Zeevissen in het land der Vikingen (Deel 2)  Op de platvis vanaf de kant

Zeevissen in het land der Vikingen (Deel 2) 

Op de platvis vanaf de kant 

Door Ron Smits

Het vissen op platvis is eigenlijk niet anders dan in Nederland vanaf het strand. Een strandhengel van 4 tot 5 meter, een onderlijntje met drie haken, 150 gram lood, pieren en/of zagers aan de haak en vissen maar. Maar het kan ook veel lichter.

Het verschil tussen eb en vloed in Denemarken is maximaal 50 centimeter. Stroming zal er als gevolg van eb en vloed niet veel staan. De meeste stroming ontstaat er door de wind die het water vaak door smalle doorgangen stuwt, zoals doorgangen tussen eilanden, maar ook door muien.

In die gevallen heeft u wel een geankerd loodje nodig, maar al veel minder in gewicht dan hier in Nederland. De platvis die u hier in Denemarken vangt is aanmerkelijk groter dan in Nederland, vooral de bot en schol kunnen het formaat van vliegdekschip hebben.

Daarom kies ik minimaal voor een haakje (Mustad) 2 of 1. Zelfs met een haak 2/0 heeft een bot, maar ook een schol geen enkel probleem. Waarom een Mustad haak? Deze heeft nog twee weerhaakjes op de steel waardoor het aas beter blijft zitten, bovendien zijn de haken zeer sterk. Heeft u de bot in Denemarken weleens gegeten? Deze is heerlijk en absoluut niet te vergelijken met de Nederlandse bot.


Met wat geluk kan je ook tong vangen (onderlijn met bezemafhouders).

Een hengel van een meter of vier, met een werpgewicht van een gram of zestig voldoet prima. Een molen uit de 4 of 5000 serie met een goede slip, die tegen een stootje kan en bestand is tegen zout water, zijn prima. Een gevlochten lijntje met een trekkracht van 7 kilo erop, meestal 0,08 of 0,10mm, voorzien van een voorslag, is sterk genoeg.

De voorslag is niet alleen nodig om tijdens de worp de klap op te vangen, maar ook om de gevlochten lijn te beschermen tegen de vele stenen op de bodem. Een gevlochten lijn kan niet tegen beschadiging van de lijn. De onderlijn met slechts één haakje nr. 1 of 2, zodat je exact voelt wat een gehaakte vis aan kracht kan ontwikkelen. Meerdere vissen kunnen elkaar tegenwerken.


Mooie schol gevangen op de traditionele passieve manier. Doubletten en tripels aan de onderlijn met bezem afhouders, eerder regel dan uitzondering. De molen is de Penn 750 SS gemaakt in USA in de vorige eeuw.


De onderlijn
Keep it simple. Voorslag, voorzien van een wartel, waar je het loodje aan bevestigt en aan dezelfde wartel ook een lange wapperlijn van 75 – 80 centimeter, voorzien van een mustad haak 1 of 2. Op deze wijze kunt u passief (lekker laten liggen) vissen, maar ook heel actief vissen. Doordat u telkens een klein stukje indraait, zorgt het loodje, dat het zand opdwarrelt en hierdoor de platvis nieuwsgierig wordt.

Een nieuwe beweging gevolgd door het even laten liggen kan de platvis tot aanbijten verleiden. De platvis kan uw aas een langere tijd blijven volgen. Als aas kunt u de zeepier en/of zager gebruiken, maar ook reepjes haring, makreel, zandspiering, mesheften en Franse tap zijn een gewild aas.

De hele vis, de mesheften en Franse tap kunt u diepgevroren mee nemen naar Denemarken. Ook de pieren en zagers kunt u in het zeewater, voorzien van een zuurstof pompje meenemen. In een krant houdt u de pieren niet voor een week goed. Zagers zal, mits koel bewaard, wel lukken.


Ook goed te gebruiken voor de makreel. Voor de platvis ook een stukje aas toevoegen, zodat niet alleen het zicht geprikkeld wordt, maar ook de geur en smaakpapillen. Uiteraard kunt u dit ook combineren met bijvoorbeeld felgekleurde kralen, een blad van een blinker, een rood pvc of een glimmertje.


