Amai, dat ging vlot na deze kunstaaswissel! Hopelijk was dit de wissel die nodig was, en geen ‘Lucky shot.’ Het duurt geen twintig worpen voor een bevestiging zich aanmeldt. De aanbeet komt een gans stuk verder van de kant.
Deze kleine Buzzbite loopt een meter of twee diep. Ze haalt deze diept snel, en blijft ze ook goed aanhouden; ideaal om deze kanten uit te gooien dus. Direct na de aanslag is het mij al duidelijk dat deze vis een stuk kleiner zal zijn. Toch kan hij zich prima bewijzen op mijn lichte Evoque-hengel. Uiteindelijk moet dit visje zich toch laten scheppen. Hmm, dit plugje wint steeds meer vertrouwen.
Deze kleinere Buzzbite wint snel vertrouwen
De vis gaat terug, en ik grijp gretig terug naar mijn lichte stokje. Geen tien worpen later komt er, op een meter van de stenen kant, opnieuw een tik door de hengeltop. Mijn aanslag levert nu niets op, maar mijn volgende worp stuur ik met grote verwachting opnieuw richting dezelfde kantstenen. Bijna op net dezelfde plaats gaat er nu wel een beuk door de hengel. Veel hoef ik niet aan te slaan, de hengel staat al gelijk goed krom. Als de slip begint te gieren, verwachten we eerder een snoek. We krijgen gelijk, al duurt het nog even voor de groenjas zich voor het eerst laat zien. Daarna moeten er nog een paar vluchtpogingen gepareerd worden, voor het schepnet onder de rover kan. Voilà, de derde soort hebben we ook.
Soort nummer drie
We passeren het open gedeelte tussen de twee delen van de dam. Luc verwacht langs dit tweede deel zeker ook nog vis. We werpen dus alles ook heel erg secuur uit. Naar mijn goesting misschien iets te traag, want ik heb het gevoel dat ik tig aantal keren dezelfde worp aan het maken ben. Dan kan ik even goed nog eens wat delen aanwerpen die we al voorbij gevaren zijn. Als ik halfweg zo een worp ben, stuurt de skipper de boot wat bij. Ik zag dit niet aankomen, en wankel kort. Als ik hierbij een voet moet verzetten, kijk ik goed uit dat ik niet op iets breekbaars ga trappen. Tijdens die maneuvers stopte ik even met draaien aan de molen, en hangt mijn crank hierdoor ook even stil. Het moment dat ik terug contact zoek met mijn aasje, blijk dit vast te liggen. “Hoe kan dit nou”, gaat het door mijn hoofd? “Dit aasje is toch perfect suspenderend, dus kan ik toch niet aan de bodem vasthangen?” Het antwoord komt even later als mijn gebogen hengel met een ruk diep naar onder wordt getrokken. Het is het begin van een stevig robbertje vechten. We weten beide gelijk dat dit een ferme snoek zal worden, maar er moet nog een tijd worden gedrild voor we hem zien. Steeds weer wordt mijn lichte hengel in zijn diepste curve getrokken, en zingt de slip van mijn Inspiration-molen zijn luidste lied.
bijna te zien
Als de snoek voor het eerst te zien is, blijkt de crank blijkt overtuigend te zijn gegrepen. Hij zit helemaal weg in de bek, dus er zullen zich wel meerdere haken hebben vastgezet. Toch zijn we pas op ons gemak als het schepnet onder de reus gaat. Onmiddellijk als het net wordt geheven, doet de snoek een poging om er uit te springen. Maar net als een pannenkoekenbakker weet hoe hij zijn opgegooide pannenkoek terug in zijn pan krijgt, weet Luc hoe je een opspringende snoek in het net terug opvangt. Hij moet dit kunstje driemaal demonstreren, want de snoek weet van geen ophouden. Daarna ligt de vis rustiger, en kan hij vlot worden onthaakt. Snel nameten als de magische metergrens wordt overschreden, maar daarvoor moet hij nog 3cm groeien. Rap nog een paar foto’s, en dan mag hij terug het water in.
Een grotere versie van de derde soort.
