De verticaalhengels hebben deze zomer meer werkeloos aan de kant gestaan dan andere jaren. De visserij doen waar je goesting voor hebt, is de leuze van een allrounder, en andere visserijen lagen meer op de voorgrond.
Weinig tijd ook om te schrijven, maar we gaan ons proberen te herpakken. Met die gedachte heb ik de bellyboat al ingeladen. Het was even nadenken wat allemaal mee moest, want ik kom niet graag aan het water, als daar dan blijkt dat je een belangrijk item niet bij hebt. Aan de bomenrij is te zien hoe hoog het water onlangs stond. We zitten ook hier al helemaal in de greep van de opwarming van de aarde.
Erg hoog water geweest
Het moment dat ik me afduw van de oever is voor mij altijd zo een pracht van een “de-stress-valt-van-me-af” moment. Als ik dan mijn Float-Plus-motortje aan het werk zet, en ik mijn peddels omhoog breng om snelheid te maken, overvalt me een breed geluksgevoel. Yes, zie me hier liggen, the lucky bastard!Zeker deze ochtend is het super. Het is nog windstil, wel nog een wat frisse lucht, maar het zonnetje schijnt al, kortom, heerlijk. De dieptemeter start zonder morren op, allemaal gewoontjes wel, maar echt niet gewoontjes voor een groot deel van de wereldbevolking. Soms vergeten we in wat voor luxewereld we eigenlijk leven, en morren we over de kleinste dingen. Misschien hebben deze wat filosofische uitlatingen te maken met het feit dat een vismakker vorige week het leven liet. Zomaar uit het niets, poef weg.
Maar kom, we gaan vissen. Ondertussen zie ik dat ik het talud al over ben gevaren. De Spro Specialist hengel mag uit de steun. De groengele boobytrap-shad hangt nog aan de speld van in het voorjaar. Toen had hij in die laatste sessie de vangstenteller aardig laten draaien, dus waarom zou hij nu weer niet zijn kans mogen grijpen. Na een kwartier komt een lichte tik door de top. Ik sla aan, en een kleinere snoekbaars weert zich tegen de stugheid van het carbon. Het mag helemaal niet baten, al gauw ligt hij in de oppervlakte. Hij spurt nog eventjes hard weg als mijn hand zich naar hem uitstrekt, maar dan is het over. Hij is klaar om gemeten en vereeuwigd te worden.
Klaar met meten
Na de foto gaat hij met een plonsje terug. Ik had het talud wat op en af gevist, op zoek naar de juiste diepte, en die eerste beet kwam op 4 meter. Dus zoek ik die diepte weer op. Wat later gaat nog zo een tik door het handvat. Ook deze aanslag is raak, en het voelt daar beneden aan, alsof ik een leeftijdsgenoot van de eerste aan het drillen ben. Het bewijs daarvan komt nooit boven water, ook niet letterlijk, want nog voor ik hem door het bruine water kan ontwaren, schiet deze vis af.
Spijtig, ik vis al maar aan 50% meer, tijd om te beginnen morren en klagen. Weer zoek ik de 4 meterlijn, en probeer ik die te volgen. Dit is hier niet altijd zo gemakkelijk, want de bodem is op dit stuk behoorlijk grillig. Lange tijd gebeurt niets meer. Eventjes word ik wat afgeleid door een witgatje dat wel erg dicht bij me in de oever komt zitten. Het vogeltje kijkt me even diep in de ogen, maar beslist dan dat ik ongevaarlijk genoeg ben om gewoon verder te foerageren. “PATS” gaat het plots door de top, en mijn automatisch piloot slaat al aan. Whog, dat was een aanbeet van een overtuigde rover lijkt me. De dril brengt niets spectaculairs, en nog een jaargenoot van de eerste vis is de klos. Het is duidelijk dat hij met volle overtuiging mijn groengeeltje heeft genomen.
