Naar het einde van de wereld (2)
De winter komt er aan
Door Bram Bokkers
Eenmaal aangekomen op Choibalsan staat er een busje op ons te wachten.
Ons plan om direct vanuit hier naar het viskamp te rijden passen we aan. We zijn later in de middag aangekomen dan gepland. De tien uur durende autorit over vlaktes zonder goede wegen doet ons besluiten om in een hotel te overnachten om de volgende dag vroeg te vertrekken.
De zon is nog maar net op wanneer we de twee busjes die voor ons klaar staan inladen. Over tien uur zullen we als alles goed gaat aankomen op onze eindbestemming. Wanneer we Choibalsan verlaten rijden we ook direct de steppe op; er zijn hier geen wegen, alleen een bandenspoor wijst ons de weg.
We komen geregeld vee tegen; koeien, schapen, geiten, heel veel paarden en saiga’s, een Mongoolse antiloop.
We rijden uren achtereen zonder iets te zien; geen huis, geen boom, geen heuvel, geen auto, niets. Het is een eindeloze kale vlakke grasvlakte waar geen einde aan lijkt te komen. Het doet me denken aan varen op volle zee en je de kust niet meer kunt zien, behalve water.
Ook overlijdt onderweg de auto meerdere malen maar daar draait de chauffeur zijn hand niet voor om. Na even sleutelen ronkt de motor weer als een nieuwe en vervolgen we onze reis.
Pas later in de middag verandert de omgeving en zien we heuvels.
Ook zien we nu af en toe zelfs een boom of een local die hier blijkbaar toch iets te zoeken heeft.
In de verte zien we eindelijk de Chalchyn kronkelen door de begroeide heuvels van Mongolië en China. In één van haar bochten staat ons kamp,
Dit bestaat uit vier Yurts, een buitendouche, een buitentoilet en het nodige brandhout. Vanaf nu zal er de aankomende elf dagen alleen maar gevist worden.
We worden hartelijk begroet door de keukendames, de klusjesman en door Guntich, een oud-generaal die hier kampbaas is. De bagage wordt uitgeladen en er wordt ons een plek gewezen in één van de Yurts.
Hierin staan vier bedden, een eettafel, stoelen en een houtkachel. Ook hebben we stroom door middel van een aggregaat. De Yurt is comfortabel, we voelen ons al snel thuis. Iedereen gaat vrijwel direct aan de slag om het visgerei op orde te maken.
Later op de avond komt Petr langs om de strategie te bespreken. Hij laat weten dat we vijftig kilometer rivier kunnen bevissen. Dit gedeelte bevindt zich in het Nationaal park Nomrog. Petr kan hier per jaar in het totaal met twee kleine groepen vissen, de rest van het jaar is vissen hier verboden.
Hij heeft het gedeelte van de rivier waar wij kunnen vissen middels rode vlaggen verdeeld in verschillende secties. Elke dag zullen we zo op nieuwe stekken kunnen vissen.
Petr stelt voor om twee groepjes te creëren. Eén groep zal worden gedropt en opgehaald worden op een van te voren afgesproken locatie. Zij zullen lopend en wadend de rivier bevissen. De andere groep zal zich verplaatsen per raft op een ander gedeelte van de rivier. De volgende dag wordt er gewisseld, enzovoorts.
De volgende ochtend verrast de aankomende winter ons. Het heeft vannacht tot wel min vijftien graden gevroren. Alles is buiten in ijs veranderd. Gek genoeg hebben hier niks van gemerkt. Blijkbaar is de Yurt goed geïsoleerd en doet de houtkachel perfect zijn werk.
Na een stevig ontbijt bestaande uit gebakken ei, een soort oliebol en soep maken we ons klaar voor vertrek. Het is even moeilijk om te bepalen wat we aan moeten trekken omdat de temperaturen na deze koude nacht overdag weer boven de 15 graden Celsius kunnen komen.
(Wordt vervolgd)
Bram Bokkers
Wanneer u enthousiast bent geworden en een dergelijke reis ook zou willen ondernemen ga dan naar de site van Tight Lines Visreizen of stuur een mail naar info@tightlines.nl.