Het is nog net voor de tijd die wij als Belgische vissers lange tijd goed (of moet ik eerder zeggen “slecht”) zullen herinneren. Er was op diverse internetsites al sprake dat we niet meer zouden mogen aan de waterkant gaan zitten, toch niet met een hengel in onze handen.
Dus wil ik snel gebruik maken van de, misschien nog korte, tijd die me nog rest. Na de werkuren laad ik mijn bellyboat in en spoed me naar het water.
Ik ben blijkbaar niet de enige die op dat idee is gekomen. In de verte zie ik een paar kantvissers staan die met kunstaas aan de slag zijn. Een behoorlijke afstand weg van die vissers leg ik mijn bellyboat in.
Ik zet mijn float plus motor op 100% en vaar naar de overkant, want daar staat niemand. Snel zoek ik in mijn kunstaasdoos naar een passend aasje. Het water is sterk bruin gekleurd, en biedt dus weinig doorzicht. Daarom kies ik een opvallend felle kleur uit, en een shadje met een stevige kwispel. In de green-chartreuse versie van de Seducto Double bodyshad vind ik mijn gading.
Fel van kleur en met een stevige kwispel
De lange eerste 200 meters leveren niets op, terwijl dit normaal gezien toch niet zo een slecht stuk is. Ik krijg het gevoel dat de vissers, die ik nu aan de overkant zie staan, waarschijnlijk mijn kant al helemaal hebben uitgevist. Daarom gaat mijn motortje weer op 100% en snort het me een de grootste afstand verder. Ik zal nu delen van het kanaal aandoen waar ik nog maar erg weinig ben geweest, en die mij bovendien nooit vis opleverden. Maar nu is het een ander seizoen en bovendien hoop ik dat deze wateren nog “onaangetast” zijn vandaag.
De eerste tientallen meters leveren opnieuw niets op, maar dan komt er toch een kleine tik door op de hengeltop. Ik sla maar ik voel niets van weerstand. Toch ben ik zeker dat het vis moet geweest zijn. Snel laat ik mijn aasje opnieuw zakken, en in de zweefvlucht naar beneden wordt het loeihard gegrepen. Onmiddellijk sla ik aan. De weerstand is behoorlijk, en mijn hengel buigt goed door. Terwijl ik aan het drillen ben, kijk ik snel even naar mijn dieptemeter. Daar zie ik dat ik op 2,8m diepte aan het vissen was. Ik zal straks proberen deze diepte aan te houden. Het viel me namelijk vroeger al meer dan eens op, dat de vissen hier vaak bijna allemaal perfect op dezelfde diepte liggen. En dan bedoel ik met weinig dus soms minder dan 30cm verschil.
Een mooi exemplaar om mee te starten
Nadat de vis mij met zijn staart een afscheidsdouche heeft geschonken, zet ik de remote-control van mijn motortje opnieuw op hetzelfde toerental als het moment dat ik mijn beet kreeg. Die staat nu op 34% van mijn maximumsnelheid die ik kan halen. Met die snelheid moet ik wel regelmatig spelen, want dit is hier een kanaal met scheepvaart en sluiswerking. Dus dat zorgt ervoor dat de stroming regelmatig versterkt of verzwakt, of keert. Ik moet dus regelmatig de remote control van mijn float plus wat bijstellen. Terwijl ik nog op snelheid aan het komen ben, stuur ik mijn aas alweer naar de diepte. Twee keer kan ik het optikken en dan wordt het opnieuw gepakt. De weerstand is dit keer een stuk minder. Dit is duidelijk een kleinere vis. Toch tovert dit snelle succes een smiley op mijn gezicht.
Een snelle tweede
Deze snoekbaars is duidelijk anders gekleurd. Het bruinige van de vorige is helemaal weg. Zou dit een mannetje zijn dat al zijn paaikleed aan het krijgen is? Ik zet de vis terug, en bedenk dat mijn avond al een succesje is. Al wat nu nog komt is een extraatje. Ik bevind me namelijk in België en dat is nog steeds geen super land om te gaan roof vissen.
Toch moet ik niet ver varen om opnieuw een tik op de hengel te voelen. Het was helemaal geen harde ruk, maar ik weet weer 100% zeker dat dit een aanbeet was. Ik vaar nog een klein stukje verder, terwijl ik mijn shadje over de bodem laten huppelen. Toch zit al in mijn achterhoofd dat ik dra terug zal keren, in de hoop op een herkansing. De mogelijkheid tot herkansing komt dit keer niet direct. De eerste maal dat ik het stukje opnieuw afvis, komt zelfs geen reactie van beneden. Ik vaar een stukje verder dan waar ik de eerste tik had gekregen. Daar draai ik me om, en zoek opnieuw de 2,8m diepte op. Met veel hoop bevaar ik het stukje opnieuw. Weer krijg ik een tik, en die is dit keer net wat harder. Helaas mis ik hem opnieuw. Dus opnieuw keer ik terug. Deze vis wil ik toch graag wel vangen. Helaas heeft de vis het spelletje nu blijkbaar door. Hij komt niet meer terug.