Een stukje vis heeft ook als voordeel dat u kans maakt op een tarbot. Deze vis ligt ingegraven te wachten tot een prooivis hem passeert. De meeste kans op deze prachtige en lekkere sportvis heeft u dan ook door heel actief te vissen met een stukje vis.

Het lood kunt u ook vervangen door een pilkertje of lepeltje. Denk maar aan de platvislepel van Iwan Garay. Om niet onnodig vast te zitten, vis ik achter de pilker of lepel met een enkele haak in plaats van met een dreg.


Ook met een wobbler is de platvis te vangen, vervang de dreg door een enkele haak om vastraken te voorkomen.

Meestal rijg ik nog wat felgekleurde kralen op de onderlijn, die ik met een paar lijnstoppers op de gewenste plaats houd. Lekker de gekozen stek afvissen door u, al werpend, langs het strand voor te bewegen.


In plaats van het lood aan de wartel van de hoofdlijn te bevestigen kan het ook op deze manier. Het wisselen van lood is nu wel wat moeilijker. In plaats van lood kunt u ook een pilker of wobbler (als extra lokker, zonder haak) gebruiken.


Bent u in bezit van twee hengels, kunt u met een hengel passief vissen door deze te laten liggen, terwijl u met de andere hengel actief vist. Vaak levert de actieve manier van vissen meer aanbeten op. Probeer zelf maar.

Natuurlijk zijn er voor de actieve manier van vissen vele alternatieve onderlijnen, maar uiteindelijk zijn ze allemaal volgens het principe van de wapperlijn.

Soms is het noodzakelijk om de wapperlijn iets korter te maken, zodat het aas zich op ongeveer 50 centimeter achter het lood (en dus de stofwolkjes) bevindt. De bot kan uw aas zowel in horizontale als ook in verticale richting volgens. Soms wel meerdere meters boven de bodem.


Natuurlijk kunt u ook onderlijnentjes maken met de bezemsteelafhouders. Ik ben nooit een voorstander van metalen afhouders geweest. Waarom weet ik zelf niet. Misschien is het wel bijgeloof.


Neem tussen de afhouders ongeveer 45 tot 50 centimeter afstand. Hierdoor vist u een groter gebied af en heeft u toch het voordeel dat er voedselnijd ontstaat (als er een platvis gehaakt is ontstaat er voedselnijd en is dit een extra stimulans voor andere platvissen om je aas te grijpen).

Rond het hoogwater is de platvis het meest actief. Het kan per dag meerdere keren hoogwater zijn. U kunt dit opzoeken op: http://www.dmi.dk/en/vejr/ Rechtsboven kunt u ook de Engelse taal aanklikken. U krijgt het weer te zien en als u SEA aanklikt kunt u de watertemperatuur op de kaart aflezen, maar ook de stroomrichting, het zoutgehalte en de waterstand (Vandstand).

Onder Measurements vindt u de tab Tides. Aanklikken en u krijgt een overzichts kaart. Klik op de locatie waar u het dichtst bij bent en u krijgt een overzicht met de waterstanden op bepaalde tijdstippen. Een andere goede site is: https://ifm.fcoo.dk/index.asp hier kunt u alles vinden over weer, waterhoogte, stroom en golfhoogte. Zeker tijdens de donkere avonden en de nacht is de platvis heel actief en komt ook dichter op de kant.


De draad gaat door het flexibele metalen afhoudertje en wordt door kraaltjes, stoppertjes en een knoopje op zijn plaats gehouden. Voordeel van de stoppertjes is dat u ze kunt verschuiven. Hierdoor kunt u de onderlijn aanpassen aan de omstandigheden.



Bevestiging haaklijn.





In plaats van een loodje kunt u ook een pilker of wobbler gebruiken. Wel opletten dat de haak niet kan verwarren met de pilker. Door de stoppertjes kunt u de haaklijn eenvoudig omhoog of omlaag verplaatsen. Aan de wobbler doet u vanaf de kant een enkele haak.



Bevestiging bezemafhouder.

 

Rood is de hoofdlijn en de haaklijn (dwarrellijn) is groen. De wobbler kan in deze niet voorzien worden van een haak, daar de dwarrellijn (75 centimeter) anders in de haak draait.



Foto boven en onder: onderlijnen voor de leng met haken 10/0.


