Altijd in beweging…
Door: Kay Stolk & Mark Jaaltink
Karpervissen in het land van Maas en Waal is een verhaal zonder einde. Naast de rivieren Maas en Waal die dit gebied omzomen, vind je er enorm veel plassen, kanalen, strangen, wielen en putten. Kay Stolk en Mark Jaaltink wonen in dit gebied en zijn tot op het bot gemotiveerd om in het prachtige rivierengebied de karpers op het spoor te komen. En met succes!
Voor ons is het nooit lang zoeken naar een veelbelovend viswater. We hebben geen stafkaarten nodig en geen Google Earth. Binnen enkele kilometer rondom ons huis liggen er strangen (oude rivierarmen), wielen (na dijkdoorbraken achtergebleven wateren), zandafgravingen, kanalen en meer dan vijftig kleine putten. In dit rivierengebied zijn de Maas en de Waal de krachtpatsers. De Waal wordt ook wel de snelstromer van Nederland genoemd.
De Waal is de meest zuidelijke uitloop van de Rijn (de andere is de enkele kilometers noordelijker gelegen Lek). Beide rivieren worden via de hoofdstroom van de Rijn gevoed door smeltwaterwater uit de Alphen. De Maas is vooral een regenrivier.
Wij vinden deze rivieren juist zo interessant omdat de waterstand er met de dag kan veranderen, waardoor de watertemperatuur, de kleur van het water en het natuurlijke voedselaanbod telkens anders zijn.In het voorjaar stijgt het water door smeltwater -of door regenval. Als het water stijgt door regen, is de watertemperatuur hoger dan die van smeltwater.
Dit kan wel 3 tot 5 °C schelen. De Maas stroomt de laatste jaren minder vaak en ook minder hevig dan ‘vroegûh’. Vele stuwen zorgen ervoor dat het waterpeil tot op de centimeter nauwkeurig wordt gestuurd. Minder stroming betekent helderder water.
Vissen veranderen hun aasgedrag, waardoor er op deze rivier vooral vroeg in de ochtend of in de nacht ‘goed’ wordt gevangen. De Waal en de eveneens uit de Rijn voortkomende , maar vervolgens wat noordelijk naar het IJsselmeer afbuigende IJssel stromen altijd, ook in de zomer. Aanverwante plassen en strangen zijn hierdoor ook altijd in beweging… en juist dat geniet onze voorkeur.
Strangen en wielen
Naast de hoofdstromen van de rivieren zelf, danken allerlei andersoortige wateren hun oorsprong ook aan die rivieren.Een strang bijvoorbeeld is een nevengeul van een rivier binnen een uiterwaard. Ze komen voor langs de Waal, Rijn en Maas.
Ze spelen een gunstige rol voor het waterbergend vermogen bij hoog water. Het zijn veelal half-dichtgeslibde restanten van voormalige lopen van de rivieren binnen het gebied van de uiterwaarden. Hoewel de meeste strangen in de Middel-eeuwen hoofdgeulen waren, zijn ze vaak vrij ondiep.Langs rivieren zijn wielen de overblijfsels van dijkdoorbraken.
Door het rondkolkende water zijn diepe gaten ontstaan, die nu nog herkenbaar zijn als vaak kleine, diepe putten. Bij het doorbreken was de kracht van het water vaak zo groot, dat de dijk niet meer te dichten was. Om de kolk werd dan een nieuw stuk dijk gebouwd.
Migreren
In de loop der jaren zijn wij er achter gekomen, dat wanneer het water stijgt door regen, de vangsten aanzienlijk beter waren. Dit hebben we ook het afgelopen voorjaar meegemaakt, toen we visten in een van de vele strangen. Deze voormalige rivierarmen staan bij ons in de buurt bekend als moeilijke bevisbare wateren.
Met ‘moeilijk’ bedoelen we niet dat je er bijna niet kunt vissen, maar dat het vangen van een karper daar nog niet zo vanzelfsprekend is. In het midden van de betreffende strang ligt een ondiep plateau en links en rechts daarvan is het een paar meter dieper. In deze periode steeg het water van de Waal ongeveer 70 cm, met als gevolg dat het water van de strang mee omhoog kwam.
Omdat het water steeg, konden we hier gaan vissen, want het ‘normale’ peil is te laag… Een bijkomend voordeel was ook dat het al vier dagen warm weer was, waardoor het relatief ondiepe water sneller opwarmt. Voor karper ideale omstandigheden om van het diepe naar het ondiepere en dus lekker opgewarmde gedeelte trekken.