Ik zet mijn zoektocht dan maar verder, en houd daarbij zoveel mogelijk de 2,8m diepte aan. Deze kanaalkant blijkt echter nogal wat verschil in diepte te vertonen. Niettegenstaande ik ongeveer dezelfde 10m van de oever blijf, gaat de bodem hier nogal wat omhoog en omlaag. Net als ik van zo’n verhoog mijn shadje naar beneden laat huppelen, gaat keihard een beuk door mijn rechterarm. Ik schrik me een hoedje, want er staat nu niet veel meer dan twee meter lijn uit de top.
Hopla daar is nummer drie al.
Dat wil dus zeggen dat deze roofvis helemaal geen schrik had van mijn zwemvliezen die op anderhalve meter boven zijn hoofd ploegden. Kleine correctie: veel ploegen moet ik eigenlijk niet doen. Ik word vooruit gestuwd door mijn motortje. Het lijkt me eigenlijk al langer, een extra voordeel te zijn van de Float-plus motor, tenminste als je ondiep vist. Dan moet je met uw peddels namelijk niet hard van boven naar onder water verplaatsen. Door deze bewegingen moeten zeker zware waterwervelingen ontstaan, die naar de diepte worden geduwd. Wervelingen die de onderwater bewoners, die zich dus niet veel dieper bevinden, telkens goed gaan voelen. Mijn float plus motor stuurt zijn wervelingen echter horizontaal pal onder mijn kont van me weg. Daarom vermoed ik dat de vissen hier minder last van hebben, en daardoor zeker minder (ver)schuw(t) reageren als je met uw bellyboat voorbijkomt.
De vis nu, is een leeftijdsgenoot van die van daarnet. Dit keer is het 100% zeker wel een mannetje. Het blauw van zijn paaikleed is al goed te zien, al blijkt het op foto moeilijk vast te leggen.
Moeilijk om dat blauwe vast te leggen
De paaitijd zal blijkbaar dit jaar vroeg starten. Dit zal zeker te maken hebben met de erg zacht winter die voorbij is, en het voorjaar dat al vroeg inzet met veel zonneschijn, en dus ook een snel oplopende watertemperatuur. Het heeft nu al een uitzonderlijke 10,2°C. Misschien zal het ook daarom toch een goede zaak zijn dat we een periode niet gaan kunnen vissen vanwege de corona. De snoekbaars zal (toch hier in België) zeer rustig de paaiperiode kunnen doorlopen. Grote vraag is nu, als hierdoor inderdaad een betere jaargang vis zal opgroeien in de komende jaren. De tijd zal het bewijzen.
Nadat ik nog wat kort heb ik genoten van zijn prachtig zwartblauwe weerschijn, gaat hij terug. Agressief duikt hij daarbij weg. Dit exemplaar zal zich straks volledig kunnen uitleven aan het paaispel. Ik moet dit keer een gans stuk varen, voor er nog wat actie komt. Een paar keer hang ik vast tussen de stortstenen die in dit gedeelte blijkbaar wel erg ver uit de oever liggen. Opeens hangt er gewicht aan mijn hengel top. Het voelde helemaal niet als een aanslag op mijn kunstaas aan. Toch zegt mijn vissers-instinct dat dit geen steen is, en mijn hengel zwiept al naar boven. Mijn instinct had blijkbaar gelijk. Het kopschudden van daar beneden, duidt erop, dat ik opnieuw snoekbaars aan de haak hebt. Ook dit keer buigt mijn hengel stevig door. Het is opnieuw een stevige vis. De kleur is weer helemaal anders dan de vorige twee. Is dit nu een mannetje dat nog niet op kleur is, of is het gewoon een vrouwtje dat zijn schutkleuren zal blijven houden? Het maakt me niet uit. Sowieso maakt deze rover mij voor de rest van de avond zeer gelukkig. Na het maken van een paar foto’s mag ze haar onderwatermilieu terug opzoeken.
Weer een zestiger
Dit is duidelijk een van mijn betere sessies die die ik op dit water ooit heb gehad. Het bleek dus een goede zaak te zijn dat ik eens een mij weinig bekend gedeelte ervan heb opgezocht. Dit prima gegeven wordt dan net een ietsje gedempt, als ik mijn shad moet offeren aan de “god van de onderwater stenen”. Ik verlies hierbij ook mijn volledige fluorocarbon onderlijn. Dit betekent dus een tijdje knoopwerk.
