image description

De haken en ogen van een Noorse vistrip: deel 21

Tekst en fotografie:  Geert Luinge

Ik kan er geen genoeg van krijgen. Vissen op zee in Noorwegen, bijna niets doe ik liever. Dus afgelopen zomer reed ik voor de zoveelste keer met een paar vismaten naar de zuidelijkste punt van Noorwegen, waar we bij TregdeFerie een riant huis aan de haven hadden, plus een vette boot voor de hele week. Nou, dat werd een feest.

Het mooiste moment van elke vistrip, waar je ook heen gaat... is altijd het moment waarop je (na een lange reis) op de eerste visdag je hengels tevoorschijn haalt en ze gaat optuigen voor het komende avontuur. Dat is het moment waarop je barst van de energie-, gruwelijk zin hebt in- en helemaal klaar bent voor wat hopelijk komen gaat. Heerlijk, dat moment. Popelende hengels.

Mijn twee vismaten Arie en Peter hadden meteen een vliegende start. Nog voordat ik de platvis-onderlijnenmap tevoorschijn had gehaald (deze keer was mijn plan om een grote schol of tarbot vangen) stonden de mannen al met kromme stokken en allerlei soorten en maten aan rondvis kwamen in sneltreinvaart binnenboord.

Met slanke snelzakkende pilkertjes hoefden ze maar vertikaal de bodem te bereiken, ... een beetje op en neer te jutteren... en boem ! Daar kwam de volgende gul, pollak of koolvis bonkend boven water. Dat kwam eerlijkgezegd ook doordat we de boot exact bovenop een bult hadden neergelegd (bovenkant op 15 meter diepte, rondom de bult 40 meter) en dat was een slimme zet, want een verdraaid goeie stek. Zeg maar lopende band werk.

Nog even een belangrijk detail. Op de foto zie je Peter staan met een roze speedjig. Maar toen zat er nog een dreg onderaan. Die pilker heeft hij een paar minuten later (dus) verspeeld. Nee, een dreg onderaan een pilker vraagt om problemen. Dus we zijn gauw overgestapt op twee enkele assist-hooks, die aan de bovenkant van de pilker vastzitten. Die lopen lang niet zo gauw vast aan de bodem.

Wat ook goed werkte: de Bottomship. Dat is een prachtige naam voor een ingenieus stukje kunstaas. Zo op het eerste gezicht lijkt het gewoon een bonk lood met een gat erin en een wapperend octopus lijfje eraan vast, maar hier is meer aan de hand. De bottomship heeft een eigenschap die geen enkel ander kunstaas bezit. Want wat gebeurt er als een vis (bijvoorbeeld een gul) een normale pilker naar binnen zuigt ?

Op het moment dat hij zijn bek opent ontstaat er een sterke stroming naar binnen. Maar een zware metalen pilker zuig je niet zomaar naar binnen. Die heeft veel meer traagheid-van-massa dan bijvoorbeeld een los wapperend plastic octopus lijfje met een paar venijnige haakjes erin. Op het moment dat hij die bottomship naar binnen zuigt gaan de lichte, vrij wapperende haken als eerste de bek binnen en zullen dus meteen op de goede plek zitten om te haken. Bij gewone pilkers krijg je vaak vals gehaakte vissen, die buiten de bek zijn gehaakt. Bij een bottemship zal dat niet gauw gebeuren.

Bovendien is het een kunstaas dat zeer snel zinkt, dus kun je er makkelijk vertikaal mee vissen. En elke keer verbaas je je er weer over dat die relatief kleine haakjes zo goed vlees pakken. Ik moet toegeven dat ik eerst nogal sceptisch was, maar die dingen werken verbazend goed.

Wat ook goed werkte: de makrelenvangst. Alleen moet je dan niet te hebberig zijn. Een enkele makreel geeft al zoveel strijd, die moet je niet met trossen tegelijk binnendraaien. Zelfs twee makrelen tegelijk op een lichte spinhengel is eigenlijk al te veel van het goede. Maar je hebt wel meteen genoeg aas om met een stripje makreel andere soorten te gaan vangen. Zoals daar zijn: schelvis en poon, die hier tegelijk aan een onderlijn binnenboord kwamen.

Hierboven en hieronder zie je het verschil tussen een vis als 'vangst aan de hengel' en een vis in close-up met al zijn schoonheid. Op het ene moment is het een gevangen vis die onthaakt moet worden, op het andere moment een wonderlijk mooie vis die weer springlevend teruggezet gaat worden. Het haken en de ogen van een Noorse vistrip.

Dat waren dus dikke punten op de soortenlijst voor A, maar P bleef stug doorvissen met kunstaas en G had nog steeds geen fatsoenlijke platterik te pakken. Nou, dat is niet helemaal waar. Hij had wel een zootje scharren, maar nog steeds geen schol, laat staan een tarbot.

