Ik had het gezien kort voor ons vertrek. “Het” was de reclame waarmee Spro een nieuwe shad aankondigde.
Zijn naam viel me onmiddellijk op: “The Boss”. De reden waarom is niet ver te zoeken. Mijn eigen achternaam wordt op zijn West-Vlaams, ongeveer net op dezelfde manier uitgesproken als die Engelstalige shad naam, fonetisch namelijk: “DEBOAS”.
Met zijn grote ogen was het uitzicht de shad alvast opvallend, dus klikte ik door naar het aangeboden filmpje. De sterk flankende actie, hij rolt telkens bijna helemaal over, trok me gelijk over de streep. Daar iedereen van de Ierland-groep elk jaar wel weer af komt met een nieuw geheim wapen, en ik dat nog niet had, zou dit het hem worden.
Ik had geluk. In de eerst bezochte hengelsportzaak lag hij al in de rekken. Volgens de reclame is hij heel snoekbestendig, maar reclame slogans beloven vaak veel; dus schafte ik me een paar Boss’en aan. Zo had ik gelijk ook verschillende kleuren tot mijn beschikking. Ik voorzag ze direct van diverse gewichten aan loodkoppen. Zo kon ik snel inspelen op de noden ter plaatse.
De geheime wapens voor Ierland 2018
Ik koos dit jaar erg bewust voor alleen een enkele haak. Enkel op de wat grotere versie monteerde ik een extra dreg. Normaal ben ik in Ierland niet zo een shad-visser. Vaak komen ze daar niet eens uit de doos. Dat heeft zo zijn redenen. Normaal monteren wij twee dreggen, en dat gooit bij verre worpen heel erg graag in elkaar, of grijpt de onderlijn.
Om dan weer regelmatig van 40m ver een hoop silicone door het oppervlak te racen, waarvan bovendien de haken meestal weer eens zijn losgekomen, heb ik geen zin. De stek is dan vaak verpest, en zeker bij veel wind gebeurt dit vernestelen me te vaak.
Bovendien is een tweede, los rondslingerende dreg gevaarlijk voor belly-luchtbanden en toegrijpende handen. Ik zou wel zien als ik te veel missers kreeg met die enkele haken. Bij het monteren op de loodkop bleek de aanduiding op de shadrug heel erg handig.
Handige aanduidingen
Die geeft aan waar de haakbocht moet uitkomen, afhankelijk van de gebruikte haakmaat. Beginnende kunstaasvissers zullen hier zeker baat bij hebben.De auto is nog steeds stevig bevroren als we er naar toe stappen.
Dat belooft een koude en misschien weer trage start. Het vraagt een half uurtje rijden voor we aan het meer zijn. De gaspeldoorns die normaal de heuvels in gele gloed zetten, bloeien nu bijna nog niet. We zijn, volgens de natuurlijke kalender bekeken, inderdaad een paar weken te vroeg dit jaar.
Gelukkig levert het water een doorzicht van zo’n 80cm, dat stemt ons gunstig. We liggen er nog niet lang op, als ik voor de mop roep, dat ik er één aan heb. Twee hoofden kijken verrast op vanwege de snelle start; ik grinnik. Als ik dan kort nadien er echt één haak, volgt bijna geen reactie op mijn juichkreet.
De bandit bezorgt me de eerste
Dan is het de beurt aan mijn kompanen. In korte tijd vangen zij op diepte mooie vissen op de shad. Een tijdje twijfel ik, schakel ik ook over? Een knalharde beet op de lepel laat me nog een tijd verder mijn ding doen. De derde ligt blijkbaar ook niet ver af.
Daarna zwemt op telkens zowat 100 meter een nieuwe aanvaller. Het gaat dus goed. Aan de korte kant valt de wind weg. Enige tijd later schakel ik over op de Sensy Touch, zoals beschreven in Irisch (de)light 2. Ik kan meerdere keren genieten van deze hoepelronde hengel. Ik krijg daar moeilijk genoeg van.
Joepla, weer helemaal rond
Na het kruisen met Kurt, vermoed ik dat zijn voorbije oeverzone en het stuk ervoor, door hem goed is uitgevist. Daarom schuif ik achteruit en ga de diepte uitvissen. Het gaat daar tot een 6 m, dus een achttien grams loodkop met de redhead Boss moet de klus gaan klaren.
Erg lang hoef ik niet te wachten op succes. Een stevige bonk op de top geeft door dat een rover mijn wit gestreepte er lekker uitzien vond. De shad is helemaal in de bek verdwenen. Het is voorlopig mijn grootste vis van de trip tot nu toe.
Helemaal in de bek verdwenen
Het is niet de enige bewoner van de diepte. Binnen de 20 minuten pluk ik nog twee kleinere exemplaren. Al was de beuk bij de laatste niet te missen, dit keer was de dreg blijkbaar wel nodig. Het zou één van de weinige keren zijn dat niet de enkele haak, maar de dreg zich heeft vast gegrepen.
