Hup, blauw-wit, hup.
Het lijkt als een aanmoediging voor een voetbalploeg, maar dat wordt het niet, dat zal wel blijken. Ik heb wat tijd vrij, en als ik alles uitreken, zal ik er ongeveer 1u45 van op het water kunnen liggen. Dat lijkt me de moeite om eens te gaan proberen als de vis al weer wat beter bijt.
Op het water kies ik resoluut voor een shadje dat me de laatste tijd zeker geen windeieren legde. Deze witte ribbelworm heeft een halve zin als naam: de Seducto ribbed paddle tail, maar ving ondertussen al een gans logboekje vol. Niettegenstaande ik in het eerst dacht dat het vooral baars zou zijn die hierop vol zou gaan, bleken het vooral de snoekbaarzen te zijn die deze hap niet goed konden laten passeren.
Snoekbaars vind geribbelde wormen duidelijk lekker
Baarzen kunnen deze hap ook moeilijk laten passeren, dus in deze zomertijd leek mijn keuze me erg logisch. Dat vissen niet enkel logica is, blijkt als ik na een half uur enkel nog maar een kleine ‘sabbeling’ mocht voelen. Dus een aaswissel dwingt zich op. Even twijfel ik om gewoon te veranderen van worm-kleur, kwestie van even uit te testen, maar het gebrek aan tijd zorgt er voor dat ik toch naar andere shadvormen in mijn doos zoek. Ik zou toch graag nog iets vangen hé. ;-)
Mijn oog valt op een andere seductoshad, namelijk de double bodyshad. Dit is ook zo een stuk silicone dat me zelden in de steek laat. Dit blauw-witte exemplaar overleefde al menig visbeurt, wat de duurzaamheid van het materiaal bewijst. De kleur van de staart is ondertussen al wat gebruind. Dit is niet vanwege zomerse zon, maar van tegen lood te liggen in de tackle box. Dat is dan misschien een nadeel van deze siliconesoort; in contact met lood gaat het bruin verkleuren. Voor zover ik ondervond, maakt dit in vangen niet veel uit. Dit keer is het niet anders. Na een minuut of vijf komt een felle tik door in de hengeltop. Direct na de aanslag voel ik aan de dril dat het een middelslag baars wordt. Even later komt het bewijs ervan boven.
Deze middelslag baars kon de blauw-witte niet laten voorbij gaan.
Tien minuten later gaat een lichte zindering door de hengel. De aanslag levert een aantal stevige bonken op, maar ze zijn helaas van korte duur. De hengel veert recht. Een vraag dringt bij me op: zou ik deze 2 beten nu ook hebben gehad met die eerste shadvorm? Een vraag die vele kunstaasvissers zich al vaker hebben gesteld, weet ik zeker.
Ik ga het nu niet onderzoeken, want de tijd verstrijkt veel te snel, en nog een visje bij zou welkom zijn. Geconcentreerd vis ik verder. Op een mini-tik van beneden vliegt mijn hengeltop naar boven. De hengel gaat diep in zijn curve. Whow, dit wordt een………………… hmm, stuk vuil, vrees ik. Ik zet mijn Float Plus belly-motortje op 100%, en vaar de heenweg terug, in de hoop van mijn “wel-vangende-shadje” te kunnen redden. Het lijkt tevergeefs, alles zit muurvast daar beneden. Als ik echter met de hand ga aan de draad trekken, komt traag iets mee. Centimeter per centimeter win ik lijn, en even later kan ik de top grijpen van wat een heel grote boomtak blijkt te zijn. Vreemd toch dat een haak zich altijd beter vast zet in zaken die liever niet worden gevangen...
Dit lost de haak niet
Blij dat alles werd gered, ga ik verder. Niet veel later komt een kleiner slag baars me gedag zeggen. Het dregje zit maar net in zijn bovenlip. Het visje schiet in volle snelheid weg als ik het in mijn open hand in het water plaats. Die gaat snel aan zijn mama gaan vertellen wat voor stoer avontuur hij overleefde, met een piercing in zijn lip als bewijs. De fuut die net op dat moment tegen de achterkant van mijn belly botst, kan dit echter niet meer voort vertellen. De vogel ziet er niet beschadigd uit. Ik vraag me af wat de doodsoorzaak zou kunnen zijn. Teveel plastic in zijn maag?
Onbekende doodsoorzaak?
Toch nog even switchen naar een andere shad. Eén die ook mijn vertrouwen gewonnen heeft, namelijk de SPRO boobytrap. Ik kies hem in het fel groen-geel. In dit bruinige water valt hij erg goed op. Net als ik na een tijdje begin te twijfelen over mijn keuze, knalt er keihard een snoekbaars op. Duidelijk de hardste beet van de dag, en ik geniet van het gebeuren, en van de dril die……………..te vroeg eindigt, vanwege de losschietende haak. Niet veel later weer zo een harde beet.
De snoekbaars die veel kleiner is, vecht al gauw in de oppervlakte. Op het einde van een spetterende spurt door de waterspiegel, gaat ook dit keer weer de haak los. Verdorie, even de haak nazien. Een kleine braam hangt aan die punt, dus gaat de hengel in de steun en grijp ik naar het wetsteentje in mijn zakken. Dan valt mijn oog op de kleuren van de shad en die van de wel erg laat bloeiende gele lis. Die blijken nogal “a sortie” te zijn.
Het groen -geel van de shad en oeverplant zijn wel erg gelijkend
Daarna valt de beet volkomen weg. De laatste 50 meter naar de aanmeerplaats wissel ik toch snel nog even naar mijn eerste vanger. Als ik hem de diepte in loods, moedig ik hem alvast wat aan: hup, wit-blauwe, hup. Go and seduce me a big one.
Ik heb nog tien meter te varen, als er een zachte deining door de top gaat. Toch sla ik stevig de hengel naar boven; ja raak. Ik laat de vis goed zijn ding doen; kwestie van ten volle te genieten van deze laatste dril. Enkel het dregje kon vlees pakken bij de waarschijnlijk zacht aanzuigende beet, maar dat was voldoende.
Een zachte aanbeet was voldoende
Content van mijn visbeurtje trek ik wat later mijn belly op de oever. Even de tijd checken. Oei, dat uur en 45 minuten dat ik had, werd toch ietwat meer, maar ook dit fenomeen kennen wel meer vissers…
Bart Debaes