TotalFishing

Preview Dé Roofvis 86

Er zijn talloze manieren te bedenken om grote snoek te belagen. Wanneer een water intensief wordt aangepakt door meerdere roofvissers wordt de keuze er echter bepaald niet makkelijker op. Volgens Willem Stolk kan het speedjiggen met shads dan verrassend goed werken. Het is daarbij een uiterst snelle en actievolle visserij, die ontzettend spannend is. In de binnenkort te verschijnen uitgave no. 86 van Dé Roofvis, verklaart Willem zich nader. Speciaal voor de bezoekers van Total Fishing presenteren wij dit artikel als preview.

Speedjiggen op snoek

Door Willem Stolk

Slepen en werpen met swimbaits en jerkbaits zijn veelgebruikte technieken om snoeken te belagen. Op die wateren waar deze twee methoden veel worden toegepast, zoals op de Randmeren, loont een andere aanpak vaak de moeite. Bijvoorbeeld door te speedjiggen op snoek met shads. Willem Stolk laat zien hoe het nét even anders kan.

De Randmeren worden dagelijks bezocht door heel wat fervente snoekvissers, die alle mogelijke manier en toepassen om ‘hun’ snoek te vangen. Een druk bezocht water dus, waar de ware moskoppen al duizenden kunstaasjes voorbij hebben zien komen. De ‘patsen’ op het water of de trillingen van een gesleepte plug; een groot deel van de aanwezige rovers kent het klappen van de zweep. Ik neem opzettelijk het voorbeeld van de Randmeren, omdat het misschien een van de drukst beviste snoekwateren van ons land is. Het hele seizoen door wordt er gevist. Dan is het juist leuk om op een dergelijk water eens wat anders te proberen.

Dynamisch flexibel
De woorden dynamisch en flexibel kunnen hetzelfde betekenen. Ze staan voor beweeglijk, veranderlijk, onvoorspelbaars, anders – in ieder geval niet hetzelfde. Speedjiggen op snoek is van alles een beetje. Het is maar net wat je zelf voor actie en snelheid aan het rubber geeft. Ik gebruik hoofdzakelijk shads van 4 tot en met 7 inch (zeg maar: zo’n 10 tot 18 cm) tot voor het speedjiggen, maar soms ook Clacking Minnows of de good old Rattlin Raps.

Hoofdzakelijk met shads van 4 tot en met 7 inch.

Lekker ‘harken’ op snoek is pure lol. Met een 2,15 meter lange Yasei Speedjigging stok, die er zowel in een medium en medium heavy uitvoering is, kun je secuur vissen, maar evengoed erg wild. Het aanslaan en drillen van metervissen is geen enkel probleem, geloof me. Er zijn er al heel wat mee gevangen.

Om op de juiste wijze te speedjiggen, ga je als volgt te werk. Allereerst zoek je de stekken op waar je eerder ooit al snoek hebt gevangen. Dat zijn dan vaak de voor de hand liggende plekken bij havens, vóór havens en in havens. Wanneer het vissen in zo’n haven tenminste is toegestaan, want helaas mag dit niet overal meer. Je vist daarbij met slechts één hengel in de hand, die je hebt voorzien van een shad met een zogenaamde ‘paddle tail’. Deze maakt flink wat ‘noise’ onder water en vallen goed op. De snelheid varieert enorm, maar de ‘speed’ zit er wel altijd in.

Juist door het telkens veranderen van de snelheid blijkt dit kunstaasje aantrekkelijk voor snoek. Het vergt doorzettingsvermogen, want je bent continu aan het spelen met het ‘gas’. Dit onderdeel, continu van snelheid veranderen, is essentieel. Het klinkt makkelijk, maar je moet echt elke minuut hierop focussen om niet hetzelfde snelheidspatroon te krijgen. Juist de snelheid in combinatie met de bewegingen die je zelf via de hengel aan het kunstaas mee geeft, moeten anders zijn.

Lekker ‘harken’ op snoek is pure lol.

De shads die we gebruiken zijn simpel en vaak voorzien van alleen een jigkop. Gewichten tussen de 15 en 30 gram, zwaarder is niet nodig. De aanbeten zijn soms subtiel, maar regelmatig ook lekker droog: zo’n doffe tik. Leuk aan zo’n speedjigging stok! In het begin hadden we hier een 2500 molen op, maar tegenwoordig al een 1000’tje. Lekker klein, licht en toch met genoeg power om een vis te drillen.

