Weerspiegeling op het water (deel 4)

Weerspiegeling op het water (deel 4)

Afstand houden

Door Johan Caneel

Regelmatig ontmoet je andere vissers op en langs het water. En iedere keer is de ontmoeting weer anders. De ene keer verloopt het gezellig en ontspannen.

Een andere keer lijkt het wel alsof contact onmogelijk is: je wordt gewoon genegeerd of met de nek aangekeken. Er zijn ook van die situaties dat je blijkbaar binnendringt in andermans territorium en wat gebeurt er dan? En hoe is het als een ander te dicht bij jou komt?

In het dagelijkse leven is het feitelijk niet anders. Er zijn mensen die je aantrekken en er zijn mensen die je afstoten. Daartussen ligt een heel groot grijs gebied. Hetzelfde betreft de mensen die zich tot jou aangetrokken voelen. Hoe dicht mogen ze bij jou komen? 


Een korte groet of oprechte interesse maken het prettig en relaxed op en aan het water.

Een interessant verschijnsel eigenlijk, wanneer je er bewust bij stil staat en je op zoek gaat naar jouw eigen impulsen en reacties. Acceptatie en respect spelen hierbij in ieder geval een grote rol. Iemand  kan zich blijkbaar bedreigd  voelen. Hoewel totaal onbedoeld kan jouw aanwezigheid blijkbaar wel zo worden opgevat.

Een concreet voorbeeld deed zich één dezer dagen voor. Vanuit de boot langs de oever slepend,  zagen we iemand met de vaste stok vissen. We maakten een flinke bocht rond de stek, zodat de visser ongestoord door kon vissen. Echter………….. De man had een geheel ander idee over de juiste afstand, die wel meer dan 100 meter bedroeg.

Zo bleek ons toen hij zijn mond open trok. Het was in mijn beleving een verbale aanval en daar kan ik cynisch op reageren.  Het is alsof ik wordt uitgedaagd. Vragen of hij genoot van het vissen en het mooie weer  vielen niet in goede aarde. De boosheid nam toe! Ik moest maar naar de kant komen, dan kon ik een klap voor mijn kop krijgen.  In eerste instantie voer ik door, maar bedacht dat dit wellicht een  goed voorbeeld was voor deze weerspiegeling.


Soms zegt een non-verbaal gebaar voldoende!

Ik voer terug en pakte mijn fototoestel. Het werkte als een rode lap op een stier. De eenzijdige scheldpartij accelereerde op ongekende wijze. De steen die ik naar mijn kop kon krijgen moest zich onder in de wal bevinden. Struikelend over zijn eigen spullen, gleed hij het water in en begon onder water zijn projectiel  te zoeken. 

Het was echt een hele zotte vertoning. De gevonden steen werd in onze richting geworpen, maar trof geen doel. Daarop volgde in ons kielzog een achtervolging langs de oever van een razende en tierende man. Bij een collega die zich op zijn pad bevond, ging hij ten slotte zijn hart luchten. De foto’s die ik heb gemaakt heb ik bij nader inzien weggegooid. Dat kan ik hem echt niet aan doen.

Mijn les is toch weer dezelfde als zoveel andere keren:  “Negeren en je eigen weg vervolgen”. Maar het duiveltje in me vind het blijkbaar  fijn om anderen op de kast te jagen als ik me uitgedaagd voel.

Een andere keer, die nog op mijn netvlies staat, deed zich heel lang geleden voor. Met Lucien voer ik langs een schitterende oever. Er vond echter ook een wedstrijd plaats en waar die begint, houdt het voor ons dus op.

Tijdig hadden we de lijnen binnengedraaid en wilden wegdraaien van de oever. De visser op de kop van de wedstrijd had mogelijk weinig succes en had zich flink opgefokt. In aanwezigheid van zijn vrouw, die zich tot en met geneerde, stortte hij een tirade over ons uit. Alsof wij oorzaak waren van het feit dat hij niet ving. 

Ook deze keer kon ik me helaas niet inhouden. Mijn vragen of het een beetje lukte en of hij ook zo genoot van het mooie weer en de wedstrijd, deden hun werk. Rotzak die ik dan ben! Ik deed er nog een paar schepjes boven op en de man werd steeds bozer.


Veel “blond” maakt het nog aantrekkelijker op het water. Een respectabele afstand blijft van toepassing.

Misschien weet ik zo goed hoe dat werkt, omdat ik zelf het thema niet gehoord of gezien worden zo goed ken. De boze visser zal zich mogelijk zo gevoeld hebben. In ieder geval hebben wij onze weg vervolgd en hebben de gefrustreerde man aan zijn vrouw overgelaten.

Je hebt nu eenmaal van die vissers die niet voor rede vatbaar zijn en wat je ook doet, je doet het nooit goed. Karpervissers die verscholen achter struiken, hun lijnen hebben uit staan. Het liefst zo ver mogelijk weg. Jij bent je van geen kwaad bewust en pikt een lijn op. Oh jee………….