Veel tijd heeft de vis niet nodig om te recupereren. Met een paar stevige staartslagen verlaat hij mijn ondersteuning. Daarna wordt een vuistje gebotst. Dit was echt wel een kers op de taart van deze toffe dag. En wauw, wat demonstreert dit kleine crankje een grote vangkracht. Ik vrees dat ik er bij een volgend winkelbezoek wel eens een paar euchhh….………..
De dag is al ruim geschoven, en eigenlijk was onze vistijd al een tijdje op. We wisselden de ganse dag al veel gedachten uit, en natuurlijk kwamen er veel visverhalen naar boven. We hebben het nu over de elektronische apparatuur die steeds een grote bepalende factor aan het worden is. Ondertussen demonstreerde Luc al meerdere zaken daaromtrent aan mij. Ik ben echter veel meer onder de indruk over hoe goed hij de stekken op deze grote wateren wel uit het hoofd weet te vinden. We combineren beide zaken nu een tijd. Luc toont me oeverkanten waartegen het goed vissen is. Hij duidt telkens aan van waar tot waar hij vis zou verwachten. Het is straf om te zien dat de sidescan hem telkens perfect gelijk geeft.
Luc krijgt hier weer maar eens gelijk
We zien vissen liggen in de oever, telkens tot waar hij uit het hoofd weet waar vis te verwachten is!! Daarna volgen lange stukken waar zelfs geen klein visje te zien is. Mijn respect voor deze man wordt steeds groter. Moest er een wedstrijd komen waarop geen elektronische apparaten zouden mogen gebruikt worden, dan wist ik wel op wie ik mijn geld zou zetten. De evolutie van steeds meer straffere elektronica zal echter niet tegen te houden zijn.
Dan zit de dag er op, we halen de boot uit het water en nemen afscheid. Luc zal morgen nog meer stekken afschuimen om in de aankomende wedstrijd nog beter te weten hoe en waar te vissen. De dagen nadien zal hij al zijn vrije tijd daaraan opgeven. Ik vrees dat weinig mensen inzien dat deze voorbereiding een veel groter deel is van de reden waarom deze man al die grote wedstrijden al kon winnen. Een veel groter aandeel dan juist dit of dat kunstaasje in deze of gene kleuren. Ik zag in Luc’s kunstaaskoffers dat er niets anders dan Westin-hapjes te vinden waren.
Kunstaasdozen met enkel Westin kunstaas
Hij wil als Westin Prostaffer dan ook met niets anders vissen. Logisch toch zullen velen denken, maar ik vind dat hij zichzelf eigenlijk hiermee een handicap oplegt die andere vissers niet hebben tijdens competities. Ik zou in ieder geval niet graag een aantal aasjes missen (van diverse merken) als ik een wedstrijd zou moeten vissen. Als ik op de terugweg even stop voor een fris drankje, zie ik op mijn telefoon vragen van vismaten staan, over hoe groot het pak slaag wel was dat ik vandaag heb gekregen. Ik overloop in mijn hoofd de dag, en ben verwonderd dat ik dat eigenlijk zo slecht niet heb gedaan. Meer zelfs; het grootste deel van de vangsten staan zelfs op mijn naam. Ik grap hen terug dat ik net de tekst voor op mijn grafzerk heb besteld: “Hier rust de man die ooit meer ving dan Luc Coppens” Eigenlijk mag ik nu nooit meer samen vissen met Luc, dan kan ik die tekst nog aanpassen naar: “Hier rust de man die nooit minder ving dan Luc Coppens”.
Aangepaste grafzerk
Haha, dit is natuurlijk gewoon dikke zwans. Ik schat me nog steeds veel minder visser dan Luc. Als het echt een wedstrijd was, waarin ik met mijn eigen boot op zoek moest naar de vis, dan zouden mijn vangsten veel minder zijn geweest. Vandaag had ik het gemakkelijk. Een topvisser die weet waar we moeten vissen, geeft mij aan hoe ik moet vissen en bovendien waarmee. Een portie geluk zorgde dan als extraatje voor die ene grote vis. Bovendien wil ik best nog wel eens met deze sympathieke man op de boot, toch als hij mij opnieuw met die kleine Buzzbite laat vissen. ��
Debaes Bart