Actief karpervissen (4)

Actief karpervissen (4)

door Dick Langhenkel

Haakbevestigingen
Alle haakbevestigingen berusten op het principe van de strop, en niet van de knoop! Zowel nylon als dyneema kan niet tegen knopen, als u dit goed onthoudt bespaart u uzelf al veel mislukking en ellende.


Hoe bevestigen wij nu een haak met een bledje?


Goede methode…

Ik ben rechts, dus neem ik de haak tussen duim en wijsvinger in mijn linkerhand. Voordat ik de haak ter hand neem, heb ik eerst de lijn dubbel in mijn rechterhand, tussen duim en wijsvinger gepakt. Ik leg nu die dubbele lijn op de buitenkant van de haaksteel en wikkel het
losse eind over twee lijnen, te beginnen bij het bledje in de richting van de haakbocht! Na vijf of zes wikkelingen gaat het losse eind door het ontstane oogje van de lijn. Ik trek nu het geheel licht aan, draai de wikkeling over de haaksteel één slag en wel zo, dat de hoofdlijn aan de binnenkant van het bledje zit. Nu trek ik het geheel vast! Dit is de goede manier die de trekkracht van de lijn niet ondermijnt.

Wat zien we echter in de praktijk? In plaats van over
twee lijnen in de richting van de haakbocht te wikkelen, wikkelt men over één lijn in tegengestelde richting naar het bledje, om dan vervolgens het losse eind over alle wikkelingen heen in het lusje te krijgen. Hierdoor ontstaat geen strop, maar een knoop! Door zo uw haak te bevestigen bent u bijvoorbaat dertig procent van de trekkracht van uw lijn kwijt. Met andere woorden waar ik die twintigponder nog weet te mannen, hebt u hem al lang en breed verspeeld!


Foute methode…

Vergelijk nog eens goed, figuur drie en vier en het zal u duidelijk zijn. Ook zult u dan ontdekken dat de tekening een bewuste fout bevat, wij gebruiken geen haken met een naar binnen gebogen oog of bledje!! Immers met een naar binnengebogen bledje is het onmogelijk om de hoofdlijn aan de binnenkant te plaatsen. Ook haken met een naar binnen gebogen oogje zijn voor onze visserij niet geschikt. Het is dan onmogelijk om de lijn van binnenuit door het oogje naar buiten te voeren om vervolgens de haak op boven omschreven manier aan de haaksteel te bevestigen.

Ter afronding van dit gedeelte over haken zal ik enkel typen noemen, die tijdloos zijn en onder alle omstandigheden hun waarde bewezen hebben. De Mustad Arendsklauwhaak in de dikdradige uitvoering, de Drennan Super Specialist, Gamakatsu LS - 1093B, VMC junior 9287, Jack Hilton Carp Hooks, Fox serie 1 en 2. De meest gangbare nummers zijn 4 en 6.


Karperpennen
De betere hengelsportzaak heeft gewoonlijk een leuke voorraad speciale karperpennen. Deze pennen onderscheiden zich van de witvis en brasempennen doordat ze wat steviger gemaakt zijn. De antenne is wat sterker, zodat ze niet gemakkelijk breken. Aan drie verschillende maten heeft u voldoende. De lengte van de pen heeft te maken met de waterdiepte, in een diep kanaal gebruiken we meestal een wat langere pen, dan in een ondiep polderslootje. In heel ondiep water gebruiken we helemaal geen pen, maar de bekende rood-witte baarsdrijvers. Daar boren we met een boortol gaatjes in, die we opvullen met stukjes van worstprikkers. Nu zijn ze gemakkelijk en snel aan de lijn te rijgen en weer vast te zetten. Ik heb van mijn grootvader, een doorgewinterde Amsterdamse karpervisser, al geleerd om te vissen met een combinatie van een drijvertje en een pen.


Combinatie van pen én drijvertje…

Ik monteer dan ook altijd eerst het drijvertje, dan de pen en houd daar tien tot vijftien centimeter, afstand tussen. Waarom doe ik dat? Het kan zijn dat de karper het aas de zachte bodem in drukt, u ziet dan de pen onder gaan, maar slaat mis! Een andere mogelijkheid is, dat de vis met zijn omvangrijke lijf tegen uw lijn drukt, u ziet uw pen ondergaan en slaat eveneens mis, of u haakt de vis onder in de buik. Ik vis visueel dan ook altijd op dat drijvertje. Dat die pen ondergaat zegt mij weinig, als het drijvertje in beweging komt, dan zet ik de haak! Niet slaan, maar de haak
zetten, dat doe je door de hengel in een vloeiende beweging krom te trekken op de vis. Slaan leidt bij zachte penhengels tot een soort zweepslag, die missers en/of lijnbreuk tot gevolg heeft.

Een karperpen kan op twee manieren gemonteerd en gevist worden, het gewone vaste systeem of het zogenaamde Engelse systeem. Bij het Engelse systeem wordt eerst een stuitje op de lijn gemonteerd, dan de pen alleen door het onderste oogje op de lijn geschoven. Bij het inleggen hangt nu de lijn op zijn kop aan het onderste oogje op het eerste loodje. De lijn loopt na het inleggen vrij door dit oogje en de pen gaat staan door het stuitje, op voorwaarde dat dit op de juiste diepte is afgesteld. Dit systeem wordt veel gebruikt bij leliebedden, wanneer een karper daar induikt volgt de pen gemakkelijk zonder te breken en als u de vis er uittrekt volgt de pen even gemakkelijk in omgekeerde richting. Dat komt omdat de pen maar aan een punt vastzit.


Wanneer de haak goed gemonteerd is geeft dat een rustig gevoel tijdens de dril…

Wanneer een pen aan de onderkant geen oogje heeft, of als dit oogje u niet aanstaat, dan is een pen adaptertje een handig trucje. U heeft daar voor nodig een stukje dikwandig siliconenslang dat door zijn diameter stroef op de onderkant van de pen schuift. In zo’n stukje van pakweg, een drie of vier centimeter, drukt u een klein warteltje, waarvan u het ene oogje laat uitsteken. Dit adaptertje monteert u op de lijn en u kunt elke pen monteren die u wilt. U kunt dus van pen verwisselen zonder het hele systeem te moeten demonteren.

Bij het vaste systeem monteren we op de antenne een stukje siliconenslang waarmee we de pen vastklemmen op de lijn. Bij de vaste pen montage ligt de lijn tussen topoog en pen op het water. Is die afstand te groot dan krijgen stroom en wind daar vat op en wordt de pen hinderlijk ondergetrokken. Hier biedt het Engelse systeem ook uitkomst. Na het inleggen steekt u uw hengeltop in het water en draait nu de lijn onder water. Wanneer de lijn blijft drijven, dan is deze te vet, u ontvet uw lijn door deze door een doekje met afwasmiddel te draaien.

Over lood kan ik kort zijn, het handigste is een verdeeldoos met verschillende maten loodhagels. Dat lood hoeft maar aan een voorwaarde te voldoen, het moet zo zacht zijn, dat u het met duim en wijsvinger vast knijpt op de lijn. Lang niet alle lood voldoet aan deze eis!
(
wordt vervolgd)