TotalFishing

‘Craft Fur Clouser’ (vliegen voor de zeeforel - deel 2)

Tekst: Bas van Dam, sfeerfotografie: Claus Eriksen, vliegenfotografie: Jelle Westerhuis

Deze vlieg dook een paar jaar geleden op het prikbord op. Ik knoop deze vlieg met een lusknoop aan mijn leader. De clouser duikt zo na iedere strip en de zeeforel weet dit wel te waarderen…

Craft Fur Clouser

Haak: TMC 811, no 4-6
Binddraad: Uni clear mono
Staartje: Craft fur in lichte natuurlijke tint
Lijfje: Pearl mylar tinsel, over gelakte craft fur
Ogen: Lichte diabolo ogen, messing
Vleugel: Craft fur, dezelfde kleur als het staartje
Flash: Twee sprieten crystal flash op de vleugel

Nadat het binddraad opgezet is, begin je met het inbinden van de ogen. Houd wat ruimte over tussen het haakoog en de diabolo-ogen. Lijm de ogen vervolgens vast met secondelijm. Zet nu het staartmateriaal vast tussen het haakoog en de diabolo-ogen. Door nu het binddraad over het staartmateriaal, richting haakbocht, te wikkelen ontstaat het lijfje.

Tip 3: Shooting Heads

Ik vis steeds meer met een shootinghead-systeem. Zeker 90% van de tijd zit er een X-slow intermediate head aan mijn running line. Deze lijn vist vlak onder de wateroppervlakte, zonder echt door te zinken. Golven hebben hierdoor minder vat op de lijn, aanbeten voel je eerder en duidelijker en aanslaan gaat effectiever.

Met een shootinghead-systeem kan ik veel effectiever vissen. Met één valse worp ligt de vlieg, binnen enkele seconden, op 20 tot 25 meter. Als je hierdoor twee keer zoveel worpen per dag kunt maken, is de kans iets te vangen ook twee keer zo groot.

...de kans iets te vangen ook twee keer zo groot.

Tip 4: Wind tegen

Veel vissers zoeken een stek op waar ze de wind in de rug hebben. Als het enigszins mogelijk is, vis ik liever tegen de wind in - tot windkracht 4/5. In het voorjaar is het oppervlaktewater warmer dan de diepere waterlagen. Bij aanlandige wind (u vist tegen de wind in) wordt dit warmere water naar de kust toegeblazen. Bij aflandige wind wordt dit warmere water weggeblazen en is er een koude onderstroom.

Temperatuurverschillen van enkele graden is normaal. In het voorjaar zoekt de forel het warmere water op omdat daar meer voedsel voorhanden is. Er is een tweede voordeel; op plekken waar de wind op de kant staat zorgen de golven ervoor dat de forel ons minder makkelijk ziet en minder snel verjaagd wordt. De vis zit vaak vlak onder de kant.