image description

De Allrounder 131 : Pré-wedstrijd ( Deel 1 )

Zoals elk jaar gaan we met 3 koppels richting Nederland voor een weekend. Er kan voor de eerste dag gekozen worden uit: ofwel gaan vissen, met vooral de mannen, ofwel gaan winkelen met de vrouwen. Het is elke jaar een erg moeilijke keuze…………..”NOT”.

De eerste zonnestralen moeten nog doorbreken als we al afscheid nemen van de dames, er zijn er met grote ‘goeste’. We overleggen nog snel even naar welke stekken we trekken, want de keuze in de omgeving is groot. Vlot komen we tot een consensus, en wat later wordt gegrepen naar de nodige “wapens” voor we de sloten aanvallen. Bij mij is het wapen aan de speld een chatterbait. Ik heb prima ervaringen met de Crazy Crusher van Illex, maar die verspeelde ik helaas, en in de hengelsportwinkel in mijn buurt kon ik enkel aan de Windex geraken van Rapture. Ondertussen had ik er al een prima visuurtjes mee. Ik wil het aasje echter nog wat beter leren kennen, want volgende week staat er een roofviswedstrijd gepland, en een mens wil dan wel een beetje goed aan de bak komen hé.

Een snoek vond het echter om de één of andere reden leuk om het silicone rokje van mijn aasje te plukken. Ik dacht dat dit niet veel verschil zou maken bij de vangst, maar na een tijd zonder beet op deze ‘naakte’ sloeg de twijfel steeds meer toe. Waarschijnlijk zit het enkel in het hoofd, maar eenmaal het daar zit, is het moeilijk te negeren. Dus ging dit kaal geplukte aasje de doos in, en mochten andere wel zwemmen. Ik voorzag thuis ondertussen de ‘blote’ Windex van een Seducto shadje, en was gelijk overtuigd: deze combinatie zou zeker vangen!

De eerste sloten leveren ons niets op, en we komen bij een smal helder stukje. Terwijl mijn aasje door de lucht vliegt stapt Kurt me voorbij achterlangs. Tien meter verder zie ik hem halthouden, terwijl hij zegt dat hij een snoek ziet liggen. Ik hoop dat hij mij toch maar de kans geeft om mijn worp binnen te vissen, maar Kurt kennende is dat ijdele hoop. Hij gooit de vis aan met zijn Seducto jerkbaitje. De snoek twijfelt geen moment en schiet het rammelende aasje tegemoet en verzwelgt het. Lap, ik ben mijn eerste vis alweer afgesnoept van mijn concullega-visser. Zijn triomfantelijke grijns op zo’n momenten is legendarisch.


Kurts eerste is binnen.

OK, de kop is eraf, de eerste vis zien binnenkomen zorgt voor een ontlading bij de vanger, maar voor extra vangstdrang bij de overige. We komen bij een viersprong van sloten. We moeten naar rechts om onze lus te vervolledigen, maar dat is zo een heel brede sloot, en dat is niet mijn lievelingswater. Ik roep de anderen toe dat ik de ondiepe zijstukken eens een kans ga geven. Het is er heel erg helder, overal zie ik de bodem, en als je dit niet gewoon bent, geeft dit meestal weinig vertrouwen.

Ik ben dik halfweg de sloot, als mijn worp netjes een dertig cm van de overkant plonst. Mijn lijn ligt nog tegen mijn vinger als ik een rukje voel. Automatisch sla ik aan, en een kleine snoek schiet snel opzij, om zijn spurtje te beëindigen met een luchtsprong. Het blijft steeds mooi om te zien; deze acrobatische toeren die ze uithalen om zich van dat prikkende ding in de bek te ontdoen. Tegen de ruggengraad van mijn 30grams Arca-hengel kan hij weinig beginnen, daarvoor is hij nog te klein. Het lukte hem wel al om het oog van mijn Double-Body shad weg te knauwen. Die siliconen sukkelaar is nu gelijk blind op één kant.


Eénoogje nu.

Die oogjes verleiden sneller vissers dan vissen, dus het maakt me maar een klein beetje uit dat dit klevertje is verdwenen; ik ben al blij dat ook bij mij de nul van de teller is. Het zijstuk wordt verderop nog ondieper, maar op het eind komt daar een smaller stukje op uit, dus vis ik hoopvol verder. Het levert me niets op, ook niet als ik dat smaller stuk uitkam. Ik bedenk dat ik best terug keer, als ik niet teveel mijn kameraden uit het oog wil verliezen.

Als ik weer voorbij het bredere stuk loop, gooi ik nog maar eens naar de overkant. Terwijl ik stap kan ik evengoed nog wat mijn chatterbait latten zwemmen. Halfweg de waterbreedte, zie ik een boeggolf opkomen die richting mijn ‘klapperaas’ gaat. ‘Niet te snel slaan’, gaat me door het hoofd. Ik kan me beheersen tot ik een zware stomp door mijn hengel voel gaan. Bij de aanslag voel ik gelijk een massief gewicht. De hengel gaat gelijk goed krom, en helemaal anders dan daarnet win ik met deze krachtige beweging geen centimeter lijn. In tegendeel, de slip moet aan het werk. Het geluid dat mijn Inspiration-molen daarbij produceert is zeker niet fel, maar daarom niet minder aangenaam.

Na zijn eerst spurt kan ik wat meters terugwinnen, maar dan gaat de molen opnieuw heerlijk pingelend over naar lijnafgifte. Er komt een spanning opzetten in mijn onderbuik, ik wil deze vis zien, en weten hoe groot hij is. Hopelijk lost hij niet! Bij een derde spurt is het al voelbaar dat de meeste energie uit de roverslijf is. Toch duurt het nog vele zware kopschudden voor ik hem naderbij krijg. De tachtiger is stevig gebouwd.


Zwaar gebouwd.

Dit zou al een mooi polder-exemplaar zijn om te vangen op de wedstrijd van volgende week. Een paar foto’s, en hij gaat terug.
Ik stap nu stevig door richting mijn makkers. Aan de afstand die ik moet overbruggen is te zien dat ze onderweg door niet veel roofvissen werden tegengehouden. Beiden mochten geen acties mee maken.

Wat verderop scheidt Felix zich af. Hij weet daar een slootje dat hem zelden in de steek liet. Wij hebben hetzelfde gevoel bij de bredere, sterk begroeide sloot die we verder aflopen. Helaas lijkt dit stuk helemaal doods. Over een brugje vinden we elkaar terug. Onze sloot loopt verder links naast de weg, die van Felix loopt er rechts van. Ze leveren beide niets op, tot bijna aan het einde. Daar krijgt Kurt toch nog een kleintje te pakken. Het kleur van zijn seducto jerkbaitje “geelt” even mooi op de actiefoto als de herfstbladeren op het water.


Even mooi geel.
 

ANDEREN LAZEN OOK