Met volle overtuiging
Ik heb kort mijn tangetje nodig om te kunnen onthaken, maar al snel mag de rover weer weg zwemmen, zijn herwonnen vrijheid tegemoet. Een blik op mijn horloge leert me dat de klok weer sneller aan het draaien was, terwijl ik aan het vissen ben. De halve vistijd is zowat voorbij. Ik wil een paar stekken zeker aandoen, dus zet ik mijn motor een tijdje op 100%. Het eerste stuk dat ik zeker wil doen, is behoorlijk ondiep. Die ondiepte paalt dicht tegen een kort snel talud aan. Bij wijle liggen de snoekbaarzen liever op die ondiepte dan in de diepte. Ik twijfel er aan als het ook vandaag zo zal zijn. De zon staat ondertussen namelijk al fel op die ondiepte te schijnen, en vroeger werd wel vaker aangehaald dat snoekbaars lichtschuw is. Mijn ervaring leerde mij echter dat als de zwartbekgrondels ondiep liggen tussen de stenen, de snoekbaars nog graag eens volgt. Om deze ondiepte goed te kunnen afvissen kies ik een veel lichter loodkopje uit met een Rapture “Power” shadje op de haak. Deze Trabucco shad bewees mij al vaker zijn verleidingskunde. Ik kies ook voor groen, want de boobytrap werd deze ochtend al lekker bevonden in deze kleur.
Ik verwissel ook van hengel. In het ondiepe heeft de Specialist wat teveel ruggegraat om hier de vissen te drillen. Ze liggen dan te snel in de oppervlakte te klotsen, en dan verspeel ik er wel eens één. Met een lichtere hengel gebeurt dit laatste veel minder. En natuurlijk levert een lichter stokje een veel mooiere dril op, iets waar ik nog steeds tuk op ben. Het duurt behoorlijk lang voor iets gebeurt. Een “twijfeltje” komt in me op. Zou ik toch beter niet verwisselen naar een wat groter shadje dat wat meer opvalt in dit bruine water? Dan gaat plots een kei en keiharde beuk door de hengel. Ik beuk hard terug, maar de hengel gaat niet hoog. Een te zware weerstand weerhoudt hem daartoe. Ja hoor, dit wordt zeker een mooie! De vis blijft diep, mijn lichte Evoque-hengeltje heeft het hard te verduren. Iets daar beneden probeert zijn tere ruggengraatje over zijn maximum curve te trekken. Hoe ronder het hengeltje gaat hoe breder de glimlach op mijn gezicht wordt. De vis duikt het diepe in, de slip laat dit ratelend toe. Wat is dat toch een prachtig muziekje.
Ik kon nog geen slingerslag maken, en kom er voorlopig ook nog niet toe. Even twijfel ik om te grijpen naar mijn fotocamera en de curve van de hengel vast te leggen, maar ik weerhoud me. Al een paar keer verspeelde ik op die manier een mooie vis, en daar heb ik nu even geen zin in. Dan vermindert de druk even wat, en kan ik mijn hengel eventjes heffen. De snoekbaars lijkt door te hebben dat hij van de bodem wordt weggetrokken, en wil nog niet meedoen met dit spelletje! Rikketikkend sleurt hij nog maar wat lijn van mijn Trout-molentje. Deze laatste spurt kost hem blijkbaar nogal wat krachten, want nadien lijk ik de overhand te mogen nemen in dit robbertje getouwtrek. Beetje bij beetje komt de zander naar boven. Bij de eerste wenteling in de oppervlakte valt me al gelijk zijn dikke speknek op.
Een echte speknek
Whohow, dit is een zware vis! Ik trek hem naderbij. Door nu en dan wat te slaan met zijn kop, lijkt hij te willen aangeven dat hij nog steeds onwillig is. Helaas voor hem heeft hij niet veel meer te vertellen in ons spelletje, de winnaar bepaalt hier de regels. Op het moment dat ik de kieuwboog grijp, geeft de vis zich volledig over. Vlotjes hef ik hem om te meten langs de maatlijntjes op mijn hengel. Net geen 70cm is mooi hier op dit water. Dan valt mij zijn uitgescheurde rugvin op. Mijn hersencellen voeren me naar lange tijd geleden waarop ik al eens een soortgelijke vis moet hebben gevangen. Misschien moet ik dit eens nagaan in mijn fotoarchieven.
Erg herkenbaar
Bart Debaes