeter!
Ondertussen was pensioneigenaar Gerhard op bezoek. Hij was zeer nieuwsgierig om te zien als we even goed zouden vangen als Kurt en Wannes vorig jaar. Het leek hem toe, dat het dit jaar zelfs nog sneller ging. Daar Wannes snel even wou gaan kijken naar de waterskiërs, kwam zijn hengel vrij.
We konden Gerhard overhalen om wat mee te vissen. Hij opperde dat hij eigenlijk maar een dik kwartier had, want dat hij dan nieuwe logés moest ontvangen. Och ja, dat was toch ruim de tijd dus voor een paar vissen. Maar ja………. Gerhard is echt een visser, dus wat gebeurde?
Na twee uren zat hij nog op zijn geleende visbak. Hij had al een paar keren wat nerveus op zijn horloge gekeken, maar de 'vis-vang-goesting' was groter dan de zin om naar huis te gaan. Bijgevolg stond plots ook zijn vrouw aan de waterkant om hem te komen ophalen. Er zullen er onder jullie nog wel zijn die dit soort situaties herkennen…
Allee, vooruit nog ééntje.
De vissen kwamen steeds vlotter, en vaak werd al een beet doorgeseind terwijl de voerkorf nog aan het zakken was. Het was dus van belang dat je direct na de worp al goed oplette om geen beten te missen.
Direct al na de worp goed geconcentreerd.
Zo ook op het moment dat ik mijn feedertopje mee gooide in de worp. Op de een of andere manier was dit losgekomen. Daar mijn worp voor de rest goed was gaf ik het toch een minuutje, en het lukte. Wel wat vreemd als je het geheel met vis en al zo binnen moet brengen, maar de teller mocht toch met één klik voorruit.
Vangst en feedertop komen binnen.
Nu en dan boog de hengel goed door als er een knappe vis werd binnengebracht. Die momenten blijf ik leuk vinden daarom kies ik dan ook steevast voor een lichte feederhengel.
Op 'light' hengels heb je meer sport.
Er kwam weer een specialeke binnen en dit keer in de vorm van een voorn met een oranje vlek op de kop. Het zou niet de laatste zijn. Ik ken de reden niet waarom dit soort vlekken ontstaan, maar we vingen een tiental witvissen met zo een vlek, en die vlek lag telkens op een andere plaats.
Een oranjevlekvoorn?
We hoopten eigenlijk allen heimelijk op een forel. Blijkbaar waren de beten van deze rover superspectaculair geweest vorig jaar. De hengel sloeg op zo een moment helemaal van de hengelsteun af, en gelijk sprong de vis met de haak in de bek boven water.
Toen ik zo een aanbeet kreeg, was mijn verwachting hoog gespannen, maar ik zag geen vis opspringen. Het bleek dan ook geen forel te zijn, dat voelde ik al gauw aan de dril. De vis bleef lang diep vechten. Uiteindelijk kwam een wat vreemde brasemsoort naar boven. Die had vreemd veel oranje in zijn zilverkleed.
Nog een vis met oranje.
Ook aan onze vistijd kwam een eind. We stonden echter zo dicht tegen een rond getal aan dat we toch nog een beetje 'extra time' namen. Kurt kon uiteindelijk de tweehonderdste vis binnen brengen. Onze visteller had zelden zoveel toertjes gedraaid op één visdag. Als Oostenrijk dan niet echt een feederland is, dan is dit meertje dan wel de uitzondering op de regel.
Bart Debaes