Doorgaans gebruiken we een 13/00 of 15/00 gevlochten lijn. De 15/00 is voorzien van kleuren (Power Pro Depth Hunter) zodat je zelf ook aan de kleuren kunt zien hoe diep je vist, een handig hulpmiddel. Soms harken we over de bodem, maar evengoed zitten we er een meter of zelfs twee meter boven. Dit variëren in diepte doen we ook steevast en het valt op dat we best veel snoek net boven de bodem wegpulken. En af en toe een snoekbaars.

Loodgewichten van tussen de 15 en 30 gram, zwaarder is niet nodig.

Klein spul
Ik gebruik bij het speedjiggen staaldraad dat je kunt knopen en vooral ook flexibel is (ProLeader 5 kg). Ik houd van dergelijke soepele onderlijntjes. Nadeel is wel, dat je slechts een of twee vissen kunt vangen en het staaldraad dan moet vervangen. Ik vind dit echter geen probleem. Ik heb ook titanium gebruikt, is ook goed, maar net niet soepel genoeg.

De crosslocks moeten werkelijk ‘hufterproof’ zijn. Ik maak ze handmatig aan de staaldraad vast. Het geheel is een vrij lichte rig, maar we hebben er met gemak metervissen mee gevangen. Omdat we geen zwaar kunstaas hoeven te werpen of slepen, kan alles een tikkie lichter. Vandaar ook deze keuze van lichte hengel, molen, lijn, staaldraad en crosslock.

De aanbeten zijn soms subtiel, maar regelmatig ook lekker droog: zo’n doffe tik…

... Leuk aan zo’n speedjigging stok…

Lichte glooiingen
We zijn met ons allen geneigd om altijd structuren op te zoeken, en ja: dat zijn ook vaak ware trekpleisters voor roofvissen. Lichte glooiingen zijn wat ons betreft echter vaak net zo goed en soms zelfs beter. Je ziet hier vaak niet eens veel op de sonar, maar toch vang je er vis. Natuurlijk zal er vis buiten het bereik van de sonar zijn, maar het is wel opvallend. We hebben al heel wat snoeken gevangen op van die mooie flauwe profielen. En áls ze er zitten, dan zijn er vaak meerdere bij elkaar.

Deze glooiingen zijn er voldoende te vinden en meestal worden ze niet zo druk bevist. Op wateren zoals de Randmeren, maar ook in het noorden op het Lauwersmeer hebben we de snoek zo kunnen vangen. Zelfs op het Volkerak konden ze van een snel gevarieerd geviste shad niet afblijven. Het is ook weer een uitdaging om juist eens weg te gaan van de bekende stekken en iets nieuws op te zoeken. Of, op bestaande stekken iets anders te doen dan gemiddeld wordt gedaan.

Hard varen mag je niet in die jachthavens…

... Maar speedjiggen gelukkig wel!

Natuurlijk zijn het allemaal theorieën en aannames, maar dat maakt het vissen juist zo leuk. Je kunt er helemaal in opgaan en je eigen ding doen. Een snoek blijft een predator. Als je de juiste plek weet te vinden en je hebt het geluk de juiste snaar te raken, dan kunnen ze niet van je kunstaas af blijven. Net een kat die niet kan blijven zitten wanneer je een draadje voorbij trekt. Als je dit op de juiste manier doet, gaan ze er gewoon voor.

Bootvisserij
Speedjiggen is al met al een techniek die je met name vanuit een boot toe kunt passen. Vanaf de kant kun je natuurlijk ook snel en langzaam vissen, maar nooit zoals je vanuit een boot kunt doen. Je hebt in de boot de lijn onder een andere hoek staan en je bent ook veel mobieler. Met een bellyboat kan het overigens wel. Je moet dan wel wat meer werken met de ‘voetjes’, maar het is te doen.

Een voordeel van het speedjiggen is dat je veel ‘meters’ maakt.

Een voordeel van het speedjiggen is dat je veel meters maakt. Je ziet dus veel van het water en de bodemstructuur. Hierdoor leer je enorm veel en is het een aanwinst als je weer eens iets anders wilt proberen dan alleen op snoek. Op snoekbaars bijvoorbeeld! En ook daar kun je helemaal in opgaan. Ik zou zeggen: try before you die!

Willem Stolk

Bovenstaande bijdrage is één van de zeer lezenswaardige artikelen die zijn terug te vinden in het, in de eerste week van oktober verschijnende, nieuwe nummer van Dé Roofvis.