De (basis) kunst van het kunstaasvissen, deel 1.
Door Jan Eggers
Bij ondergetekende en heel veel andere kunstaasvissers gaat altijd de vlag uit als het nieuwe seizoen begint want we vinden het nu eenmaal de mooiste manier van vissen.
En of we nu met de streamer de polder in duiken, gaan verticalen op een van de vele plassen, trollen op de kanalen of proberen met kleine pluggen de eerste roofbleien op de rivier te verleiden, maakt niet uit. We kunnen weer in alle vrijheid genieten van onze sport die vooral bij de jeugd steeds populairder wordt.
“Kunstaasvissen is erg populair “
Ik merk dat o.a. aan de grote animo die er bij jeugd bestaat om mee te doen aan snoekinstructiedagen voor jeugdvissers die de SNB Regio Noord-Holland vorig jaar organiseerde en die ook voor dit jaar weer op het programma staan. Ik merk het ook aan de vele vragen om nadere informatie over materiaal, kunstaas en vistechnieken die ik van vooral jonge startende kunstaasvissers krijg. Welnu, waarom zou ik de kennis die ik in zo’n 50 jaar vissen met kunstaas opgedaan heb niet delen met deze kunstaasvissers van de toekomst via dit moderne communicatie medium dat Total Fishing heet?
Het is de bedoeling dat ik heel wat afleveringen over deze actieve manier van vissen ga maken. Er komen dan ook zaken die er mee te maken hebben, ik denk dan aan b.v. het landen met de kieuwgreep, goed onthaken en netjes terugzetten of de vraag gevlochten lijn of nylon aan de orde. Het kan zelfs zo zijn dat de bezoekers van Total Fishing laten weten dat ze een bepaald onderdeel van het vissen met kunstaas graag wat uitgebreider behandeld zien en ik daar dan op inhaak.
Bovenal is het de bedoeling om de groep startende kunstaasvissers met veel en ook duidelijke praktijkinformatie te informeren. Dat zijn dan vooral de sportvissers die met de spinhengel vanaf de kant in poldersloten, dorpsvijvers, water in en langs bedrijventerreinen etc. vissen.
“Er wordt door heel veel sportvissers graag vanaf de kant gevist “
Dat wil niet zeggen dat het trollen, verticalen of vliegvissen met streamers niet aan de orde komen in deze artikelenreeks. Het is wel degelijk de bedoeling om ook deze technieken voor het voetlicht te halen maar dan wel op een eenvoudige manier. Dus geen superingewikkelde verhandelingen over de nieuwste dieptemeters en GPS systemen maar meer de basisbeginselen van deze technieken.
Zo, de kop is er af en ik moet nu ergens mee beginnen en het lijkt me vrij logisch dat ik het nu ga hebben over de basisuitrusting voor een beginnende kunstaasvisser.
De kunst van de juiste keuze.
Daar sta je dan als beginnend kunstaasvisser in die grote hengelsportzaak vol met molentjes, hengels in soorten en maten evenals wanden vol met een overvloed aan kunstaas. Ook moet er nog de juiste lijn op die molen en heb je in een hengelsportblad gelezen dat onderlijnen, onthakingsmateriaal en dozen of portefeuilles om je kunstaas in op te bergen een must zijn.
Mijn eerste advies is dan ook om een vismaat of kennis met verstand van het vissen met kunstaas mee te nemen naar die hengelsportzaak. Heb je die niet, ga dan als het even kan naar een hengelsportspeciaalzaak waarvan je mag aannemen dat de verkopers wel verstand van deze tak van de moderne sportvisserij hebben. Ik durf hier te beweren dat er heel wat zaken zijn waar het verkopende personeel veel meer verstand heeft van honden- en kattenvoer en goudvissen dan van het vissen met kunstaas. Jammer maar waar!