Boven en onder benodigdheden om onderlijnen voor de platvis te maken. Voor de platvis maak ik graag gebruik van lokkertjes, zeker bij het actief vissen. De platvis is heel nieuwsgierig. Flexibel kunststof kunstaas kunt u op de gewenste lengte knippen en ook als lokkertje gebruiken, maar voor bijvoorbeeld de makreel hoeft er geen echt aas bij. Zo maakt u uw makreelonderlijntjes ook zelf.


Schol een mooie sportvis en bovendien lekker in de pan.



Penn 5500 SS uit de vorige eeuw en gemaakt in USA, prima voor de platvis en gul vanaf kant en boot. Vanaf de boot of kayak voldoet de 2000 Atlantis van Penn ook prima. Let op de overbrenging van 4.6: 1 Voor het zwaardere werk is de 750 SS van Penn prima (ik vis al meer dan 20 jaar met deze Penn 750 SS en geloof me, deze molen heeft het zwaar te verduren gehad).


Waar moet u de platvis zoeken? De eerdergenoemde boekjes helpen u over het algemeen wel verder, maar zelf kunt u uiteraard ook op zoek naar goede stekken.

'Badkuipen' kunnen goede stekken zijn. Een 'badkuip' is niets anders dan een diepte (zwin) tussen twee zandbanken, die evenwijdig met het strand loopt. Op de zandbanken ziet u de golven breken, terwijl het diepere water achter of voor de zandbank, een glad wateroppervlak laat zien.

Ook muien zijn heel goede stekken. Een mui is niets anders dan een doorgang van het zwin naar de open zee. Dus eigenlijk een diepte tussen twee zandbanken in. Maar nu niet evenwijdig met het strand, maar loodrecht erop. U ziet dan links en rechts van de mui het water op de zandbanken breken.

In een mui maar ook in het zwin kan het soms behoorlijk stromen en dan heeft u geankerd lood nodig. Het kunnen 'lezen' van het water is om de muien en zwinnen te vinden (en dus ook de vis) van essentieel belang.

Het vissen met mesheften vereist een beetje ervaring. In de hengelsportzaken kunt u wat dun elastiek kopen om de mesheften op de haken te houden. Soms ook om reepjes vis of zachte krab op de haak te zetten. De Mustad haken hebben op de steel nog twee extra weerhaken en deze helpen dat het aas wat beter op de haak blijft zitten.

De Franse tap hoeft u niet in zijn geheel op de haak te zetten. Eeen klein stukje afknippen en op de haak zetten volstaat al. Zelf hou ik ervan om een cocktail te maken van vis, zagers, pieren en een stukje Franse tap. De Franse tap als laatste, omdat deze stevig op de haak zit. Eventueel wat elastiek gebruiken. De vis heeft hier geen last van.

Rijg pieren en/of zagers gerust over de haaklijn heen. Hierdoor ontstaat een lekker geur- en smaakspoor. Regelmatig een rukje aan de hengel of enige meters indraaien prikkelt bij de vis behalve de smaak en geur papillen ook de drukverschil-indicatoren (de gul, de koolvis, de pollak de schelvis en de wijting hebben hier bijvoorbeeld de zijlijn op de flanken voor).


Op de platvis met een wobbler of lepel gaat ook goed in Denemarken. Maak wel gebruik van een goede pluggenhengel, zodat u een perfect gevoel heeft van de actie van de wobbler en steeds een goed contact met de bodem heeft.

Vanaf de kant zoekt u de stranden op en laat het kunstaas (in plaats van de dreg een enkele haak nummer twee) langzaam draaiend over het strand huppelen (rukjes aan de hengel) waardoor er stofwolkjes ontstaan. Regelmatig het kunstaas wat hoger boven de bodem voeren stimuleert de platvis enorm.

Bovendien heeft u op deze manier meer kans om een tarbot te haken, die ingegraven in het zand wacht op een prooi (vis). Voor de tarbot kunt u zelfs een reepje vis aan de haak doen om het nog aantrekkelijker te maken. Ik geef toe dat dit niet de gemakkelijkste manier is om platvis te vangen vanaf de kant.

Vist u vanaf een kayak of visboot is deze methode wat gemakkelijker. Maar het is een heel plezierige manier van vissen, al wadend en werpend langs de kusten van Denemarken. Bovendien heeft u ook nog kans om een gul of zeeforel te haken en in de maand mei een geep.