Beginnen met vliegvissen (11)
Gemakkelijker werpen op snoek en snoekbaars
Natuurlijk kun je drijvende streamers ook gebruiken voor de visserij op snoekbaars.
Een streamer met, bijvoorbeeld, een Muddler-kop van hertenhaar gebonden, loopt minder snel vast tussen in het water liggende stenen of andere obstakels. Daarnaast heeft zo'n streamer het voordeel meer op te vallen, in de schemer en in het donker geeft zo'n dikke kop waarschijnlijk toch voldoende trillingen, onder water, om door snoekbaars opgemerkt te worden.
Zinkende lijnen zijn, bij hetzelfde lijngewicht, doorgaans dunner dan drijvende vliegenlijnen. Wat weer betekent dat ze eenvoudiger te werpen zijn, ze snijden beter door de wind en door de dunnere volglijn liggen ook grotere afstanden binnen bereik. Vissen we wadend dan moet wel steeds van een lijnmandje gebruik gemaakt worden.
Voor het vissen in de polder voldoet overigens een sinktiplijn in vrijwel alle gevallen, kies er een met een normaal tot snelzinkend gedeelte. Voor de brede, diepe weteringen en het grote water komen we dan op geheel zinkende lijnen, dan wel de Teeny Nymph Line T-300 en T-200 en/of daarmee vergelijkbare, snelzinkende schietkoplijnen.
Leaders houden we kort, tussen een en anderhalve meter, anders gaat de streamer te hoog door het water, wil misschien zelfs helemaal niet meer zinken. Puntdiktes voor de visserij op snoekbaars liggen tussen de 18 en 22/00ste, voor de snoek zou ik niet dunner dan 35/00ste gaan.
Op een mistige dag is de snoek vaak nauwelijks actief. Het is zaak te zoeken naar een kleurcombinatie die ze nog wel aan willen vangen.
Zoals al geschreven gebruiken we hertenhaar voor het creëren van drijvende streamers, in het geval van snoekstreamers mag de hertenharen kop gerust 1/4 gedeelte van de haaksteel beslaan. De haak is al niet al te licht, daar komt het gewicht van het spinstangetje of andere onderlijn nog bij, dat alles moet door het holle hertenhaar gecompenseerd worden.
Uit de forelvisserij kennen we de drijvende, zogenaamde Booby-nimfen, hetzelfde foammateriaal kan ook ingezet worden voor ons doel. De Booby Nobbler, al een bestaand patroon voor gebruik op forelreservoirs, kan zo ook voor onze visserij op snoekbaars ingezet worden.
Larry Dahlberg viste zijn Megadiver, in de spectaculaire videofilm 'Flyfishing for Northern Pike', nog aan de drijvende lijn, waarmee hij wel de aanzet gaf tot vele vergelijkbare experimenten in Nederland.
Wit en geel zijn goede kleuren voor de snoekbaars, deze werd vlak voor de gesloten tijd in een polderwetering gevangen.
De visserij met zinkende lijnen en drijvende streamers is daar de een aantal jaren terug uit voortgekomen. Een visserij, misschien visueel wat minder aantrekkelijk dan die met de drijvende lijn, maar vaak wel succesvoller.
Snoeken pakken in de polder overigens nogal eens de streamer wanneer deze nog op het wateroppervlak drijft. Dit heb ik echter nimmer als een nadeel gezien...