Wat betreft de keuze van de juiste spinhengel is mijn advies om een spinhengel met een lengte van 240 tot 270 cm met een werpgewicht van rond de 25 gram aan te schaffen. Kies er dan een die niet te stijf is, dus waarvan de top onder spanning vlot buigt. Dat zijn dan meestal composiet hengels, dat wil zeggen gemaakt van een mengsel van carbon en glasvezel.
De reden dat ik dergelijke hengels aanbeveel is dat deze beter tegen een stootje, ongelukje, onverwachte vluchtreactie van een grote roofvis enz. kunnen dan een stugge, vrij brosse hengel met een percentage carbon tussen de 90 en 100%. Vaak zul je zien dat zo’n composiet hengel ook aanzienlijk goedkoper is dan zo’n spinhengel met hoog carbon gehalte.
“Leren hoe je met de kieuwgreep een snoek moet landen is een goede zaak. “
Een tweede advies op spinhengelgebied is er een te kiezen van een bekend merk. Gelukkig mag ik in deze artikelenserie namen noemen, dat was en is bij de hengelsportbladen vaak niet zo vanwege advertentiebelangen. Ik denk dan aan spinhengels van bekende firma’s zoals Shimano, Ultimate, Spro, Cormoran, Shakespeare, DAM, Svendsen Sport, Abu, Berkley, Arca en Bifa. Dat wil niet zeggen dat er naast de producten van dit Nederlands-Belgische elftal geen andere firma’s zijn met goede spinhengels, die zijn alleen wat minder bekend.
Ik vis nog met antieke molentjes.
Op de gekozen spinhengel zetten we dan een middelmaat molen, qua formaat moet je dan denken aan molens van model 020 tot model 030. Er zijn ook firma’s die de maat van een molen met een enkel cijfer aanduiden, dus dan wordt het van model 2 tot model 3, en er is op dit gebied nog steeds geen eensgezindheid bij de molenfabrikanten.
Ook hier weer het advies om een molen van een gerenommeerd merk dat in de loop van vele jaren zijn bestaansrecht verworven heeft, te kiezen. De al eerder genoemde firma’s hebben, op uitzondering van Berkley na, allemaal prima molentjes voor beginnende kunstaasvissers in hun programma. Kies dan niet meteen voor de topmodellen waarvoor je heel wat briefjes van 100 euro moet neertellen doch ook niet voor de goedkoopste exemplaren.
“Als beginnend kunstaasvisser kun je met minder hengels toe als Jan Eggers”
De waarheid ligt ook hier min of meer in het midden en het kan geen kwaad om na een eerste selectie thuis deze molentjes in de hengelsportzaak eens nader te bekijken. Hecht dan niet enkel en alleen teveel waarde aan het aantal kogellagers, snoer capaciteit, slip voorop of onder het molenhuis en een modern en attractief kleurtje. Ik vind de hoeveelheid speling van slinger en kop van de molen, het goed functioneren van de slip en een positief antwoord op de vraag of er bij de winkelier reserve onderdelen zijn, of men garantie heeft, van groter belang bij mijn keuze.
Vraagt men nu welke molens Jan Eggers gebruikt bij het vissen met niet te groot kunstaas, krijgt men een antwoord waar men weinig aan heeft. Ik vis bijna altijd met 40 jaar oude Abu 506 molens met halfgesloten kap. Molens die bijna niet meer te koop zijn en die niet af te beulen zijn, zo goed is dit Zweedse product! Ik heb er de laatste 10 jaar nog enkele op de kop weten te tikken en hoef ik geen angst te hebben dat ze versleten zijn voordat ik dat ben…
Alleen nog maar dyneema als hoofdlijn.