Weinig, maar… vaak!
Onze voerstrategie luidt heel eenvoudig: weinig, maar… vaak! Aangezien we regelmatig de tiendaagse weersvoorspellingen bekijken, besloten we om zes dagen voorafgaande aan de sessie al te gaan voorvoeren. We voeren dan dus weinig, maar het liefst zo vaak mogelijk en op verschillende momenten van de dag.
Dit kost wat extra tijd, maar volgens ons is dit een goede aanpak. Nog vóór Kay ’s ochtends naar school gaat, voert hij telkens 250 gram boilies. Daarna is Mark aan de beurt, die dagelijks op een willekeurig tijdstip, maar voor 18.00 uur nogmaals 250 gram voert. Hoe meer variatie in tijd, des te beter. De boilies worden met behulp van een werppijp over een strook van ongeveer 80 x 1 meter langs de oever geworpen.
Je krijgt dan dus een lange, smalle voerstrook die naar ons idee meer vissen aantrekt, vooral in de periode wanneer karpers van de ene naar de andere kant willen migreren. De lange voerstrook zal ze spelenderwijs lang bezighouden–en zeker wanneer er dan ook nog eens minimaal twee keer per dag wordt bijgevoerd.We gebruiken bij voorkeur verse boilies en het liefst verschillende diameters in dezelfde smaak en kleur.
Hoewel het geen zwaar bevist water is, denken we dat het toch beter is om verschillende diameters te gebruiken, zodat de vis minder argwaan krijgt. We geloven niet echt in een bepaalde kleur of smaak, als de bollen maar vers zijn.
Succesvolle sessie
Om maar meteen maar met de deur in huis te vallen: we vingen het afgelopen voorjaar in één goed voorbereide sessie 13 vissen. Een puik resultaat, waar we super blij mee waren. Elke vis is mooi en we zijn echt geen ‘bounty hunters’ (we hoeven niet persé grote vissen te vangen), maar er zijn altijd vissen die je, om wat voor reden dan ook, langer bij blijven…Eenmaal aangekomen aan het water zaten daar al twee karpervissers.
Die mannen zaten op het diepe gedeelte en we waren natuurlijk benieuwd of ze al wat hadden gevangen. Eventjes buurten en informeren dus. “Nee, nada. Wie weet vanavond of morgenochtend!” was het antwoord. Na een half uurtje bla bla werd het tijd om onze spulletjes op te zetten. Kay zorgde voor de hengels, want die kan nooit wachten! Binnen een uur hadden we de lijnen zorgvuldig uitgevaren.
We doen dit overigens met behulp van een rubber bootje van 5 euro (Blokker sale), waarvan we er dan wel zo’n tien per jaar verslijten! Klein maar fijn en… af en toe lek! Maar dat mag de pret niet drukken; gewoon op de buik erin en met de handen ‘roeien’, dat gaat perfect. We zagen in eerste instantie geen bellen, kringen of andere aanwijzingen die konden duiden op grazend wild.
Nou zegt dit helemaal niets, maar het is altijd spannend. Zeker als het water maar een metertje diep is, zie je natuurlijk eerder activiteiten dan wanneer het dieper is. Het is altijd weer een ongelooflijk spectaculair gezicht om 30 ponders op een metertje water te zien grazen. Die vissen zijn soms 40 tot soms wel 55 centimeter hoog en als ze gretig azen, dan zie je dat het oppervlakte breekt door een staart die heen en weer zwaait. Deze keer echter niet…
Rond tien voor zes kregen we de eerste fluiter. Een kort sprintje en Kay stond binnen no time met een ronde hengel. Nu was het oppassen geblazen in verband met de vrijwel altijd aanwezige obstakels, maar deze karper was zo snel dat we met onze rubbercraft het water op moesten. Met beleid ving Kay vervolgens tocht echter zijn eerste karper van de sessie, een prachtige vis. Het leek wel een monument! Wat een architectuur. Snel een paar foto’s geschoten en de vis kon weer terug.
De kop was eraf en het vertrouwen was gegroeid. We keken elkaar aan en voordat we een woord konden zeggen… Fluiter again! In een flits had Kay weer de hengel zo rond als een hoepel. Ook deze vis had de gang er van meet af aan goed in zitten. Maar… na een paar minuten geen beweging meer! Snel de rubbercraft weer te water en toen zagen we waar het euvel zat.
