Karperpassie 1
door Co Sielhorst
Ik vis nu vijfendertig jaar op karper en ik ga er steeds meer van genieten. Jaren van twaalfhonderd uur aan het water, ook in de winter, desnoods op verwarmd water. Nachten op de stretcher, soms in de slaapzak, zelden in de tent, moest de sterren kunnen zien. Honderden karpers in een jaar, het beheerste mijn leven, alles overheersende zuigende bekken met baarddraden, ze slokten me helemaal op. Dat is veranderd, het karperen heeft een andere plaats gekregen in mijn leven. Ik beheers nu het karperen in plaats van andersom.
Trends volg ik niet, tentje ligt al jaren op zolder. Ik heb nog één optonic (beetmelder van een kwart eeuw oud) en die staat zelden aan.Ik beleef het karperen intenser dan ooit. De laatste jaren vis ik met één hengel, zelden de hele dag op dezelfde stek, probeer ze op te zoeken, laat vaak meerdere stekken hun werk doen. Om aantallen geef ik niets meer. Mooie vissen spreken me veel meer aan. Ieder jaar een handvol vissen om in te lijsten.
Het plan
Niet te strak allemaal. De snoekput heeft me een leuk inkijkje gegeven, boeiende vis, veel schubkarper hier denk ik. Als het iets warmer wordt gaan hier nog leuke dingen gebeuren. Op een andere plas heb ik een boot liggen, de bootplas dus. Hier heb ik vorig jaar spiegels gevangen tot vijfendertig pond, ik ben er nog lang niet op uitgekeken en zeker de zwaarste nog niet gezien. Dan is er ook nog de rivier, ik heb inmiddels wat houvast hier maar dat ga ik nog verder uitdiepen, boeiende materie voor wat verderop in het jaar. Kort samengevat drie wateren, afhankelijk van het jaargetijde en de resultaten krijgen ze ieder op hun beurt de aandacht. Dat wil nog niet zeggen dat ik niet af en toe even de polder in zal duiken als ik maar een paar uurtjes heb om te vissen. Daarom zeg ik al niet te strak allemaal.
Karperpassie 8 maart
De plas waar ik met de boot moet vissen ligt heel beschut, is niet vreselijk groot maar bij uitstek geschikt voor mijn manier van vissen. Als ik hier iets wil bereiken kan ik beter maar zorgen dat alles tiptop in orde is. De boot heb ik het najaar op een ondiepe plek geparkeerd, vollopen ja, zinken nee, kan hier niet. Ik ga kijken hoe de boel erbij ligt. Inderdaad, bijna volgelopen. Daar staat dus meer dan duizend liter water in, vier meter polyestersloep, stevige boot dus. Dat wordt een poosje scheppen. Een half uur later krijg ik toch wat pijn in mijn lijf maar de bodem komt in zicht. Met een oud vod poets ik de algen van de banken en de spekgladde vlonders. Kijken of hang en sluitwerk in orde zijn, wat olie in de sloten kan geen kwaad.Hier kan ik nu ieder gewenst moment opstarten, gevoelsmatig zeg ik vandaag niet. Ik ga een paar uur op de snoekplas zitten. Mijn aas, gekookt graan en blokjes worst, word vaak spontaan gepakt dus ik probeer het gewoon. Het graan heb ik kleine plastic zakjes ingevroren, dat maakt het makkelijk om wat afstand te halen met het handje, er gaan een paar brokken te water. Als er niet te veel water bij gaat met het invriezen zinken die kluiten graan heel langzaam naar de bodem. Met meer water blijven ze langer drijven, kan soms ook handig zijn.Met een kort werpstokje plaats ik vrij secuur wat blokjes worst op mijn stek. Ik heb voor deze koude periode een hengeltje gebouwd waar ik een lijn van één pond niet mee kapot kan trekken. Er staat een zes ponds lijn op het molentje. Een onverwoestbare combinatie op schoon water. Er hangt een driegram schuifloodje op een halve meter van de haak tien. Aan een ragfijn draadje hangt een blokje worst. Gooit verrassend goed dit lichte spul. Ik zit een paar uur, de wind wakkert wat aan, ik moet een wakertje in de lijn hangen. Niet lang daarna schokt de waker. Er gebeurt verder niets. Ik ben ineens een stuk alerter. Even later zit er weer beweging in de lijn. Ook nu gaat het niet door. Hierna blijft het lang stil. Zou dat loodje ook nog teveel zijn? Ik haal het eraf, even opnieuw knopen, er hangt nu alleen nog een klein haakje aan de lijn. Ik prik gewoon een klein stukje worst op de haak, kijken of ik de voerplek nog haal zonder loodje. Ja, dat gaat best zo.
Ik leg de hengel in de steun en zie tot mijn verbazing gewoon de lijn strak lopen, vergeet niet te reageren, hengeltje spat krom. Al snel blijkt het een grote brasem te zijn, nu dus wel doorgaan, leerzaam. Er volgen nog een paar grote brasems, ik krijg ook een indruk van het hengeltje, dat gaat lukken als er een karper voorbij komt. Nou geloof ik allang niet meer in sprookjes, waar ik op de laatste snoekdag nog een karper uit zijn winterrust haalde, gaan ze niet ineens spontaan voor de bijl. Er is de hele winter niet op karper gevist op deze plas, ze zijn dus niet gewend om even het water rond te gaan om te kijken of er nog wat te vreten valt.
Hier is werk aan de winkel, regelmatig voeren, na een paar weken zullen ze ook regelmatig langskomen en dan komt er gewoon karper uit.
Van dit slag moeten er een paar af kunnen komen…