Gewoon blijven proberen. Stug volhouden. Met lange wapperlijnen boven de bodem, met glimmende fluo kralen en lokkende spinnerblaadjes, met stripjes vis, garnalen ... en een heleboel geduld. Ooit ga ik die mega schol of tarbot vangen. Het kan elk moment gebeuren. Maar voorlopig waren het de scharren die de meeste honger hadden. Knappe scharren.

Maar ook hier heb je weer dat verschil tussen een schar als hengelvangst en een schar als individuele vis. Als je zo'n schar recht in de ogen aankijkt ziet hij er veel mooier uit. Daarom ben ik ook helemaal gek van aquariums.Toen ik vijf werd kreeg ik voor mijn verjaardag een plastic bak (waar al na de eerste schoonmaakbeurt een paar lelijke krassen in zaten) en sindsdien kijk ik elke dag naar mijn eigen aquariums (momenteel staan er drie in de huiskamer) ... omdat de aanblik van een vis onderwater zo fascinerend is.

Daar droom ik dus van. Want de schol die ik straks hoop te vangen ziet er in zijn eigen leefwereld nog veel mooier, gekker en wonderlijker uit.

Net zoals de zeewolf waar we zo ons best voor hebben gedaan. Om zeewolf te vangen moet je bij stenen en rotsen zijn, zegt men. Mosselen zijn het allerbeste aas en op sommige plekken barst het ervan, zegt men. Maar wij konden er deze keer geen ene aan de lijn krijgen. Misschien toch niet zo jammer, want qua drillen zijn het slappe vaatdoeken en qua tanden zijn het linke lelijkerds.

Maar de mooiste engel uit mijn vissersdromen is nog altijd die mega-tarbot die ik ooit hoop te vangen. Geen vis mysterieuzer dan hij. Geen vis zo geweldig goed gecamoufleerd als deze schuivende schijf. Urenlang stil liggend op de zeebodem, om in een tiende seconde genadeloos toe te slaan. De hinderlaaglegger, de camoufleur, de stippenkoning. Altijd een zoekplaatje.

Maar ik geloof dat ik afdwaal. We waren eigenlijk van plan om buitengaats op het diepe diep te gaan vissen, maar toen we de rollers vanaf open zee met donderend geweld zagen uiteen spatten tegen de rotsen...en toen het weerberich aangaf dat de wind zou aanwakkeren.. en het ook nog eens begon te plenzen, kozen we het hazenpad en keerden haastig havenwaarts.

Daarna volgden 3 dagen met zeikende regen en 4 dagen met windkracht 5. Zeg maar gerust kutweer. Dus je snapt dat de mogelijkheden qua stekkeuze beperkt waren. Als schipper heb ik de hele week gezocht naar eilanden die beschutting gaven tegen de vervelend harde wind. Een eiland met bomen erop houdt bijvoorbeeld veel meer wind tegen dan een kaal eiland, dus hoe meer bomen, hoe minder wind, hoe langzamer de boot zal driften. Achter zo'n eiland wordt de wind vaak omgebogen. Hij waait als het ware om het eiland heen. Stel dat er een harde westenwind tegen een eiland blaast, dan staat er achter dat eiland een noordwesten- en een zuidwestenwind, en midden achter het eiland zelfs een lichte oostenwind, die de boot naar het eiland toe duwt. Maar dat wil je ook weer niet, omdat je van het talud af wilt vissen en niet er tegenop. Lastig.

Toch lukte het deze week nog aardig, doordat we een stille ondiepe baai/inham vonden waar relatief weinig wind stond. Daar kwam als beloning voor al dat drukke geschipper een leuke zeeforel aan mijn Asp spinner hangen. Die dingetjes werpen als een tierelier, trekken en trillen als een bezetene (zodat je ook meteen voelt of er troep aan je lijn zit) en ze zijn lekker klein, wat voor zeeforel meestal goed werkt.

Elke visdag is wat mij betreft altijd te kort. Ik hou niet van stoppen met vissen. Als klein jochie zette ik vroeger mijn hengel altijd naast m'n bed in de slaapkamer. Dan kon je 's nachts lekker doorvissen. Maar ook nu moeten we helaas even stoppen.

Ik laat je achter met het uitzicht vanuit mijn slaapkamer in Tregde. Het is diep in de nacht, maar nog steeds niet donker. Af en toe hoor je een plons van een jagende koolvis of een springende zeeforel. Dan zie je de kringen aan het oppervlak uitdijen... en daarna wordt het weer muisstil. Begrijp je nu waarom ik niet naar bed wil ?

Vissersgroeten van Geert Luinge

g.luinge2@upcmail.nl

ANDEREN LAZEN OOK