Al slepend op zoek naar grote snoeken
Door Jeff Verstraelen
Al een tijdje zoeken ik met mijn vismaat Filip Verlinden minstens een keer per week al slepend de Maasplassen af.
Echter de laatste weekenden zijn zeer taai. Een geluk dat er zoiets bestaat als een elektromotor want als ik zou moeten roeien als vroeger, dan zouden mijn handen er nu wel als karton uit kunnen zien.
De montage
Voor het slepen gebruik ik meestal een Prowla Troll Grip Float. Deze zijn perfect naar mijn mening, want door het gebogen buisje in de dobber kan de lijn niet verschuiven tijdens het slepen.
De diepte wordt uiteraard gezet door middel van een stuitje, te koop maar ook zelf te maken. Zo kan men op eender welke diepte vissen daar het stuitje gewoon mee door de ogen kan worden gedraaid.
Ik neem deze dobber steeds van 30 of 40 gram, maximaal uitgelood zodat bij de geringste aanbeet de dobber mee naar de diepte wordt genomen.
Het belangrijkste mogen we dan zeker niet vergeten en dat is onder het laatste eindje, de onderlijn. Hiervoor gebruik ik steeds een onderlijn die eigenlijk voor de meerval gemaakt was, een 80lbs.
Nu dit lijkt wel een dikke lijn, maar als je weet dat een snoekdame met haar scherpe tanden zonder enig probleem al menig lijn aan diggelen heeft geslagen, is dit voor mezelf een goede oplossing. Dit is geen staalkabel en is nog te knopen ook. Als haak gebruik ik dan onder een maatje 2 en vooraan een maatje 4.
De praktijk
Als we starten, zetten we nooit al onze hengels op de zelfde dieptes. Dit zou een beetje eentonig zijn. Daarom als we de kant uitvaren, zeker nu de snoeken toch meer de ondiepe kanten gaan opzoeken daar de paaitijd er aan zit te komen, starten we met enkele hengels op 2 tot 2.5 meter en de andere op een meter of vier .
Deze slepen we dan zachtjes aan tegen de wind in op een meter of 15 achter de boot aan. En de andere hengels op een metertje of 10.
Uiteraard, als me merken dat de ene diepte meer vis op levert dan de andere, tja dan zouden we dom zijn als we de andere hengels ook niet naar deze diepte brengen om onze aasvissen aan te bieden, gewoonweg omdat daar al enkele snoeken hun locatie hebben vrijgegeven.
Voor het slepen op snoek met aasvissen kies ik meestal aasvissen die nog net dood zijn daar ze dan het beste aan de haak blijven. Het liefst en het beste is dat de aasvis zo vers mogelijk is, daar ik er in geloof dat de snoek toch wel kieskeurig is. Een bevroren voorn heeft toch bij mij al dikwijls het onderspit moeten delven tegen over de pas overleden voorn.

Deze 32 ponds vis kon de aangeboden aasvis niet links laten liggen.
Ik geloof er niet in dat die ene snoek zomaar ligt te wachten op mijn aangeboden aasvis, en daarom sleep ik liever actief deze stekken af, of dacht je soms dat de snoek schouder aan schouder ligt te wachten zoals dit bij baars wel het geval is?
Neen ik niet, dan kies ik voor het bovenste. En als je dan met zorg deze stekken meermaals per dag aandoet, zal je er versteld van staan dat er soms toch meerdere exemplaren van de zelfde stek te voorschijn komen.
Tijdens het slepen zal er vast en zeker een bepaald patroon naar voren komen. Je zal zien dat sommige plaatsen nooit een aanbeet opleveren, en dat andere stekken vrijwel steeds vis op leveren, en dan ook nog met zekerheid echte joekels. Mits je deze stekken niet overbevist, weet je zeker dat hier de grotere moeders huizen en je ze met regelmaat kunt verwachten.
Je hebt natuurlijk na enige tijd behoorlijk wat inzicht van je water gekregen. Vergeet echter de oeverzones niet want ook daar zal je ooit ongetwijfeld dikke dames tegen komen. En geloof me, ik zelf sta er soms van versteld dat ik op amper een meter water al behoorlijk wat meterdames heb kunnen wegtrekken.
Vergeet zeker ook niet de stekken waar er waterplanten aan het uitkomen zijn, of waterpestbedden. Dit zijn de ideale plaatsen waar de Esox zich prima kan verschuilen tot er een aasvis overheen komt en dan tot de aanval kan overgaan.
De hengel en de lijn en de molen
Ik gebruik een spinhengel van 30 tot 50 gram. Deze heb ik het liefst met een goede medium actie. Een lengte van 2.40 tot max 3.0 meter, want zo kan je makkelijk, als je met 2 man in je boot vist, toch de twee kortere hengels dicht tegen de boot vissen en met de langere hengels verder het aas aanbieden.
Wat de lijnen betreft zijn alle Dyneema lijnen goed. Toch gebruik ik een 25/00mm hoofdlijn ook omdat hier geen rek in zit en omdat je soms tegen de opkomende waterplanten moet kunnen trekken. Lichter zou ik nooit gaan en voor de aanbeten maakt het niet uit.
Wat de molens betreft gebruik ik meestal een molen met een Baitrunner systeem. Dit ook wel voor mijn eigen gemak, want als je een keertje niet zo scherp bent, hoor je toch mooi de ratel van de baitrunner. Formaat 2000 of maximaal 3000 is voldoende voor deze visserij.
Enkele tips
Iets wat je nooit mag doen indien je met dit systeem vist, is een tijdje wachten alvorens aan te slaan.
Meestal neemt de snoek de vis overdwars en moet hem dan nog draaien om te slikken. Nadat je de dobber naar de diepte ziet schuiven kan je meteen slaan. Dit is om slikken te voorkomen. Als je te lang wacht is de mogelijkheid daar steeds dat de snoek je voorntje teruggeeft maar dan wel een flarden getrokken. Dus meteen slaan is de boodschap.
Dril ook een grote snoek goed uit. Met andere woorden, het is al vaak gebeurd, ook bij mijn maatje Filip, dat een grote snoek gewoon mee komt gezwommen en pas dan als men denkt van “aha jij bent de mijne”, dan pas het venijn laat zien wat ze in zich heeft en dan als een gek uit het water springt. Als dan de slip niet goed is afgesteld…: Dag snoek en einde verhaal…
Ik gebruik graag stompe dobbers zoals reeds hierboven in het verhaal beschreven, maar waarom juist deze? Omdat slanke dobbers meestal kantelen tot zelfs plat gaan loggen. Dat heb je met deze dobbers van Greys helemaal niet. Prijzig zijn ze niet en ze hebben een geweldige levensduur.
En tot slot het formaat van de aasvis. Ik geef de voorkeur aan een formaat tussen de 18 en 20 centimeter. Groter? Ja natuurlijk dat kan ook, als je ziet hoe groot een bek van een snoek is kan er makkelijk een brasem in. De reden waarom ik niet groter ga is gewoonweg dat de inhakingskans kleiner wordt.

Zo beste rovers, ik hoop dat ik jullie toch weer aardig op pad heb geholpen om de dikke dames uit hun standplaats weg te kapen. Natuurlijk vang je niet alleen monsters, maar ongetwijfeld zal je op deze manier van vissen wel een BIG aan de haak slaan.
Tot de volgende keer en fijne visgroet van Pappie Berkley, Jeff Verstraelen.