image description

De Allrounder 111 : Net voor de corona-tijd deel 2

Het is nog net voor de tijd die wij als Belgische vissers lange tijd goed (of moet ik eerder zeggen “slecht”) zullen herinneren. Er was op diverse internetsites al sprake dat we niet meer zouden mogen aan de waterkant gaan zitten, toch niet met een hengel in onze handen.

We hebben het natuurlijk ook over de corona en in welke zin deze ziekte straks onze visserswereld zal omblazen. Beiden hopen we natuurlijk dat het allemaal niet te lang zal duren. Als we afscheid nemen zie ik hem recht naar een stuk varen dat normaal erg goed is. Ik zal daar dus pas als 2de voorbijkomen, en dat schenkt mij geen euforisch gevoel. Maar ach, we zien wel. Ik kan nu al helemaal niet klagen, hij mag er gerust zijn grootste van de dag boven halen.

De terugtocht levert mij voorlopig niet veel meer op. Ik heb nu nog zowat 150m te gaan. Dit is het gedeelte dat ik mijn kameraad net zag afvissen vanuit zijn boot. Het vertrouwen is dus niet erg groot. Ik heb helemaal geen idee als hij hier goed heeft gevangen, en eigenlijk wil ik het ook niet weten. Als ik zou weten dat hij hier goed had gevangen, dan zou ik hier misschien niet eens meer starten. Opeens mis ik een korte tik. Vaar eerst nog een klein beetje verder, en krijg daar opnieuw een tik.

Dit stukje zal ik dus zeker hernemen. Ik keer mijn bellyboat om en start de weg terug. Opnieuw echter een misser. Hmmm, misschien is mijn shadje net wat te groot voor een schooltje kleintjes. Ik kijk in mijn kunstaasdoos en zie een felgele sea-shad zitten. Die is met zijn 4 inch een stuk kleiner, en het felgeel had al eerder op de avond bewezen geen slechte kleur te zijn. Als ik ter hoogte kom van de plek waar ik net een tik kreeg, krijg ik opnieuw een beet. Ik sla en voel onmiddellijk dat het een heel wat kleinere snoekbaars wordt. Ik dril niet stevig en dat blijkt achteraf geen verkeerde keuze te zijn geweest. De snoekbaars is namelijk maar heel erg lichtjes gegrepen door de haak van mijn loodkopje.


Maar net met een velletje gehaakt

Als ik hier te stevig had gedrild, was dit gewoon doorgescheurd en kon dat één van de vele snoekbaarzen zijn geweest die ik was verloren tijdens de dril, en waarvan ik niet goed snapte waarom. Ik laat het kleine shadje in de speld; je weet maar nooit dat er hier nog kleine snoekbaarzen liggen. Geen slechte keuze blijkt achteraf, want 10m verder vang ik een jaargenoot van de vorige. Dan volgen 3 missers na elkaar. Het terugkeren helpt dit keer niet. Dus schuif ik verder. Een weer wat hardere aanbeet kan ik wel weer verzilveren. Het is opnieuw een mannetje dat zijn blauwige paaikleed aan het krijgen is.


Weer een kleurend mannetje

Zijn zus die ik kort nadien vang, ziet er helemaal anders uit. Ze is ook niet beige-bruin als de paar eerdere snoekbaarzen, maar eerder zilverkleurig. Daardoor zijn haar strepen mooier te zien. 


De gestreepte zus

Nog 20m varen en dan bevind ik mij recht voor mijn steigerplaats. Echt veel verwacht ik niet meer, maar ongelukkig ben ik zeker niet. Dit waren zeker mijn beste uren op dit kanaal ooit. Net als ik omkijk om te zien wanneer ik kan oversteken, gaat er een beuk door mijn hengel. Nog voor de aanslag al gaat door mijn hoofd: “wooww, dit wordt mijn grootste”. De stevigheid waarmee ik aan de bak moet bewijst het ook helemaal. Mijn ‘special-force’ verticaalhengel gaat helemaal rond, en mijn ‘Trout’-molentje giert het regelmatig uit, als haar slipschijven worden gekastijd. De vis blijft stevig tegen de bodem aan. Ik kreeg hem echt niet naar boven. Mijn hart bonkt in mijn keel.