Of feedervissers, waarbij het altijd gissen is waar de lijnen liggen. Soms is het uitwisselen van de relevante informatie geen enkel probleem. Een andere keer wordt je geconfronteerd met boze blikken en in het slechtste geval pik je ongewild een lijn op.

Meestal kunnen de lijnen simpel worden ontward, maar helaas lukt dat niet altijd. Excuses is dan vanzelfsprekend. Veelal is er wederzijds begrip, maar ook hier kan het wel eens mis gaan. Of je ziet een paar vissers langs de oever en laat alle lijnen binnenhalen, terwijl je meer afstand neemt van de oever.

Met de intentie hen ongestoord te laten vissen en jouw activiteiten voort te zetten, wanneer je hen bent gepasseerd, vaar je rustig door. Dan ineens: Godver………. Wat is er in godsnaam aan de hand. Jawel hoor. Één van de mannen heeft zijn hengel schuin omhoog staan en deze lijn blijft hangen tegen de staart van de buitenboordmotor. Ik zeg helemaal niets, maar lift de motor, waarop de lijn weer vrij komt. We kijken de andere kant op en varen door.


Zoiets moois verstoor je toch niet.

Op een avond stap ik welgemoed mijn belly in. Heerlijk weer en heerlijk rustig een paar uurtjes een beetje werpen en verticalen. Wanneer het schemerig wordt, vaar ik terug en zie plotseling dat er karpervissers zijn neergestreken. De eerste reactie voorspelt niet veel goeds. Ik verstoor de stek van één van hen.

Deze  karperaar heeft blijkbaar veel gevoerd en is van mening dat dit zijn stek is!  Dat een bellyboat de karpers van hun stuk zal brengen, daar geloof ik niet in, omdat er altijd schepen, groot en klein, varen. Bovendien vang ik vissen rechtstreeks onder de belly op enkele meters water.

Maar goed, ik vraag waar de lijnen liggen en vaar er met een grote boog omheen. Nadat ik alles heb ingepakt, besluit ik de geïrriteerde visser op te zoeken. Na een “goed” gesprek keer ik huiswaarts. Enkele dagen later, het is nog steeds mooi weer, ga ik nog een keer.  Ik heb het water helemaal voor mij alleen.

Ook nu keer ik in de schemering terug en kom uit een andere hoek. Zodoende zie ik niet dat de betreffende fanaat ook is gearriveerd. Ineens schrik ik van een hevig gescheld en geknetter achter me. Het lukt me niet om contact te maken en de karperlijn wordt met grof geweld binnen gedraaid.

Even later landt een grote brok lood vlak naast mijn belly in het water. Ik ben heelhuids thuis gekomen en heb aangifte gedaan bij de politie. Daarbij heb ik opnamen van het voertuig van de betreffende visser bijgesloten. Dit was natuurlijk weer onvoldoende om de politie in beweging te krijgen. En dus loopt dit levensgevaarlijke sujet nog steeds rond. Opgepast dus!


Hoe dicht je bij elkaar mag komen hangt ook van de onderlinge bekendheid af.

Maar hoe doe ik het zelf als mensen te dicht bij mij komen? Terugkijkend op situaties waarin dit het geval was, maakte ik plaats. Ik heb gewoon geen zin in herrie. Mijn intentie is het om een ander de ruimte te bieden, er van uitgaande dat men dat naar mij toe ook doet.

Uit de voorbeelden is wel duidelijk dat de gewenste  afstand een zeer betrekkelijk en persoonlijk begrip is.  Wanneer ik vanuit de boot vis en anderen menen op mijn spiegel (omdat de boot geen bumper heeft) te moeten gaan varen, ben ik meestal zo vertrokken. 

Mijn idee is dat ieder zijn eigen stekken moet zoeken en een stek die al bezet is of een traject dat bevaren wordt met rust gelaten wordt, totdat deze vrij komt.  Dit is feitelijk in het dagelijkse leven niet anders, realiseer ik me nu.

In situaties waarin ik met onverteerbare  irritatie of  provocatie wordt geconfronteerd, zal ik doorgaans vertrekken. Ik houd nu eenmaal niet van geweld, noch verbaal, noch fysiek. Een normale discussie, daar ben ik niet vies van, zolang er wederzijds respect is voor andere visies of meningen.

Mijn conclusie is dat de juiste afstand een lastig begrip is. In ieder geval niet in meters uit te drukken. Het psychologische aspect is bij het sportvissen van veel grotere betekenis en daarmee niet anders dan in het dagelijkse leven.

Dus biedt een gemeenschappelijke interesse  geen zekerheid voor meer begrip. Dat de belangen tussen beroepsvissers en sportvissers botsen lijkt vind ik begrijpelijk. Dat de persoonlijke beleving bij sportvissers evenwel kan leiden tot onverkwikkelijke scheldpartijen en dreigementen, helpt niet om de gemeenschappelijke belangen te dienen.

Meer verdraagzaamheid wel. Ik zal in ieder geval proberen het cynische duiveltje in me onder controle te houden, wanneer ik opnieuw wordt uitgedaagd.
 

ANDEREN LAZEN OOK