Wat verderop hoor ik achter me krakende takken. Ik kijk achterom, en zie nog 2 andere kunstaasvissers, die zich in mijn richting aan het bewegen zijn. Zo zullen we straks in elkaars viswater zitten, en dat is natuurlijk iets dat beiden niet zo graag zullen hebben. Ik kijk naar de overkant van het kanaal, en zie daar tot ver weg geen vissers staan. Misschien is het geen fout idee om die overkant eens te gaan proberen. Als ik dat niet doe zal ik de stukken moeten afvissen die de 2 vissers net hebben afgevist.
Dat geeft nooit een echt goed gevoel. Al ben ik ervan overtuigd, dat je heel vaak een stuk beter kunt vangen als je vanuit uw bellyboat vist, dan van op de kant. De aanbieding is constant, je ligt minder snel vast tussen de stenen en daardoor durf je veel korter bij de bodem uw aasje aanbieden, netjes in de juiste strike-zone. Als ik oversteek zullen ook de kantvissers dit wel kunnen appreciëren. Voor hen is het namelijk veel moeilijker om aan de overkant te geraken dan voor mij, vanuit mijn bootje. Terwijl ik rustig naar de overkant zoem, knoop ik een nieuwe onderlijn. Aan de speld gaat dit keer een witte SPRO-shad. Eens kijken als ook deze ‘Popeye-shad’ evengoed zal vangen.
Ook dit gedeelte van deze overkant heb ik eigenlijk nog nooit aangedaan. Verderop kom ik wel in een gedeelte waar ik eerder al viste en ook al behoorlijk heb gevangen. Maar dit deel is voor mij dus ook maagdelijk. Hier liggen geen stortstenen, maar gaat een betonnen wand loodrecht naar boven. Toch zijn ook dit soort oevers dikwijls productief. Daar ik vanavond echt niet te klagen heb over het aantal beten, is het misschien geen slechte zaak om dit nu eens te exploreren.
Het duurt een heel eind vooraleer ik mijn eerste actie krijg. Ik heb net een lang gedeelte gevist op ongeveer 2,8m, als op mijn dieptemeter te zien is, dat de vloer daar ineens wegduikt naar 3,5m. Er is geen enkele reden te zien op de betonnen wand, waarom dit hier zo zou zijn, maar de put is er wel. Ik moet lijn vieren om mijn loodkop de bodem te laten houden. Plotseling valt de weerstand van mijn loodkop helemaal weg. Ik weet wat dit betekent. In de glijvlucht werd hij gegrepen en opgeslokt. De aanslag voelt onmiddellijk goed aan. Een stevige vis start aan een gevecht. Het voelt echter niet aan als het gevecht van een snoekbaars. Als dit een baars zal zijn, zal het toch een stevige kerel zijn, en die zijn hier echt schaars. Kort voor een bultje opwellende water in de oppervlakte de waterspiegel omhoogstuwt, meen ik even wat rood te zien, dwars doorheen het troebele water. Ohoo, dit wordt dus toch een mooie baars. Als hij dan op zijn zij gelegen naar mij komt geschoven, weet ik het helemaal zeker. Dat wordt een van mijn betere baarzen hier in dit water. De vis is diep gehaakt.
Diep gehaakt
Van de 12cm Popeye zit enkel nog het rode kopje een ietsje uit. Deze nep-vis werd dus met volle overtuiging opgeslokt. De baars is behoorlijk vaal van kleur, redelijk normaal bij dit kleur van water. Ik ben al blij dat het rood van zijn vinnen niet helemaal ontbreekt. Snel haal ik mijn meter uit mijn vis-jack, want ik wil weleens weten als dit hier mijn personal best wordt voor deze vaart. Met zijn net geen 40cm blijkt dit inderdaad zo te zijn. Dus mag de fotocamera nog een paar keer zijn werk doen. De rover maakt mij nog eens goed nat met de staartslag waarmee hij naar de diepte duikt.
Net geen 40cm
Amaai, deze avond kan dus zeker niet meer stuk. Ik heb echter nog wel een stukje te varen, voordat ik terug aan mijn aanlegplaats komt. Dus er zijn nog kansen. In de verte zie ik een kleine boot met een grote snelheid in mijn richting komen. Het blijkt een oude bekende te zijn. We maken een praatje.
De broeder in Petrus geeft aan, dat hij de ganse namiddag gevist heeft, en aan 6 stuks is geraakt. De formaten waren echter allemaal klein, zo te horen. Daarnaast had hij nog een klein aantal gemiste aanslagen, en hij had het gevoel dat de vissen niet echt los waren. Als ik hem mijn fototoestel overhandig, hoor ik dat hij inderdaad niet van dit soort formaatjes kon vangen.
Debaes Bart