TotalFishing

‘Alive Reje’ (vliegen voor de zeeforel - deel 1)

Tekst: Bas van Dam, fotografie: Claus Eriksen

Voorpret en een degelijke voorbereiding vormen de basis voor mijn vistrips; vliegendoos aanvullen, materiaal op orde brengen en bedenken hoe ik het dit jaar ga doen (en wat daarvan de resultaten zouden kunnen zijn). Ieder voorjaar begint mijn seizoen met een trip naar Funen en ik ben, geloof ik, niet de enige die daar dan naartoe gaat. Op zeeforelvissen is één, succesvol op zeeforel vissen is twee.

Nog even en we kunnen er weer onze harten ophalen. Op jacht naar de zeeforel in het prachtige Denemarken.

U kent de volgende uitspraak waarschijnlijk wel; 10 % van de vissers vangt 90 % van de vis. Voor de kustvisserij op zeeforel gaat deze uitspraak misschien wel op. Te vaak hoor ik verhalen over magere vangstresultaten. Velen van u vangen maar een paar forelletjes. Het gebrek aan geluk wordt als excuus aangevoerd. In de komende zes weken beschrijf ik een aantal vliegen en geef ik een hand vol tips waarmee u het geluk kunt afdwingen.

ALIVE REJE

Haak: Partridge Aberdeen Saltwater, no. 2, 4 of 6
Binddraad: uni 8/0
Verzwaring: dun looddraad, 10-15 wikkelingen
Staartje: gekleurde mallard
Ogen: nylon shrimp eyes
Flash hackle: polar chenille
Veer hackle: (gekleurde) soft hackle, grizzle

Ik bind deze vlieg in verschillende kleuren; wit, grijs, light olive, oranje, enz. Ook heb ik er een aantal gebonden met een feloranje of felroze fronthackle. De Alive Reje is al jaren mijn basispatroon.

Alive Reje in het wit…

... bruin…

... of oranje.

Tip 1: Stekkeus

Mijn stekkeus wordt vooral bepaald door de wind en de watertemperatuur. Zodra de eerste voorjaarszon het ondiepe water in de fjorden verwarmt tot zo’n 4 tot 6˚C, dan komt het leven weer op gang. Zagers beginnen aan hun liefdesspel, garnalen zie je volop, stekelbaarsjes zweven boven het wier en de zeeforel kan zich volvreten met al dit lekkers.

In April begint het diepere water ook op te warmen en zal de vis zich verspreiden. Ik vis in het voorjaar graag op stekken waar diep water en ondieptes dicht bij elkaar liggen. Om deze reden vis ik ook veel meer aan de westkant van Funen, waar veel landtongen en fjorden zijn.

Op dit soort stekken zijn vaak watertemperatuurverschillen te vinden. Dan weet je dat ergens het water de ideale temperatuur heeft voor de forel. De rol van de wind op de watertemperatuur en het type bodem op de verschillende stekken beschrijf ik in één van de komende weken.

Tip 2: De leader

Simpel doen! Gewoon een 9 of 12 ft. getrokken leaderpunt 26/00 (0X) met daaraan een tip van ongeveer een meter 24/00 fluorocarbon. Ik vis met relatief lange leaders. Om ervoor te zorgen dat deze goed overslaan vis ik met verzwaarde vliegen. De vlieg bind ik met een lusknoop (simplified rapala knot) aan de tip. Ik heb ook lange tijd, en met veel plezier, poly-leaders gebruikt (type Hoover of Slow Intermediate).

Tot volgende week! Bas van Dam

Heb je vragen? Dan kun je deze mailen naar: info@looptackle.nl