De lijn zat achter een mat, maar door de top recht naar onderen te brengen kwam de vis los. Enkele minuten later kon Mark een echte rivierkarper scheppen. Dit was een heel verschil met de eerste vis, die waarschijnlijk niet is opgegroeid in de snelstromende rivier zelf. Nadat we ook deze vis hadden teruggezet, kwamen de vissers die op het diepe zaten naar ons toe gelopen.
Ze vroegen zich af waarom wij ze wél vingen. Tijdens een bakkie thee vertelden ze dat ze vorig jaar zeer regelmatig op dit water hadden gevist, maar uiteindelijk slechts enkele karpers hadden gevangen. Ze waren dus erg verbaasd dat wij ze nu wel vingen… De heren waren nog niet weg en of de duvel ermee speelde: weer een run! Nou ja run, enkele piepjes. Ook deze vis (lees lijn) kwam vast te zitten, maar Mark kon uiteindelijk de vis zonder problemen scheppen. Wederom een fraaie vis, de derde van de 13.
Gebruikte boilies en rigs:
Voeren: knoflookboilies; 30% 15 mm en 70% 20 mm
2 x Banana rig, voorzien van tutti fruttie boilies
2 x Line Aligner rig, voorzien van Snow man
Front-end: één meter leadcore
Onrustige nacht…
Na de derde vis werd het rustig; het kan natuurlijk ook niet altijd kermis zijn! Uiteindelijk vielen we in slaap en voor ons gevoel duurde dat een aantal uren. Maar achteraf bleek dat we al na drie kwartier de vierde beet kregen. Ook al is de tent nog zo groot, wanneer je een run krijgt heb je nooit ruimte genoeg. Mark was als eerste uit de tent en stond vrolijk in z’n shortie de vierde vis te drillen.
Gelukkig konden we deze vis zonder ergens aan vast te raken scheppen. Snel een paar platen schieten, rig uploaden en weer pitten. Ja en dat pitten gaat dan niet en dus is het weer kletsen geblazen. Natuurlijk was de laatste vis onderwerp van gesprek. Het was volgens ons wederom een vis die zijn of haar jeugd op de Waal heeft doorgebracht. Een blanke vis dus! Die nacht hebben we nog vier vissen gevangen en rond een uurtje of half vijf was het over. We hebben uiteindelijk nog een paar uur kunnen pitten.
Het einde nadert…
Mark lag nog vrolijk te dromen en Kay was bezig aan ochtendgymnastiek, toen zich om klokslag 07.00 uur opnieuw een karper meldde. Mattie Mark kwam net op tijd de tent uitgerold om de vis te kunnen scheppen. Die bleek nog geen 20 pond te wegen, maar het was wel weer een mooi exemplaar. Daarna aankleden en even een kwaliteitscontrole uitvoeren: boilie check… Tot onze verbazing waren alle boilies aangevreten, waarschijnlijk door de overvloedig aanwezige rivierkreeftjes.
Opnieuw beazen en snel weer uitvaren. Daarna eindelijk even tijd om rustig te ontbijten, tenminste, dat dachten we! Want het 2e eitje was nog niet klaar en weer een streep! De lijn kwam nu echter helaas al vrij snel vast te zitten aan een van de takken aan de overkant. Snel de rubbercraft te water gelaten om lijnbreuk te voorkomen.Het lukte Mark vrij snel om de lijn achter de overhangende tak weg te halen.
Wat dat betreft is die Technium lijn die we gebruiken echt super! Deze vis werd vanuit de boot geschept; een mooi spiegeltje.Na deze karper wisten we er uiteindelijk nog enkele te vangen en kwamen we samen op dertien stuks uit. Voor de één een ongeluksgetal en voor ons een mooie herinnering.
De moraal van dit verhaal?
Wanneer je op de juiste tijd op de juiste plaats bent, dan ben je al een heel eind. Verder gewoon simpel vissen en vertrouwen hebben. We zijn echt geen cracks, maar we vangen wel ons visje. Telkens weer is de stekkeuze naar ons idee bepalend. En: strangen zijn er voldoende… houd dus die waterstand in de gaten!
Deze bijdrage van Kay en Mark
en nog vele andere zeer
lezenswaardige, praktische en
verhalende artikelen vindt u terug in
uitgave no.67 van Dé Karperwereld.
Dit opnieuw 100 pagina tellende
magazine mag u rond 14 juli a.s.
verwachten.
Voor meer informatie, o.a. over aantrekkelijke abonnementen en aanbiedingen, zie www.hengelsporthuis.com