Wordt dit hier nu ook nog ook een nieuw ‘PR snoekbaars’ voor dit kanaal? Met de gedachte aan de snoekbaars van daarnet, waarbij de haakpunt enkel een velletje had gegrepen, beslis ik om zeker niet te hard te drillen. Ik besluit zelfs om mijn slip wat lichter te zetten. Een slip moet namelijk altijd wel stevig staan ingesteld om goed de haak te kunnen zetten, maar die stevige instelling heeft weinig voordelen bij het drillen van de vis. Gelukkig is deze ‘special-force’ toch nog ietsje parabolisch in vergelijking met veel verticaalhengels zodat schokken goed kunnen worden opgevangen. Even kijk ik op vanwege een geluid, en zie aan de overkant dat drie vissers staan te kijken hoe ik deze wildeman aan het drillen ben.

Ik roep hen toe: “ja, dit word een beste”. De ene man roept terug: “ja dat hadden we al gezien.” Als de snoekbaars na lange tijd een eerste keer boven komt, Lijkt me het vermoeden van een nieuw pr behoorlijk correct. De twee eerste pogingen om hem met de hand te grijpen mislukken, de vis duikt telkens weer weg en dit doet mijn slip weer gieren. Machtig toch dat deze slip van dit Arca-molentje zo lekker luid gaat. Ondertussen heb ik echter al gezien dat de vis goed is gehaakt, dus de schrik om hem alsnog te verliezen is klein. Toch loopt een warm gevoeld door mijn aderen als het bij de derde keer toegrijpen wel lukt. Het shadje blijkt helemaal verzwolgen te zijn. De loodkop zelf zit zowat tussen de ogen.

De vis is wat te groot om mooi te fotograferen van zo dichtbij. Terwijl ik hiervoor toch een gepaste pose probeer te vinden, hoor ik achter mij een klik. Ik kijk achterom en ik zie een fietser die met zijn smartphone foto’s aan het nemen is. Hij steekt gelijk zijn duim omhoog. “Dat is de hele knappe” zegt ie. Ik vraag als hij het fotograferen wil hernemen met mijn toestel. De man knikt bevestigend. Ik peddel naar de kant en steek hem mijn toestel in zijn hand. Na even zoeken hoe hij het toestel moet bedienen, hoor ik een paar klikken. Ik bedank de man, want ben maar wat blij, dat ik van deze vis een beetje een deftige foto zal hebben. 


Knapperd (die met vinnen) in tegenlicht

Daarna zit ik met een twijfel. Stop ik nu, of ga ik toch nog een tijdje door? Er is zeker nog voldoende licht, maar eigenlijk moest ik al zo goed als thuis zijn. Dus stuur ik snel een “excuus-berichtje” naar het thuisfront, en peddel toch nog een beetje verder. Het levert me echter niets meer op. In het terugkeren doe ik weer de overkant met de stenen zijde aan, en daar krijg ik nog een ferme misser te verwerken. Van die vis krijg ik geen herkansing. Tja, moeilijk moet ik hierover niet doen. Het is sowieso een zeer mooie avond geweest.

Hopelijk moet ik niet te lang wachten, vanwege het coronavirus, om dat hier nog eens te hernemen; want ze zijn duidelijk los. Maar aan de andere kant is het misschien toch beter, dat de snoekbaarzen ten volle van hun wittebroodsweken mogen genieten. Dus Cruyfs beroemde uitspraak: “elk nadeel hep zijn voordeel”, gaat ook hier weer op...

Debaes Bart

ANDEREN LAZEN OOK