De vraag of ik tegenwoordig met nylon of met gevlochten dyneema lijn vis is niet zo moeilijk te beantwoorden. Ik gebruik nog een paar meter nylon om op de as van de spoel te zetten en knoop daaraan de dyneema lijn. Zou ik de dyneema lijn direct op de spoel, en dat geldt ook voor een reel, van de molen, is de kans heel groot dat spoel later “dol gaat draaien” in een kluwen dyneema lijn zonder rek. Ik krijg regelmatig van vissers de vraag hoe het komt dat hun slip niet schijnt te werken en ze ook geen meter gevlochten lijn meer kunnen binnendraaien. Welnu, in 99 van de 100 gevallen hebben dan genoemd probleem en is er dus niets aan de hand met hun slip en overbrenging van de tandwielen.
Voor het vissen met kunstaas is deze dyneema lijn echt ideaal. Geen last van kinken, veel sterker dus minder verlies van kunstaas bij vastzitten, minimale rek dus je voelt de aanbeten veel beter en kunt de haak veel sneller zetten, ook op grote afstand. De lijn blijft verder drijven, dus als hij een keer breekt, zie je waar hij drijft en is de kans op terugkrijgen van een stuk lijn met je kunstaas veel groter dan met zinkende nylon.
“Goede praktische voorlichting aan de jeugd over het vissen met kunstaas is zondermeer noodzakelijk “
Als je met kunstaasvissen begint, raad ik je aan om dyneema met een dikte tussen de 0,17 tot 0,23 mm te gebruiken. Daar kun je zelfs probleemloos dikke metersnoeken mee landen, ik weet het uit ervaring. Zelf heb ik goede praktijkervaringen met S-line van Rozemeijer, Power Pro en Berkley Whiplash. Wel is het ZEER belangrijk dat je de juiste knopen gebruikt als je met gevlochten lijn vist. Als je een onderlijn, speldwartel of een kunstaasje voor b.v. forel of roofblei aan een dyneema lijn moet knopen, is het zaak om met het losse einde TWEE MAAL door het oog te gaan, dan het uiteinde 4-6 keer om de lijn te wikkelen, door beide lussen bij het oog te steken en vervolgens rustig aan te trekken. Doe je de gevlochten lijn maar een keer door het oog, zul je zien dat deze knoop bij weinig spanning al uit elkaar glijdt.
Onderlijnen en onthakingsgereedschap.
Als ik op een water vis waar snoek zit, gebruik ik ALTIJD een stalen onderlijn. Voor mijn ondiepe poldersloten zijn die vrij kort, 15 tot 20 cm en dat is voldoende. Ik gebruik vooral onderlijnen van zwart en groen geplastificeerd 20 pond gevlochten staaldraad. Vaak maak ik ze zelf van z.g. Steelon 20 lb staaldraad, goede wartels, Berkley Cross Lok speldwartels en ik zet die wartels met passende sleeves, van die messing busjes, goed vast. Daarvoor kun je het beste een z.g. sleeve tang gebruiken, daarmee beschadig je het staaldraad niet.
“Wees zuinig op onze rovers “
Ik houd niet van z.g. “hard mono of fluorocarbon” onderlijnen en dat geldt ook voor onderlijnen van kevlar, dacron of dyneema met een plastic coating. De kans dat een snoek zo’n onderlijn doorschuurt is me te groot en ik neem dus liever geen risico.
Blijft over dat je als kunstaasvisser altijd goed onthakingsmateriaal, dus minimaal een goede puntbektang, ik vind die van Rapala ideaal, en een goede draadkniptang bij je moet hebben.
Of je ook nog een beksperder zonder scherpe punten in je vistas doet, is een persoonlijke zaak.
Ik zou het een goede zaak vinden als beginnende kunstaasvissers al heel vroeg de z.g. kieuwgreep leren om snoek vast te pakken, dan is het namelijk gemakkelijk om de bek van de snoek zonder ijzerwerk open te doen en de haak te verwijderen. Tot zover het eerste artikel in deze serie en het volgende artikel zal gaan over de keuze van het juiste kunstaas en we gaan dan ook voor het eerst vissen met oppervlakte kunstaas, nog even geduld.(wordt vervolgd)