Eén van de weinige ‘dreg gehaakten’
Regelmatig blijf ik nu vangen uit de diepte. Een stuk verder weet ik ongeveer een onderwaterheuvel liggen. Met een lichtere loodkop zoek ik die op. Aan die lichtere kop zit een kleinere firetiger-kleurige Boss-shad gemonteerd. Even kijken als ze ook die lusten.
Deze kleur vangt dus ook.
Er groeit blijkbaar wat groen op dat heuveltje. Een extra kans dat er ook een groenjas bij ligt. Een ferme ruk aan de hengel bewijst dat die groenjas ook honger heeft. Dit kleur vangt dus ook, wat eigenlijk niet erg verwonderlijk van een firetiger.
Toch vangt de Aruku ook weer
Ik begin dit shadvissen steeds leuker te vinden. Nog geen enkele keer gooide ik het zootje in de war, en zo goed als geen enkele aanbeet wordt gemist. Weinig kans dat ik nog naar dubbele dreg-montage zal overstappen op een Ierse trip, en ondertussen is “The Boss” echt een plaats aan het innemen tussen de ‘believers’. Toch schakel ik op een plaats over naar de Aruku.
Op deze stek doet deze rammelaar het namelijk altijd. Het is ook dit keer niet anders; al zijn behoorlijk wat worpen van doen om deze stelling alsnog te bewijzen.
Met dit koude water moeten ze blijkbaar wat meer getriggerd worden, maar als ze dan komen, dan komen ze echt wel hard. Zo goed als allemaal slaan ze toe op een moment dat ik de bait wat laat zakken. Heerlijk die snok die dan fel door komt.
Mijn teller loopt ondertussen steeds maar door, ik zit pal tegen de 20 stuks aan. Als de wind weer wat afneemt, en ik een ondieper deel nader, grijp ik weer even naar de lichte hengel. Het Lovec banaantje wordt op een paar plaatsen gearresteerd. Gezonde snoeken moeten blijkbaar ook regelmatig fruit eten.
Snoeken moeten blijkbaar ook regelmatig fruit eten
Toch trekt me al gauw de diepte weer. Mijn vertrouwen in de wit-gestreepte is ondertussen groot, en dit vertrouwen wordt niet beschaamd. Terwijl ik aan het drillen ben, bedenk ik weer dat ik nog zo goed als geen vis miste of loste. Net als ik dat denk, veert mijn hengel recht. Potvolkoffie, ik had daar beter niet aan gedacht.
De kans dat die vis nog terug komt is klein, dus schuif ik traag op. Op een diep stuk haper ik aan “iets” na een paar slingerdraaien. Hm, zo diep kan daar toch geen groen meer staan; een boomstronk misschien? Dus versnel ik een beetje om hoger te komen. Weer een mini-tikje, waardoor ik opnieuw wat sneller ga draaien; want ik wil mijn prima shad nu echt niet aan “iets” op de bodem parkeren.
Weer een hapering doet me nog sneller draaien, maar toch komt nog een mini-tik. Terwijl ik nog versnel, ben ik al lang zeker dat dit vis moet zijn, als plots de hengel begint te dansen. Hé, hij hangt al?!? Voor alle zekerheid sla ik toch maar nog eens na. De dreg zit netjes voorin de bek van diegene die net tikkertje speelde.
Gewonnen bij het tikkertje spelen
Frederiek ligt ondertussen al nabij de afmeerplaats. Hij ving al een tijdje niets meer, maar kan er op die plek dan toch nog een paar haken. Hij eindigt zo met 15 stuks. Kurt ligt er ook niet ver meer van af, zijn teller viel stil op 14. Veel kans dat ze willen verkassen. Hmm, voor mij zou dat niet echt nodig zijn, maar ik begrijp het wel.
Op de terugweg kan ik misschien toch nog dat makreelkleur proberen. Ik moet toch over een ondiepere vlakte, en die lichte loodkop op die makreelversie zal hier wel passen. Niettegenstaande de wind deze kant al behoorlijk heeft vertroebeld, weten een paar middelgrote snoeken dit donkere kleur toch nog wel te lokaliseren.
Snoek vind makreel lekker
Op het laatste, nog troebeler stuk hang ik er toch maar de tandemspinner aan. Die maakt nog meer turbulentie, en zijn fluo-gele kleur valt zeker meer op. Vanwege het koplood moet ik mijn hengeltop wel hoog houden. Op de plaats waar mijn kameraden net het water verlieten, vang ik mijn brochet d’adieu van de plas. De teller staat nu op 28 stuks. Niemand in mijn bellyboat is ontevreden
Nummer achtentwintig
Debaes Bart